» Boeken » 100 Jaar Akkerbouw 1883-1983 » Pagina 42-43
Er vindt ook een gesprek plaats met de landbouwvereniging uit Wervershoof om te komen tot afkoop van het kooirecht van de in die gemeente liggende eendenkooi. Eendenkooien hadden veelal een bepaalde ruimte om het hart van de kooi, waarin geen lawaai enz. mocht worden gemaakt. Dat recht was sinds lang bij de wet geregeld. De ruimte rondom de kooi was bij het kooirecht vastgelegd. De stilte die men om de kooi had te betrachten was uiteraard voor de gebruikers van het gebied binnen dat kooirecht soms lastig omdat bepaalde lawaaimakende werkzaamheden niet mochten plaats vinden. Geen wonder dat men pogingen deed om van dit recht van de kooiker af te komen.
In 1920 werd in verband met invoering van de invaliditeitswet een
commissie gevormd om de mogelijkheden van die wet bekend te maken aan
belanghebbenden en anderen die erbij betrokken werden. Maar men schijnt
ook nog wel enige wijzigingen wenselijk te hebben gevonden want er werden
lijsten ter tekening gelegd om aan de wet en de uitvoering ervan het een
en ander te veranderen.
Het bestuur wordt gemachtigd een schip van 100 ton voor mestvervoer van
Amsterdam naar Broekerhaven aan te kopen voor ƒ 13.000,00.
Maar de aankoop vindt niet plaats.
In 1921 werd Jb. Kort officieël tot secretaris-penningmeester van
Akkerbouw aangesteld in een betaalde functie met kantoor aan huis.
Een oude spitmachine uit de jaren twintig. Er staat een wit bordje op de machine, waarop staat vermeld: M. van Heezen, Andijk, Holland.
In dat jaar vond ook de eerste demonstratie plaats van een spitmachine en er werd er een gekocht
door R. Kooi, die er ƒ 3.000,00 voor neertelde.
De ziektewet-Talma van 1913 werd per 1 januari 1922 ingevoerd. Organisaties van werkgevers en werknemers
wilden de uitvoering van die wet zo mogelijk in eigen hand houden. Ook moest een achturige werkdag nader
worden besproken, want men achtte dat schadelijk voor land- en tuinbouw.
Kanalisatieplannen in West-Friesland vroegen om nadere gegevens omtrent vervoer per spoor en per schip
en de oppervlakte van het bebouwde land, alsook de hoeveelheid te transporteren produkten.
Er werd in 1920 nog verder gediscussieerd over het herstel van de dijk, want het bestuurslid D. Kieft
was het niet eens met de wijze waarop het dijkherstel werd uitgevoerd.
Er werd een commissie ingesteld ter afbakening van de zaadteelt per produkt en per soort of ras.
Daarmee moest verbastering van de rassen worden voorkomen of bestreden. Daarvoor zou dan tevens de
medewerking van de zaadhandel zijn gevraagd.
Voor de proeftuin betaalde de Coöperatieve Vereeniging ter Veredeling van
tuinzaden te Enkhuizen een vergoeding per roede geteelde tuinzaden en er
werden voor deze regio zes keurmeesters benoemd van wie er twee uit Andijk
kwamen.
De leden van Akkerbouw kregen schetskaartjes voor het aangeven van de
afbakeningen van de teelten.
In juni van dat jaar had schipper Hooker stormschade aan schip en lading
(misschien wel door een ondeugdelijk zeil dacht men). Akkerbouw kreeg de
rekening van de schade aan de lading en daarom werd besloten in de
toekomst de lading te verzekeren.