» Diversen » Gedenkboek Hoogkarspel 1940-1945 » Pagina 56
J. Kes
Op een nacht in October 1944 werd mijn kostbaas C. van 't Hoff uit zijn bed geklopt door twee zoons
van W. Wagemaker. Zij moesten de politie hebben, want er waren bussen, aan parachutes bevestigd, bij
hun woning neergevallen. Zij wisten niet wat die bussen bevatten en waren nogal nerveus. Vader Wagemaker,
had aan een parachute getrokken en toen was er iets omgevallen; hij dacht dat het een kerel was en was
weggevlucht. Van 't Hoff, die wel het een en ander van droppings afwist, zeide hun dat ik in de woning
bij het raadhuis sliep en als ik niet te vinden was moesten ze maar naar Bier-Smit gaan.
In de vroege morgen werd zo aan Stein en mij medegedeeld, dat er tonnen wapens omlaag gekomen waren.
Daar wij het beter vonden dat er geen politie bij was, zeiden wij dat ze de bussen maar moesten wegbergen
of zo nodig in de sloot werpen. Te omstreeks 8.00 uur die morgen kwam de waarnemend burgemeester D.
Naastepad ons vertellen dat er enige bussen bij hem op de bouw lagen. Wij begaven ons in gezelschap
van de loco naar zijn bouwland en openden een container, waarin stens en munitie zaten. Naastepad achtte
het gelukkig dat de bussen op zijn land terecht gekomen waren, want als deze wapens in handen van
terroristen waren gekomen, dan was de ramp niet te overzien geweest, zeide hij. Henk van 't Hoff, die
even vóór wij ter plaatse aankwamen enkele containers in zijn schuit gewerkt had, blies
grote rookwolken uit zijn pijp en voer rustig weg in de richting van Westwoud.
De K.P.'er Theo Laagland was ook op het bouwland geweest en had het, om het bergen van de wapens, aan
de stok gehad met het personeel van Naastepad. De loco zei, dat Theo een terrorist was en was voornemens
dit aan de Grüne Polizei mede te delen. Ik raadde hem dat sterk af, daar ik vreesde dat er razzia's
én huiszoekingen uit zouden voortkomen. Ik zei dit ook aan de inmiddels verschenen groepscommandant
H. Keij, die een onderhoud vroeg met Naastepad. Keij zei toen tegen Naastepad dat hij wel zes planken
kon bestellen voor zijn doodkist als hij Theo Laagland aan de Duitsers zou verraden. Op dit gezegde
sprong Naastepad als door een bij gestoken op en zijn gezicht werd krijtwit. Hij gaf toen zijn hand
en beloofde dat hij alles aan de politie zou overlaten.
Op last van Naastepad heb ik de Duitsers die te Enkhuizen gelegerd waren telefonisch op de hoogte gesteld
van de vondst. Kort daarna verschenen er drie Duitsers die de containers kwamen weghalen. Intussen was
er ook een Duits officier verschenen, die aan eerstgenoemden vroeg hoe zij het te weten gekomen waren,
dat die wapens hier lagen. Zij zeiden toen dat de politie opgebeld had. De officier klopte mij op de
schouder en zei: "Das haben Sie gut getan". 200 meter verder lagen 24 containers in de
sloot....