Kistemaker

Thuis » Diversen » Gedenkboek Hoogkarspel 1940-1945 » Pagina 32-33

12. De distributie

M. Kuin-Schipper

Wanneer er een woord is, dat vele onaangename herinneringen oproept aan de bezettingstijd, dan is het ook zeker het woord distributie. In de meest optimistische betekenis vat het samen: billijke en rechtvaardige verdeling van de aanwezige goederen; de werkelijkheid is slechts het constateren van een tekort hieraan, welk tekort na verloop van tijd een ontstellende omvang aanneemt.

Oorspronkelijk was de ambtelijke organisatie als volgt: de centrale instelling, het centraal distributiekantoor; de rayonvertakking, het kringkantoor; en de plaatselijke afdeling, het agentschap. De agentschappen waren gevestigd op de gemeente-secretarieën. De eerste agente in Hoogkarspel was Mej. Afra Schipper Kd, die na haar huwelijk werd opgevolgd door Mej. A. Smit Wd.

De omvang van de distributie was toen nog zodanig, dat het grootste gedeelte der werkzaamheden door één persoon kon worden.verricht. Met het opleggen van enkele beperkingen door de huisvrouw kon over het algemeen in de redelijke behoeften worden voorzien.

Geleidelijk aan werd de situatie echter slechter, soms bijna onmerkbaar. Een voorbeeld hiervan was de invoering van de boterdistributie. Volgens de courantenberichten waren de voorraden boter dusdanig, dat de margarine zoveel mogelijk uit de keuken diende te verdwijnen om voor dit echt hollandse natuurproduct plaats te maken. Voor minder gegoeden werd zelfs reductie gegeven.

Veelevering en verwerking van de boter tot andere smeermiddelen deden de boterpositie echter spoedig veranderen. Met de andere consumptie-goederen, vooral ook met textiel, ging het al niet veelbeter.
Het ene product na het andere werd tot distributie-artikel verheven. De surrogaten trachtten de tekorten op te heffen, doch spoedig waren dit de enig verkrijgbare artikelen en werden dan eveneens in de distributie opgenomen, zodat uiteindelijk niets bonvrij was. Door deze uitbreiding nam het distributieapparaat steeds groter vorm aan. Het voor het publiek zo gemakkelijk bereikbare en vertrouwde agentschap wat met kennis van plaatselijke toestanden zeker goed werk deed, moest verdwijnen.
De centralisatie deed ook hier haar ingang en het publiek werd voortaan rechtstreeks vanuit het kringkantoor Venhuizen bediend.
Gedurende geruime tijd bleven de rantsoenen aardig stabiel ofschoon bij vergelijking na een jaar steeds een ongunstig resultaat werd verkregen. In deze periode (ongeveer 1942/1943) kwam er voor de goede vaderlanders onder het distributiepersoneel een nieuw emplooi bij. Zij moesten stamkaarten en bonkaarten ten behoeve van de onderduikers vrij maken, dus eigenlijk frauderen. Door zeer velen werd hieraan medegewerkt, en het is dan ook vooral dank zij hun hulp, dat deze grootse vorm van verzet tegen de bezetter in stand kon blijven.

Natuurlijk mocht niet worden verwacht, dat dit werk door de Duitsers onopgemerkt zou blijven en deze ontwierpen dan ook met medewerking van Nederlandse instanties een systeem waarmede, naar zij dachten, de bonnenvoorziening der onderduikers als een kaartenhuis in elkaar zou zakken: de invoering van de 2e distributiestamkaart. Inderdaad bracht deze maatregel beroering onder de bevolking en niet in het minst onder de onderduikers. Toen echter in Februari 1944 met de uitreiking werd begonnen, hadden de Hollanders de vermeende slimheid van de Duitsers doorzien en een goed uitgedachte manier van ontduiking der voorschriften klaar. De samenwerking tussen distributiekantoor, en gemeente-secretarie was uitstekend met het gevolg dat vele stamkaarten voor onderduikers vrij kwamen.

Ten einde de zaak te completeren werd in Maart 1944 een overval gepleegd op het distributiekantoor te Venhuizen, waarbij de gehele kluis met distributie-materiaal werd leeggehaald. Door een misverstand werd hierbij een politieman aangeschoten hetgeen gelukkig goed is afgelopen.

De Septemberdagen 1944 volgden, met alle hoop dat de schaarste aan goederen nu spoedig zou zijn afgelopen. Niets werd echter minder waar. Nu pas begon de grote ellende en werd het woord distributie een aanfluiting, daar er niets meer te distribuëren viel.

Eind September 1944 werd nogmaals door de K.P. een overval op Venhuizen gedaan, en wederom met volledig resultaat, terwijl ondanks alle dreigementen weer nieuwe bonkaarten voor de bevolking werden aangevoerd.

In October was de boterpositie zo slecht, dat voor volwassenen geen boterbon meer werd aangewezen, terwijl in December, uitgezonderd enkele zieken, de boter voor niemand meer beschikbaar was. Ook de overige voedingsmiddelen, waaronder vlees, gingen dezelfde weg op.

In het voorjaar 1945 bestond de bonaanwijzing uit 50 gram vlees, 800 gram brood en een handvol aardappelen, die niet te krijgen waren!! De voorraden waren uitgeput, en de productie stond stil. Het zal begrijpelijk zijn, welke droevige toestanden hierdoor ontstonden. Honger, in de volstrekte betekenis, heerste in het niet-bevrijde deel van Nederland.

Het werk van de distributiedienst was in deze tijd dan ook practisch nihil. Slechts enkele toewijzingen voor de centrale keuken, alsmede een paar bonnen voor zieken werden nog uitgereikt. De zittingsdagen in Hoogkarspel werden pro forma gehouden en wel in de burgemeesterskamer, waar nog slechts de secretaris Hellinga als enig overgeblevene van het ambtenarencorps bij het door Stroomer opgestookte kacheltje aanwezig was.

Op een dezer dagen, terwijl de bovengenoemden juist gearriveerd waren, stormden gewapende mannen in overall binnen. Onder bedreiging met een revolver wilde men eerst de aanwezigen in een grote kast opsluiten, doch toen bleek, dat deze van legplanken voorzien was, kon deze vertoning achterwege blijven. Het bleek dat het doel van de komst deze heren het gemeentestempel was, hetwelk gebruikt moest worden voor de afgifte van valse persoonsbewijzen. Toen dit geïncasseerd was, bestond er verklaarbare belangstelling voor de kist met bonnen, welke eveneens in de zak verdween. Minder verklaarbaar was echter het wegnemen van de actetas van de secretaris, alsmede een rek met stempels, welke in het geheel geen waarde hadden.

Met de bevrijding werd een nieuwe distributieperiode ingeluid, ditmaal tot vreugde van de bevolking, aangezien thans voldoende hoeveelheden levensmiddelen werden toegewezen.

Voor verschillende distributie-ambtenaren bleek het eerst moeilijk aan deze weer normale tijden, waarin voor fraude geen plaats meer was, te gewennen. Dit kwaad is echter spoedig uitgeroeid, zodat zeker met achting over het werk van deze ambtenaren dient te worden gesproken.

Nog steeds is er een distributiestelsel en laten de rantsoenen te wensen over, hetgeen zal blijven zolang de economische verhoudingen in de wereld niet normaal zijn. Dat dit spoedig wel zo moge zijn is ieders wens.


Bovenstaande tekst is overgenomen uit het
"Gedenkboek" Hoogkarspel 1940-1945, uitgegeven in 1947.

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk