Kistemaker

Thuis » Diversen » Gedenkboek Hoogkarspel 1940-1945 » Pagina 76

27. De verspreiding van illegale bladen

A.M. VAN DULMEN

Het verspreiden van illegale bladen was een moeilijk en riskant werk, omdat de mensen dikwijls meer belang stelden in de bezorgers dan in hetgeen in de blaadjes stond te lezen. Enkele domme Hollanders waren erg nieuwsgierig en spraken graag over hun vermoedens. Dat aanhoudende gepraat kon natuurlijk heel gemakkelijk verkeerde oren bereiken en zo gebeurde het wel eens dat men één of twee weken moest wachten voor het belangrijke nieuws weer kon worden rondgebracht. De meesten waren op de bladen aangewezen, omdat zij hun radiotoestel bij meester Van der Kuur hadden ingeleverd.

We hebben het ook wel meegemaakt dat iemand ons achtervolgde of dat voor een of andere verdachte vreemdeling uitgekeken moest worden. Gelukkig waren we niet schrikachtig en misschien zelfs wel wat roekeloos. Wij riepen in een dergelijk geval een paar K.P.'ers te hulp en als wij een verdacht persoon aanwezen, dan werd deze aangehouden en gefouilleerd, of hij misschien papieren bij zich had van een of andere politieke partij. Tweemaal op één avond is dit gebeurd. Elke avond als wij de illegale bladen rondbrachten zagen wij steeds dezelfde persoon bij ons in de buurt. Daar wij alleen maar gedachten van hem hadden moesten wij hem laten lopen en werd de verspreiding weer voor 14 dagen stilgelegd.

Als het wegbrengen der bladen in spertijd gebeurde moesten we natuurlijk zeer voorzichtig zijn en oppassen dat geen moffen of landwachters ons ontdekten. In de winter van 1944-1945 deed ik het persoonlijk bij voorkeur 's nachts, doordat de toestand zeer critiek was en het risico overdag of bij schemeravond groot. Daar ik aan de centrale keuken werkte, was ik voorzien van een Nachtausweis en was daarmee mooi gedekt.

De illegale bladen werden altijd bij mij thuis gebracht door een koerierster (Elly Smit). Van mij uit werden ze overgebracht naar Zwaagdijk (Pierre) en Westwoud (P. v.d. Heuvel), die op hun beurt er voor zorgden dat het nieuws onder de mensen in hun omgeving kwam.

Voor de keuken werkte ik eigenlijk weinig. Dat was meer camouflage en een middel om de kost te verdienen. De chef-kok, P. Knip, werkte reusachtig mee. Als ik zei dat ik weg moest was dat altijd goed en wanneer ik terugkwam zou hij wel zien. Hij begreep immers wel voor welk doel ik in zo'n geval wegging.
's Avonds om 9 uur luisterden we altijd naar de Engelse zender; de keuken had electrische stroom. Op zekere avond werden we daarbij verrast door iemand die het niet weten mocht. Dat kwam natuurlijk niet goed af. Kort daarna verscheen op een morgen, om half tien ongeveer, de Landwacht. De heren vroegen terstond naar Esser en Van Dulmen, maar die waren op tijd gewaarschuwd en hadden de keuken juist verlaten. Onze kok wist hen van antwoord te dienen en zei, dat wij om groenten uit waren. Zij gingen toen zoeken naar het radiotoestel, maar ook dat was tijdig ondergedoken. Na veel gevloek en geketter verdwenen ze ten slotte, om op andere vangst uit te gaan.


Bovenstaande tekst is overgenomen uit het
"Gedenkboek" Hoogkarspel 1940-1945, uitgegeven in 1947.

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk