» Diversen » Krantenknipsels » 28-6-1977
ANDIJK — Het is zover. Op juli wordt de voormalige vuilnisstortplaats
aan de Horn geopend. De stortplaats, bij de Andijkers beter bekend onder de naam
„De Put”, is na een ware metamorfose omgetoverd in een fraai plantsoen.
Niets herinnert er meer aan dat deze plek jarenlang het eindstation geweest is
voor het afval van de Andijkers. Het geheel mag gezien worden. Op het ruim twee
hectare grote plantsoen zijn wandelpaden aangelegd, die de bezoeker naar verschillende
fraaie plekken voert. Zo is een speelweide voor de jeugd, een plukweide en zelfs
een dierenweide waar het nu al krioelt van de beesten.
Voorts is er een trimbaan aangegd, maar deze is nog niet helemaal gereed. De
trimtoestellen staart er weliswaar al, maar de bordjes waarop aangegeven staat
hoe men ek toestel dient te gebruiken, zullen pas na de opening geplaatst worden.
Het is echter niet het enige wat er nog aan werkzaamheden verricht moet worden
om het geheel compleet te maken. Het gemeentebeuur vond het echter niet juist
om mensen de toegang nog langer te onthouden.
In totaal heeft men zes jaar gewerkt aan hetgeen er nu tot stand gekomen is.
Eerst werd de belt afgedekt met teelaarde, grotendeels afkomstig uit de verkaveling.
Op somige, plekken ligt twintig centimeter teelaarde, maar weer op andere plaatsen
is dat soms anderhalve meter. Na het afdekken van „De Put” is men
met de aanplant begonnen. Nu staan er zo'n driehonderd bomen, waarvan de meeste
populieren, elzen en iepen.
De knotwilgen die de vuilnisstortplaats sierden, zijn behouden gebleven. De wilgen
omzomen het terrein.
De heer Chr. Broekhuizen, waarnemend voorman van de plantsoendienst, vertelde
dat op sommige plaatsen de grond behoorlijk broeit. Bomen die op zo'n broeinest
zijn geplant, hebben echter een goede overlevingskans omdat men juist voor deze
broeiplekken bomen heeft uitgezocht die tegen een stootje kunnen.
Op de dierenweide lopen kippen, een zwart schaap met twee lammeren, krielkippen
met negen pullen, een kameroenbok, dwerggeitjes en grote geiten en een veertigtal
konijnen. Bijna al deze dieren zijn door het personeel van de plantsoenendienst
aangekocht en geschonken aan het plantsoen.
Helaas zijn er ook al vernielingen aangericht door enkele jeugdige bezoekers.
In de schuur die als onderkomen voor het vee dient, zijn zakken voer leeggegooid,
hooibalen stukgemaakt en ook een raam werd ingegooid.
De heer Broekhuizen gelooft dat de vernielzucht van tijdelijke aard is omdat
de jeugd zich in de zomermaanden weer kan richten op andere activiteiten zoals
vissen.
Dat het plantsoen nog niet helemaal afgewerkt is op de openingsdag, ligt aan
de krappe personeelsbezetting van de gemeentelijke plantsoenendienst. Vooral
nu de gemeente er weer ruim twee hectare groen bij heeft om te onderhouden is
uitbreiding van het personeel hard nodig, is de mening van de heer Broekhuizen.
Klik hier voor een grotere versie van onderstaande scan.
(Opent in een nieuw browservenster.)