» Historie » Beknopte Kroniek der Gemeente Andijk » 13 » Pagina 94-105
Van 1812 dateert een Franse rekening en omdat “onderwijs” ook hier zijdelings in betrokken is, plaatsen we haar hier onder. Het is een rekening met verantwoording van Klaas Singer, gemeente-ontvanger te Wervershoof met onder andere de volgende salarisopgaven.
schoolmeester vroedvrouw onderhoud en luiden torenklokken nachtwacht brandwacht onderhoud school in Hoog en Laag Zwaagdijk politieagent |
ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ |
109,20 126,00 13,65 86,96 12,60 13,13 30,77 |
Totaal, op jaarbasis, welke uitgaven met nog enkele (ongenoemd) in het jaar 1811 een tekort gaven van ƒ 136,25. |
ƒ | 392,31 |
Tableau van de schoolonderwijzers in de gemeenten Andijk en Wervershoof (kanton Grootebroek, arrondissement Hoorn, departement Zuiderzee)
Naam | voornaam | leeftijd | gehuwd | kinderen | leerlingen |
Brugman |
Maarten |
45 jaar |
ja |
zes |
in de hele kost |
Herman | Cornelis | 43 jaar | ja | zes | in de hele kost |
Sas | Anthonie | 34 jaar | ja | een | geen |
De twee eerstgenoemde onderwijzers zijn aan een zogenaamde kerkeschool; de eerste te Andijk, de tweede te Wervershoof, de derde is aan een bijschool te AndiJk. Maarten Burgman, ook voorgedragen voor gemeente-ontvanger, verdiende ƒ 150,- per jaar; de veldwachter destijds, Teunis Vlam, ontving ƒ 70,- per jaar en was tevens bakker (zeker wel nodig).
Nog een staaltje. | ||
leerlingen in de hele kost | dagscholieren | schoolgeld per maand |
geen | 60 | lezen 2 stuivers schrijven 2 stuivers cijferen 6 stuivers |
Onderhoud van onderwijzers en scholen ƒ 225,- per jaar.
Hieronder volgt iets over het onderwijs in Andijk en de ontwikkeling
daarvan in de laatste 125 jaren. We weten allen dat Karel de Grote
reeds scholen liet bouwen, waarbij de gedachte voorzat, niet alleen
de jonglingschap van goede huize gelegenheid te geven zich te
bekwamen voor een voor hun stand passende positie, of de meer
godsdienstig aangelegde mensen, om zich aan het priesterambt te
kunnen wijden, nee, hij wilde ook het volk, de grote massa, minstens
lezen en schrijven laten leren. Hoe bitter zal die vorst teleurgesteld
zijn in de uitslag van zijn goede bedoelingen. Het volk voelde niets
voor ontwikkeling. Uit de bijbel vertelde hem de priester; de boeken
die geschreven waren bestonden volgens hen slechts voor geleerde
mensen en kranten en tijdschriften bestonden niet. Wat had je er dus
aan om te kunnen lezen en schrijven? De familie woonde dicht bij elkaar zodat
brief schrijven niet nodig was. En was er eens een of ander lid van
huis, dan kwam er te eniger tijd wel een mondeling bericht van hem
door een bekende. Schrijven was dus helemaal overbodig.
En rekenen? Ze dreven over het algemeen ruilhandel; kan je daarmee
goed terecht, welnu dan rekende je best. De scholen, we zouden het
openbare scholen kunnen noemen, waren dus na Karels dood óók
spoedig dood. De priesterscholen bleven bestaan. Daarnaast kwamen
enkele door particulieren gestichte inrichtingen van onderwijs en
de later opgerichte latijnse scholen (gymnasia enz.) In het begin van
de negentiende eeuw kwam de grote ommekeer, ook voor Andijk. Doch we
willen U eerst nog even vertellen, dat Andijk zeker niet achter was,
ook op het gebied van onderwijs. Uit betrouwbare bron lazen we, dat
reeds in het jaar 1700 een zekere heer Jan Cornelis Kaagman uit
Wijdenes naar Andijk is gekomen en in het lange huis op de Munnikij
onderwijs gaf aan ieder die dit wilde volgen.
Het zal de arme man wel even slecht vergaan zijn als zijn koninklijke
voorganger. Het onderwijs was immers niet verplicht; de leerlingen kwamen
als vader en moeder hen konden missen, en dat was zelden, want had
vader hen niet op het land nodig, dan kon moeder ze in de huishouding
gebruiken. De meisjes bleven om bovenstaande reden geheel van
onderwijs verstoken. We zeiden reeds, dat waar kloosters waren ook
priesterscholen bestanden: zo ook in Andijk. Want niet alleen in de
plaats zelf maar ook in de omgeving bevonden zich kloosters Na de
hervorming stichtten ook de protestanten kerkescholen en zulk een inrichting
had Andijk in het oostelijk deel van het dorp, bij verkorting
Oosterdijk genoemd. Dit kerkeschooltje verhuisde ongeveer 100 jaar geleden
van de kerk naar de Kathoek en werd -als destijds vele huizen- tegen
de dijk gebouwd. In de winter van 1890-1891 door het zeeijs
beschadigd, sleepte het zijn bestaan voort tot 1920, toen
burgemeester P. Groot Jzn. op 6 september de eerste steen legde voor
het prachtige moderne schoolgebouw dat een sieraad werd voor de gemeente.
