„Boemm ... !”
Daar dreunt een schot achter de dijk ...
Hoor, weer: „Boem, boem-re-boem boem !”
Goedgeteld zijn het er vijf!
De bewoners van de Bakkershoek kijken in elkaar eens aan ...
„Tie weerskoen, zok skieten ... midden-oppe-dag ...”
Een paar rappe gasten hollen naar boven om eens te zien wat dat geeft.
Niets van beteekenis ... De zee is op dezen zesden Augustus 1717 zoo blank als
een spiegel en er is waar weinig „schipvaert” ...
Een stuk of drie jachten ... De twee die langzaam naar het Noorden afdrijven
hebben wel wat vreemde vlaggen op, maar och, wat vlaggen waaien er soms al niet
bezuien de Kreupel? ... Dus dalen de kijkers weer af.
Waren ze een goed uur eerder boven dijk geweest, dan had een kleurig spel hen
zeker geboeid. De drie jachten lagen toen nog wat dichter onder de wal en met
dit prachtig zomerweer was er duidelijk te zien wat er aan boord gebeurde. Eén
van de jachten voerde de vlag van de V.O.C., de machtige Oost-Indische Compagnie,
boven den fraai gebeeldhouwden spiegel ... Het was een jacht van den Equipagemeester
ter Admiraliteit van Hoorn. Een zeer deftig gezelschap was daar aan boord: Mr.
Dirk van Foreest, Burgemeester der Stede Hoorn en Bewindhebber van de V.O.C.,
Mr. Hendrik Carbasius, Mr. Joan Deutel en de Heer Francois Ewoud Spiering ...
Heeren met klinkende namen alzoo die in de goede stad Hoorn „de lakens
uitdeelden”. Ze kwamen juist terug van een „speelreisjen” naar
Texel. Daar was een rijk bevracht retourschip uit Oostinje op de reede gekomen
en nu moest Mr. Foreest er heen om het scheepsvolk „af te zweeren”,
d.w.z. van hun eed te ontslaan. Ter hoogte van Broekoord ontmoeten zij de andere
twee jachten ...
Wie zou er het eerst de vlag gestreken hebben, de mmachtige Heeren van de rijke
Oost-Indische Compagnie ... of de Machtige Czaar aller Russen ... ? Want hij was
het ... Peter de Groote, van het huis Romanoff ... Vadertje Czaar van millioenen
Russen .. die met de Czarina en den Czarewitch (in het Hollandsch: „die
jonghe Prince”) een reis naar Holland had gemaakt en nu naar zijn Rijk
terugkeerde in twee jachten, edelmoedig aangeboden door het EdelMogend College
van Amsterdam ...
Dit was de tweede reis die Peter naar Holland maakte ...
Twintig jaar geleden was hij hier ook geweest. Toen was hij nog jong en geestdriftig!
Het onmetelijke rijk waarover hij pas heerscher geworden was, vond hij achterlijk
en traag ... De logge Russische beer kon niet meekomen met de Hollandsche leeuw,
met luipaard van Brittanje, met de zwarte adelaar van Pruisen, met den Gallischen
haan ... Rusland kwam achteraan ... Dat moest anders! Rusland moest vooruit!
Peter wilde zijn land hoog opstooten in de vaart der volkeren ...
In de gouden eeuw was Holland het lichtend voorbeeld ... dus moest Rusland naar
Hollandsch voorbeeld hervormd. Met 270 man kwam Peter in 1697 naar Holland ...
Om de kunst af te zien met gekruiste armen? Neen, om te werken! Zelf gaf hij
het voorbeeld: als gewoon scheepstimmerman nam hij dienst op een Zaanschte werf ...
En de 269 anderen, waren ook niet mee om te kijken! Werken was er geblazen! Rusland
moest vooruit! Een nieuwe hoofdstad moest er gebouwd! Moskou lag veel te diep
het land in, van de zee af ... De zee bracht welvaart! Lag het machtige Amsterdam
ook niet aan de zee ? ...
Een nieuwe stad verrijst uit de moerassen. een stad aan het water, aan de Newa
... aan de Oostzee ... Petersburg zal de naam van de nieuwe hoofdstad zijn! Maar
met een stad alleen is hij niet klaar! Schepen moet hij hebben ... en scheepsvolk
... masten en zeilen ... touw- en breeuwwerk ... kartouwen en kogels ... kruit
... Rusland moet machtig ter zee worden als Holland ... als Albion Holland levert
dat alles, er wordt best aan verdiend! Holland is warm bevriend met den Czaar ...
Daarom laat Peter zich nu, Augustus 1717, naar het jacht van de Heeren Foreest
c.s roeien. Een goed uur onderhouden de Heeren zich met elkaar ... Ze heffen
de kristallen glazen met den fonkelenden wijn hoog . . en klinken op de gezondheid
en bet lange leven van den Czaar ... van de Czarina ... van den Czarewitch ...
van de Heeren Zeventien ... op het welvaren van de beide landen.
Na het onderhoud roeit de sloep naar de Amsterdamsche jachten terug ... Peter
de Groote vertrekt naar zijn nieuwe stad aan de Newa ... „wordende bij
zijn afvaren gesalueerd door vijf kanonschoten ...” die verklinken tegen
de oude Noorderdijk ... Statig drijven de twee jachten zeewaarts ...
— — — — — — — — — — —
Twee eeuwen later . .. Van de transen van Petersburg waait een nieuwe vlag.
De vijfpuntige ster met sikkel en hamer zijn de emblemen van het nieuwe rijk.
Het oude heeft afgedaan ... De laatste herinneringen aan het huis Romanoff worden
weggevaagd ... Zelfs de naam wordt uitgewischt. De stad aan de Newa zal niet
langer Petersburg heeten naar den vroegeren monarch ... maar Leningrad ... Sic
transit gloria mundi ...
(Vrij naar C. A. Abbing: „Kroniek van Hoorn”)
Piet Kistemaker