» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 97-98
Als het verzet in oorlogstijd ter sprake komt wordt misschien al gauw aan
wapens gedacht, maar dat is ten onrechte.
Het L.O.-verzet (evenals het communistische) was in principe ongewapend.
Voor zover de L.O. wapens nodig meende te hebben, bediende zij zich van de knokploegen.
Als organisatie stonden die knokploegen deels los van de L.O.-organisatie, maar
ze opereerden wel ten dienste en onder verantwoordelijkheid van de L.O.
Voor zover er wapens waren had de B.S. deze in bezit, maar die organisatie opereerde
eerst in de laatste periode van de oorlog.
De L.O. was wel betrokken bij het vervoer van wapens. In Venhuizen b.v. was
een zgn. afwerpterrein, een stuk land waar Engelse vliegtuigen kisten met wapens
afwierpen.
Deze wapens moesten worden vervoerd, meestal per schip, vanaf Broekerhaven.
De voedselcommissaris kreeg dan opdracht om voedsel (aardappelen en groenten)
naar Broekerhaven te laten brengen. Verschillende Andijkers hebben voor dit
vervoer gezorgd.
De wapens werden dan onder in het schip of op een andere vernuftige plaats verborgen,
waarna het verder werd volgeladen met voedselprodukten.
Deze transporten leken onverdacht, omdat bij het inladen politiemensen uit Enkhuizen
die aan de goede kant stonden aanwezig waren, alsmede enkele C.C.D.-ambtenaren.
Enkele mensen uit het L.O.-verzet hadden persoonlijk een vuurwapen,
maar dit waren uitzonderingen.