» Historie
» Beknopte Kroniek der Gemeente Andijk
» 4
» Pagina 32-33
Een andere ramp, die eigenlijk aan deze stormramp voorafging en die we dus eerst hadden moeten
behandelen, want hij vond plaats in de winter van 1890-1891 was de ijsschuiving.
Genoemde winter was zeer streng, dat herinneren de oudsten onder U zich zeker nog wel; 't was in
één woord “Een barre winter.” Op oudejaarsdag had het zeeijs nabij de
Fluithoek een dikte van ongeveer een meter. In de nacht van 14 op 15 januari heeft er een grote
ijsschuiving plaats gehad, die in een schilderstuk vereeuwigd is. (Dit schilderij, geschilderd door
Jan de Haas, een Andijker, hangt in het raadhuis te Enkhuizen. Waarom niet in Andijk?). Aan de
Oosterdijk kwam een ijsplaat van 1 meter dikte over de dijk schuiven, drukte het ijzeren hek voor de
openbare school geheel weg en een gedeelte van de schoolmuur naar binnen.
In de nabij gelegen smederij van C. Smit, waar men gezellig zat te kaarten
toen die plaat aan kwam schuiven, moest de kaartclub haastig de vlucht
nemen. Door het omvallen van de lamp en de kachel brandde het huis geheel af.
Op andere plaatsen kwam het ijs hoog op de dijk te liggen, daar de
schotsen op elkander schoven. Bij de Geuzenbuurt lag het ijs zo hoog op de
dijk dat, toen er een rijpad doorgegraven was er van een paard en wagen,
dat daar door heen reed, niets te zien was. Het eerste opruimingswerk van
het ijs heeft ƒ 700,- gekost; de rest is daarna in 19 percelen aanbesteed voor ƒ 800,-.
De ramp van januari 1916 hield echter zulk een nauw verband met onze beschrijving van de dijken, dat we hem daarom het eerst behandelden.