» Diversen » Krantenknipsels » Noordhollands Dagblad, 14 mei 2003
Westflinge
In de wekelijkse rubriek Westflinge wordt de schijnwerper gericht op het verleden van West-Friesland,
met een actuele aanleiding. In aflevering 53 een gesprek met Jacques Hooftman uit Wijdenes. Als hobby
richt hij zich vooral op het West-Friesland van de Middeleeuwen.
(Eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad, woensdag 14 mei 2003.)
Van onze verslaggever Ed Dekker
WIJDENES – Een onopvallend tuinschuurtje is het domein van Jacques Hooftman. De 68-jarige
Wijdenesser is daar sinds zijn VUT, negen jaar geleden, vrijwel dagelijks te vinden. 't Praathuis heet
zijn riante werkkamer, naar de Fabeltjeskrant van de tv. Omringd door honderden boeken, dikke ordners,
grote knipselmappen en allerlei computerapparatuur is hij er volop actief met regionale historie. Hij
praat er als het ware met Middeleeuwers.
Met zijn liefde voor de geschiedenis van West-Friesland is Jacques Hooftman in de voetsporen getreden
van zijn schoonvader, Piet Kistemaker. Deze Andijker is in 1994 overleden op 92-jarige leeftijd. De
kruidenier heeft in vele publicaties en andere activiteiten ruimschoots getuigd van zijn kennis van
het verleden van de regio. Schoonzoon Jacques is verder gegaan waar Kistemaker is gestopt.
Negen jaar
geleden had Jacques Hooftman nog niets speciaal met regionale historie. Het is te danken aan zijn
aangeboren nieuwsgierigheid dat hij waarschijnlijk aan het einde van dit jaar de Koninklijke Bibliotheek
van Brussel digitaal kan verblijden met belangwekkende informatie over Hollands Noorderkwartier en
andere delen van noordelijk Nederland.
Zo'n schijfje met onvermoede resultaten van uitgebreid eigen onderzoek kunnen ook het Westfries
Archief te Hoorn en het Regionaal Archief te Alkmaar verwachten. Zie hier in een paar regels jarenlange
noeste arbeid van de Wijdenesser samengevat. Arbeid dat hij voornamelijk in het tuinschuurtje, zijn
Praathuis, heeft verricht.
Er was dus nog niks bijzonders aan de hand, in 1994. Dat veranderde door de geschiedkundige nalatenschap
van schoonvader Piet Kistemaker. Niemand van de familie interesseerde zich veel in de stapel boeken
en verzamelde documenten over de historie van West-Friesland. Drie volbeschreven schriftjes maakten
Jacques Hooftman nieuwsgierig. Jacques, getrouwd met Trees Kistemaker, ontdekte dat zijn schoonvader
uit volslagen onbekende bron allerlei historische wetenswaardigheden in het Latijn had overschreven
en dat de autodidact zelf de teksten had vertaald. De schoolschriftjes waren voor Jacques –
jarenlang gewerkt in de proces-techniek – het begin van een onverwacht nieuwe invulling van zijn
leven. Na een cursus Latijn en paleografie (oud-schrift), langdurig snuffelen in boeken en databases
en veelvuldige contacten met gelijkgestemden leidden de schriftjes naar een bijzondere uitgave van de
Wijdenesser: een inhoudsopgave van het archief van de Abdij van Egmond over de jaren 863-1464. De
inhoudsopgave op zich biedt al veel informatie.
De Abdij van Egmond vormde geruime tijd het centrum van de macht in een flink deel van het huidige
Nederland en is ook voor de historie van West-Friesland van groot belang geweest. Via Jan Lute,
beheerder van de Historische Bibliotheek Egmond, belandde Jacques Hooftman vervolgens in Brussel.
„Daar, in de Koninklijke Bibliotheek, ging er een wereld voor mij open. Ik noteerde de titels
van alle stukken die van groot belang zijn voor de geschiedenis van ons gebied. Brussel was jarenlang
onze hoofdstad. Er is nog veel te weinig gedaan met informatie die daar is te vinden.”
Hooftman, ruim twintig jaar geleden in Wijdenes gekomen, stuitte in Brussel onder meer op een handschrift
van een zekere Ferdinand van Hamme.
„Deze man heeft eind zeventiende eeuw een genealogisch overzicht gemaakt van Noord-Nederlandse
adellijke families, zoals Brederode, Teylingen en Van der Duyn. Ook West-Friesland komt aan bod, hoewel
onze streek geen adel kende.”
Al zeven jaar is Hooftman bijna dagelijks bezig met het bijzondere document, dat Van Hamme schreef
deels in het Latijn en deel in Oud-Frans.
De Wijdenesser wil het toegankelijk maken voor algemeen gebruik. De klus is voor een groot deel geklaard.
Hij ontdekte in het handschrift ook Dirk Haronis, de eerste hertog van West-Friesland.
Deze Dirk Haronis, van Friese afkomst, stichtte volgens Hooftman rond het jaar 300 Medemblik in een
geheel verlaten gebied. „Ook maakte hij de omgeving geschikt voor nieuwe ontginners. Vier gezellen
van hem vestigden zich op verschillende plaatsen in West-Friesland.
Dat gebeurde in Opdike (het huidige Obdam), Wijdenes, Benningbroek en Winkel. Over deze allervroegste
geschiedenis van West-Friesland is nauwelijks iets bekend. Dit is het begin van de vier ambachten van
West-Friesland. Daar wijzen ook vier van de elf Plompenbladen – heraldische voorstellingen –
in de vlag van Friesland op.”
„Dit soort gekke dingen kom je tegen. Dat vind ik heel leuk. Ik richt me vooral op de Middeleeuwen.
Van deze tijd is nog heel veel niet bekend, terwijl er wel veel bronnen zijn. Het boeit mij om daarmee
bezig te zijn.”
Ook heeft hij de Necrologium Egmundense toegankelijk gemaakt, de dodenlijst die de Abdij van Egmond in
1530 heeft opgesteld. Voor genealogen die verder terug willen gaan, is dit een belangrijke bron. Zo komt
daarin voor een zekere Arnold, genoemd Wijdenes. Hij vermaakte de abdij jaarlijks tien schellingen.
„Het moet een vooraanstaand man zijn geweest. Ik hoop meer over hem te vinden.”
Foto nog niet beschikbaar.
Jacques Hooftman in zijn domein. Van buiten een tuinschuurtje, van binnen een riante werkruimte.
Met in de computer een database met bijna zevenduizend records over waar welke informatie over de historie
van West-Friesland is te vinden. Foto Theo Groot