» Boeken » 100 Jaar Akkerbouw 1883-1983 » Pagina 43-45
Als waarborgfonds voor de Enkhuizer tuinbouwtentoonstelling in 1920 werd ƒ 500,00 beschikbaar
gesteld en ƒ 70,00 werd gegeven als subsidie voor de aankoop van een toverlantaarn voor de
tuinbouwwintercursussen. De opzet van de proeftuin wordt dan gereorganiseerd.
Het jaar 1921 komt met de instelling van een onderzoekcommissie om na te gaan of het mogelijk is een
verbruikerscoöperatie op te richten. Er wordt gesproken over de bestaanszekerheid in land- en
tuinbouw en de mogelijkheden van verzekering tegen schade door de natuurelementen. Men voelde nog niet
voor de zogenoemde bedrijfsverzekering.
Op de algemene vergadering in 1922 werd een motie ingediend in verband met de inkomstenbelasting met
als inhoud dat de belastingambtenaren, wanneer zij worden ingelicht over de bedrijfsuitkomsten, ook
met die opgaven rekening moeten houden.
Die motie ging ter kennisneming naar belastinginspectie, zusterverenigingen en pers.
Men ging accoord met een verzoek van de tuinbouw om steun te geven om de overhaal van Broekerhaven
te electrificeren.
Ten aanzien van de landarbeiderswet is er dan medewerking verleend aan een onderzoek of in land- en
tuinbouw misstanden waren op grotere of kleinere schaal ten aanzien van arbeidsduur, nachtwerk en
zondagsrust. De gevraagde inlichtingen zijn verstrekt ter uitwerking door de Hoge Raad van Arbeid.
In de jaren 1921 en 1922 was het niet best in de tuinbouw. Onder leiding van burgemeester Groot is er toen collectief om uitstel van belastingbetaling gevraagd en verkregen. Een jaar later was het gelukkig al weer veel beter.
In de vergadering van september van het jaar 1922 was de stemming duidelijk in mineur. Allerlei
liep tegen, zoals de verkoop van aardappelen in Amsterdam, de hogere debiteurenlijsten, verminderde
afname van kunstmest, het annuleren van reeds gesloten verkoopcontracten voor pootaardappelen. Ook
werd besproken de proeftuin maar op te heffen mede omdat allerwegen bezuinigd moest worden.
Alleen de cursus landbouwboekhouding van leraar Roselaar te Hoorn had nog 35 deelnemers. In de economische teruggang paste ook dat vanwege de Directie
van de Landbouw medewerking werd verleend aan het verstrekken van landbouwcredieten.
Daarvoor waren 50 gegadigden met een gemiddeld bedrag van ƒ 800,00. Aan burgemeester en
wethouders werd de toekenning overgelaten want de gemeente is voor een bepaald percentage garant.
Intussen gaan de landarbeiderslonen terug van ƒ 20,00 naar ƒ 18,00 per week.
En met de zomertijd zijn boer en tuinder nog steeds in strijd want men gaat accoord met een adhesie
betuiging aan de AR-kiesvereniging tot afschaffing van die zomertijd.