Een gebouw van vier lokalen, waarvan één voor gymnastiek.
Andijk, dat zoals gezegd, zijn naam ontleent aan zijn ligging langs de
dijk die het beschermt, is daardoor zeer in de lengte gegroeid en
is zo dus een wat men noemt, langgerekt dorp geworden. Die uitbouw is
oorzaak, dat de ingezetenen van Oost en West ver van elkaar wonen,
wat vooral voor het bezoeken van kerk en school zeer veel
moeilijkheden opleverde. Door deze toestand ontstond behoefte aan
kerken en scholen aan beide uiteinden, ja zelfs in het midden. In
West (afkorting) bestond ook reeds vroeg in de 19e eeuw een kleine
school, namelijk vlak bij de Buurtjeskerk, die aan de Dijkweg staat
en van 1667 dateert. Dit schoolgebouwtje werd bouwvallig en verdween,
maar op dezelfde plaats word omstreeks 84 jaar geleden de eerste steen gelegd
door de moeder van de heer D. Kool, toen nog een heel klein meisje, dochtertje
van de heer Kooijman. De school staat gedeeltelijk
tegenover de straat die tussen de kerk en de oude begraafplaats
doorliep en het schoolhuis tegenover de begraafplaats. Het was een één
lokaal school. Deze school werd ook bouwvallig (wat had men in die
tijd toch weinig geld voor scholenbouw over) en moest in 1905 plaats maken voor een kaasfabriek.
Deze onderneming had een kortstondig bestaan; er was behoefte aan een
school -waar men zich in die korte tussenliggende tijd met onderwijs
geven beholpen heeft weten we niet- maar de historie zegt dat de
fabriek weer omgebouwd werd tot een natuurlijk één lokalig
schooltje. Wat niet te bejammeren was, moest ook dit gebouwtje bij de dijkverzwaring
als zovele huizen zijn plaats daarvoor afstaan. Nu was goede raad
duur. Weer een school bouwen op dezelfde plaats? Daardoor verkreeg
men wel een zeker dorpscentrum, maar het ene gebouw stond eigenlijk
het andere in de weg. Het geheel maakte daardoor een benauwende
indruk en belemmerde in hoge mate het verkeer. Ook hier kwam de
vooruitziende geest van burgemeester Groot te hulp. Deze sprak: Maakt de omgeving
van de kerk ruim en bouw aan de Molenweg een nieuwe school. Dit
geschiedde en op 10 augustus 1920 legde burgemeesters jongste
dochter, toen ruim zes jaar oud, hiervoor de eerste steen. Het gebouw
werd volgens hetzelfde plan als de school op de Oosterdijk voltooid
en Andijk was een tweede sieraad op het gebied van scholenbouw rijk.
Ook Andijk-Midden werd niet vergeten. lang had men schoolgehouden
in een lokaaltje dat aan de dijk stand en waarvoor Aagje Kooijman,
oudste zuster van mevrouw Kool -zie hiervoor- ongeveer honderd jaar
geleden de eerste steen legde. Dit gebouwtje was een veertig jaar
later bouwvallig, zodat een zestig jaar geleden een eveneens één
lokalig schooltje wat verder van de dijk gesticht werd. Het waren echter alle lapmiddelen.
Maar burgemeester Groot wees ook hier de weg en op zijn advies werd
een drie klassige, zeer moderne school ontworpen, waarvoor mej. B.
Statema, onderwijzeres van de school op 13 september 1928 de eerste
steen legde. Ook de meer godsdienstig aangelegde mensen bouwden hun
scholen en zo werd voor de Gereformeerde school de eerste steen
gelegd door de heer Teekens, hoofd der school, op 23 juli 1914 en
voor de school met de bijbel deed de heer Gerrit Prins op 20 oktober 1939 datzelfde werk.
Bovendien bestaat, hoewel op initiatief van de heer de Boer het hoofd van
de christelijke school gesticht, een voor alle meisjes van Andijk
te bezoeken nijverheidsschool, waar prachtig onderwijs wordt gegeven,
terwijl voor de jongelui gelegenheid bestaat om 's winters
landbouwonderwijs te ontvangen of door in Hoorn te tuinbouwschool te
bezoeken, hun vakkennis te verrijken. In de latere jaren zijn veel
Andijker jongelui hun kennis gaan vermeerderen door het bezoeken van Mulo-scholen
of de H.B.S. Ja zelfs waren sommigen hunner hiermee niet tevreden en
lieten zich als student aan de universiteit van Amsterdam inschrijven,
zodat Andijk onder zijn vroegere plaatsgenoten een dr. in de wis- en
natuurkunde en een econoom telt, die een waardige plaats in de
maatschappij innemen. Jammer genoeg heeft de vreselijke oorlog van
1940-1945 de nog niet afgestudeerde jongelui zeer in hun plannen
gedwarsboomd, maar we hopen dat ze niet zullen versagen en toch hun
doel zullen bereiken. Meen nu niet jongelui van Andijk dat Uw plaatsgenoot
die een universitaire titel behaalde, meer voor Uw gemeente betekent
dan jullie. Jullie allen zijn nuttig en nodig op de plaats die jullie
innemen, mits je slechts zorgt een sieraad op die plek te zijn. Dan
kan ook van de eenvoudige een roep tot ver buiten de grenzen van uw
vaderland uitgaan. Denk aan Willem Beukelsz van Biervliet en anderen uit de vaderlandse geschiedenis.