Kistemaker

Thuis » Diversen » De Speelwagen » 1947 » No. 1 » pagina 3-5

Nieuwjaar

Eerder verschenen in 'De Speelwagen', 2e jaargang, 1947, No. 1, pagina 3-5.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: M. Zwaagdijk.

Men mag van de oude tijd zeggen, wat men wil, maar dit staat vast, dat men in mijn jeugd meer wist van wat men te wachten had in't Nieuwe jaar dan tegenwoordig. Nu bewondert men de weervoorspellingen door de radio, maar die hebben hoogstens op een dag of drie betrekking. Wat betekent dat bij vroeger? Reeds met Kerstmis zei mijn vader, als de rook van zijn sigaar van acht voor een dubbeltje feestelijk door de kamer kringelde en hij naar de besneeuwde velden keek: "Een witte Karstaid - dat is een groene Paas!" En zo gaf omgekeerd een groene "Karstaid" een witte Paas. En als met Nieuwjaar de zon scheen, was het: "Dat geeft een goed vruchtenjaar!"

Moeder had het te druk om voorspellingen te doen. Op de tafel had ze wat centen uit haar "knip" en wat appels uit de niet gebruikte onderkooi gelegd voor de Nieuwjaarwensers. Alleen kinderen van de buren kregen wat, maar de anderen - "deer is gien beginnen an!" Bij troepjes tegelijk kwamen ze aan de deur rinkelen en riepen: „'k Wens je veul zegen in 't nuwe jaar!" "Dank je, 'k wens je 't ok," riep moeder. Zoveel bedelaars! En dat terwijl de burgemeester in 't advertentieblaadje had laten weten, dat in zijn gemeente geen Nieuwjaarwensers "zouden worden geduld". Och, onze vroede vaderen!

Reeds in de vijftiende eeuw waren er dergelijke verbodsbepalingen. Een Hoornse keur uit die tijd verbiedt aan de knechten van de schout "voirtan by den husen gaen om hoir nyejair te eysschen", uitgezonderd bij hen "die in den rechte off in den rijcdoom sijn". Nu, ik verkeerde in zo verre onder dezelfde omstandigheden als "des scouten knechten", dat ik alleen nieuwjaar mocht wensen bij een buurvrouw, moeders vriendin, die eveneens "in den rijcdoom" was. Het resultaat was steeds een kwartje, dat in mijn spaarpot verdween voor een paar nieuwe klompen.

Nieuwjaarsversjes heb ik aan onze deur nooit gehoord. Maar ik weet nog, dat er een in omloop was, dat minder vleiend de wens in een verwensing liet overgaan:

Ik wens je veul zegen in 't nuwe jaar,
M'n hand staat klaar,
M'n sak staat open.
As je niks geeft, kin je nei de bliksem loupe.

Een parodie, die toen ter tijd niet alleen in Noord-Holland bekend was en nog bekend is, luidt:

Ik wens je al wat wenselijk is:
Een bult op de rug, die ordentelijk is;
Niet al te groot, niet al te klein,
Die bult - die moet ordentelijk zijn.

In Baarn heette het terzelfde tijd:

Ik wens je al wat wenselijk is.
Een bochel, die ordentelijk is.
Van achter en van voren
Zo hoog als de Westertoren.

Oudtijds waren Nieuwjaarsliederen deels Kerst- ook wel Driekoningenliederen. Maar de kinderen ontleenden hun poëzie ook aan die uit andere tijden en gelegenheden. Zo is het volgende uit Heiloo (1892) voor een deel overgenomen uit de Westfriese oogstliedjes, gezongen door de kinderen, die op 't laatste voer hooi van 't land naar huis reden:

't Nieuwe jaar is overal;
Paarden en koeien staan op stal.
Varkens liggen achter het schot.
Bessie, pas op je brijpot!
De brij is heet,
Ik zing, dat ik zweet!
Geef mij een duit en laat mij lopen,
Ik heb een touwtje, dat kan ik niet knopen.

Aan de rommelpotliederen herinnert dit uit Wervershoof en Nieuwe Diep (1892):

't Is Nieuwjaar, ik sta hier buiten,
Ik heb een korfje, het wil niet sluiten,
Ik heb een mesje, het wil niet snijden,
Ik heb wel boter, maar het wil niet braden 1,
Ik zie een koekje en ik kan het niet kopen,
Geef me een stuiver en laat mij lopen.

Het volgende, dat in 1892 is opgetekend in Amsterdam en Nieuwediep, was als Nieuwjaarsversje ook in andere delen van ons land bekend. Moeten we in de strijd tussen de bakker en zijn vrouw misschien een symboliek zien van het afscheid van 't oude en nieuwe jaar?

Een, twee, drie, vier, vijf,
De bakker sloeg zijn wijf
Al met een dikke knuppel
Zodanig op haar lijf...
De knuppel wou niet breken,
De vrouw, die wou niet spreken,
De knuppel, die brak,
De vrouw, die sprak,
't Wijf kroop in de oven,
De bakker haar achterna,
Die waren zo bestoven...
Een Zalig Nieuwe jaar!

En dat wens ik de reizigers van „De Speelwagen” eveneens.

M. Zwaagdijk

1 W.F. dialect: breide

 


© 2001-2025 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk