» Diversen » Gedenkboek Hoogkarspel 1940-1945 » Pagina 30-31
Zr. M. Bührmann
Reeds vóór de oorlog werd hieraan speciale aandacht besteed en werden vele bepalingen
en maatregelen getroffen. Zo b.v. de eerste cursus voor E.H.B.O., die in combinatie in Westwoud door
wijlen Dr. Wytema gegeven werd. De deelnemers werden opgeleid, niet voor de aardigheid iets van E.H.B.O.
te weten doch om ons in nood bij te staan. Onder "nood" verstonden we niet alleen een bominslag
of vliegtuigongeluk, neen, ook voor andere diensten moesten zij gebruikt kunnen worden. Daarom volgde
achter de E.H.B.O. voor de dames een beknopte cursus voor huishoudelijke ziekenverpleging.
Wij wisten, dat ons gebied voor 't ontvangen van evacué's in
aanmerking kwam. En wat zou er van de gezondheidszorg terecht komen
als onze bevolking met de helft vermeerderd werd en zieken en
gezonden bij elkaar in moesten wonen? Ziekenhuizen hadden we niet;
deze werden door 't Rode Kruis gevorderd. Dus was voor ons 't plan
gerezen om een noodhospitaal in te richten. Want zoveel mensen bij
elkaar brengt ziekte mee en volgt er heel gauw besmetting. Dus zou
't erg goed geweest zijn om alle zieken naar een centraal punt over
te brengen.
Wat nu is gedaan om ziekten te voorkomen? Reeds vóór de oorlog
zijn alle schoolgaande kinderen ingespoten tegen roodvonk en
diphterie, wat betekent dat een eventuele epidemie een zo gering
mogelijk aantal slachtoffers zal vragen. Enige tijd later, toen in
een naburige gemeente plotseling enkele gevallen van diphterie
voorkwamen, zijn wederom de kinderen ingeënt en was de gelegenheid
voor de andere gemeentenaren hiervoor opengesteld. Slechts weinigen
maakten hiervan gebruik.
In andere plaatsen werd de inenting tegen roodvonk en diphterie en
ook tegen typhus verplicht gesteld. Na elke prik werd dan een
stempel op de stamkaart gegeven. Gelukkig is dat hier niet nodig
gebleken.
Het gebrek aan levertraan werd nijpend. Gelukkig werd hierin ook
voorzien. De gehele oorlog door werden er vitamine-tabletten
uitgereikt aan kinderen van 3 maanden tot 3 jaar en zwangere
vrouwen. Dit was vitamine D. Vitamine C ontvingen de kinderen op
school. Jammer dat de meeste mensen tegenover iets wat gratis
verstrekt wordt en vooral in die tijd, zo sceptisch staan.
De ziekte, die erg om zich heen greep, in deze jaren was de scabies.
Vooral in de tweede helft van de oorlog. Hiervoor moest een
bestrijdingsmiddel gevonden worden. De vroegere kuur van 3 x smeren
en voor en na een flink reinigingsbad was onuitvoerbaar. Gelukkig
kwam er een zalf waarmee men slechts één keer ingesmeerd behoefde
te worden en dan van die ondragelijke jeuk verlost kon zijn. Vele
mensen hebben een nacht en een dag met een vet huidje rondgelopen en
helaas, nu, na de bevrijding, zijn we er nog niet van verlost.
Het voorkomen van luizen was tijdens de oorlog veel veelvuldiger dan
ervoor. Kammen en reinigingsmiddelen waren schaars, zodat 't de
aandacht van de geneeskundige inspectie getroffen had. Zij stelde
een mengsel ter beschikking om de hoofden mee in te smeren. Ook
werden er aan de wijkverpleegsters stofkammen gegeven, die minder
duur waren dan in 't "zwart", zodat ook de minder
bedeelden de strijd hiertegen konden aanbinden. Later zijn we aan 't
experimenteren gegaan en namen "Gevarol" ter hand, het
bestrijdingsmiddel tegen plantenluizen. De uitslag was reusachtig.
Na de bevrijding bleek dat D.D.T. (gebruikt in het Amerikaanse
leger) oorspronkelijk van dezelfde fabriek afkomstig was als
Gevarol.
Over de tuberculose kan niet voel goeds vermeld worden. Iedereen
weet dat deze ziekte om zich heen greep en slachtoffers maakte. De
bestrijding er van was in die dagen erg moeilijk, want uitzending
was niet mogelijk. Zoveel mogelijk trachtten we in onze eigen
omgeving deze ziekte te onderdrukken. Hier konden we ten minste nog
aan melk e.d. komen. Maar thans nemen we deze strijd weer ter hand
met volle kracht.
Het enige voordeel dat de oorlog hierin bracht is, dat thans bij
vrijwel iedereen 't besef is wakker geroepen om mee te strijden
tegen deze "Volksvijand no. 1".
Ons noodhospitaal heeft slechts kort z'n werk gedaan, maar we mogen
daar toch met genoegen op terug zien. Alles zag er netjes uit, dank
zij de goedwillende medewerking van allen, die zo belangeloos hun
goederen aan ons in bruikleen afstonden.
Ik wil dan ook besluiten met langs deze weg al degenen, die ons
hiermede hielpen en al degenen, die ons in 't noodhospitaal of met
de was hielpen, heel hartelijk dank te zeggen. Het was voor mij een
grote steun.