» Diversen » De Speelwagen » 1950 » No. 3 » pagina 70-73
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
5e jaargang,
1950,
No. 3,
pagina 70-73.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: Dr W. E. de Mol.
Onlangs is een zeer belangrijke en merkwaardige verzameling Tulpenbollen uit Holland naar Milwaukee,
Wisconsin, U.S.A., verscheept. Zij bestond uit 461 prachtige, gave, volgroeide bollen, die 102 verschillende
variëteiten, behorende tot zes afdelingen Tulpen, vertegenwoordigen, nl.: Duc van Tol, Enkelbloemige
Vroege, Gevuldbloemige Vroege, Darwin, Gebroken Hollandse Breeder en Gevuldbloemige Late.
Op verzoek van Dr Kurt Wiener, waarnemend president van The Milwaukee Civic Garden Center, werden deze
bloembollen, die vier eeuwen Hollandse bloembollen-cultuurhistorie vertegenwoordigen, door de Hortus
Bulborum te Limmen aan dit Civic Garden Center afgestaan.
Waar komen deze oude Tulpenvariëteiten vandaan? Hoe hebben ze zich in de loop der eeuwen kunnen
handhaven? Deze en dergelijke vragen zullen onwillekeurig bij de belangstellende lezer opkomen. Ik zal
ze kort en duidelijk trachten te beantwoorden.
Allereerst dit, in de jaren van 1908 tot 1918 werd het mij, als zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker,
steeds duidelijker, welk een grote waarde het zou hebben, de oude, niet meer verhandelde cultuurvormen
der bloembollen te bewaren. Op een mijner voordrachten (December 1920 te Haarlem) zeide ik dienaangaande:
„Ik weet, hoe oneconomisch het voor velen uwer zou zijn, een massa dezer oude variëteiten
voort te kweken. Maar dat is ook niet nodig, misschien zelfs niet wenselijk. Het meest practisch zou
zijn, naar het mij voorkomt, indien deze oude beproefde variëteiten verenigd werden in een aparte
tuin, onder de leiding van een bekwaam kweker die sympatiseert met de plannen. Wij zouden, naar mijn
oordeel, goede grond hebben, zo'n stichting een cultuurmonument te noemen.”
In deze oud-Hollandse kweekvormen zouden waardevolle eigenschappen bewaard blijven, welke men later
weer eens mocht terug verlangen en die niet alle in het hedendaagse sortiment weer te vinden zijn.
Men vergete hierbij niet: de siergewassencultuur is aan mode onderhevig. Tevens zouden de jonge kwekers
steeds gelegenheid hebben te aanschouwen, hoe het vroeger geweest was. Bovendien, de betekenis voor
velerlei wetenschappelijk onderzoek. Langzamerhand begint men dan mijn bedoelingen te begrijpen en te
waarderen. Dan, plotseling is het, alsof het denkbeeld van het behoud der oude cultuurvormen in de
lucht hangt. Daar voegt de heer P. Boschman, schoolhoofd en tuinbouwonderwijzer te Limmen de daad bij
het woord en plant een collectie oude en nieuwe Tulpen, hoofdzakelijk voor tuinbouwonderwijsdoeleinden
eerst. Hij vraagt in de vakbladen om hulp. Ik bied ze hem aan. Zo wordt er een band gelegd. In 1937
voegen wij onze collecties samen. Van 1938 afheeft de firma Van 't Hof en Blokker te Limmen ze
woonstêe geboden.
Elk jaar, doorgaans begin Mei, wanneer de Hollandse bloembollenvelden tot volle bloei gekomen zijn,
wordt er te Limmen, de plaats dus van de Hortus Bulborum, een zgn. „bollendag” gehouden.
Deze organiseert het bestuur der Neversie (Nederlandse Vereniging tot bevordering der wetenschappelijke
veredeling van Siergewassen). Van alle kanten komen de bezoekers dan opdagen. Opzettelijk wordt er tot
dat doel een Zaterdagmiddag gekozen. De belangstellenden worden dan onder meer door de fraaie velden
geleid. Eindpunt vormt de Hortus Bulborum. Hier vormen de Hyacinten en Tulpen de voornaamste gewassen.
Een verzameling van honderden variëteiten, van oud tot nieuw. Verder vele variëteiten, welke
door röntgenbestraling blijvend van vorm of kleur zijn veranderd. En bovendien een keur van de
meest vreemdsoortige monstervormen. Waarlijk een collectie, zoals nergens ter wereld wordt aangetroffen.
Voor ingewijden spreekt het van zelf, dat niet alle duizenden soorten, die in de loop der eeuwen het
handelssortiment uitgemaakt hebben, vertegenwoordigd kunnen zijn. Welk een enorme kosten zou dit ook
meebrengen, al zouden ze slechts in een stuk of tien exemplaren voortgekweekt worden. Dit is echter
zeker, dat de honderdtallen aanwezige variëteiten een getrouwe afspiegeling geven van wat eens
was en wat is. Wij mogen ons gelukkig prijzen, dat wij juist op tijd zijn geweest. De twee oorlogen
dezer eeuw hebben er niet het minst toe bijgedragen, het aantal oude vormen sterk te doen inkrimpen.
Daar schuilt ook veel goeds in. Er moet vooruitgang te bespeuren zijn! Wij moeten verder naar de nieuwe
tijd. Maar dat betekent niet, dat het oude, waaraan zovele dierbare herinneringen vast zitten, niet
waard zou zijn, in een reservaat samengebracht te worden. Laten we het ons eens goed indenken: de oudste
vormen, van het begin der zeventiende eeuw. Ik denk o.a. aan de beroemde oude Tulpen Lac van Rijn en
Zomerschoon, beide reeds in 1620 verhandeld. Ware cultuurrelicten dus. Merkwaardig, dat men voor
Zomerschoon, die steeds nog hier en daar in kleine hoeveelheden werd voortgekweekt, zelfs weer een
beetje reclame begint te maken.
Met grote moeite soms zijn de oude variëteiten bij verscheidene kwekers vandaan gehaald. En steeds
zijn dat dan de planten, welke van jaar op jaar, van bol tot bol zijn voortgekweekt en behouden. Ja,
door bepaalde kruisingen en terugkweken kan men zeker weer tot de oude typen geraken, dank zij het
behouden gebleven materiaal. Dat bleek mij eens op merkwaardige wijze. Ik zat volop in mijn onderzoekingen
betreffende de zo merkwaardige Parkiettulpen. Hoewel ik reeds lang had aangetoond, dat het Parkietenkenmerk
niet zo zonder meer erfelijk was, bracht ik onderlinge kruisingen tot stand tussen oude Parkieten van
de zeventiende eeuw. Onder de vele nakomelingen, die ik verkreeg, bevond zich geen enkele Parkiet.
Maar wel had ik zo een aantal vormen doen ontstaan die volledig de herinnering aan vervlogen eeuwen
wakker riepen!
Deze wondertuin bevindt zich op het terrein der firma Van 't Hof en Blokker. Gaarne is men bereid,
bezoekers die zich aanmelden, rond te leiden. Aanbeveling verdient het evenwel, op de „bollendag”
te komen. Deze is opzettelijk tot dat doel ingesteld.
Limmen bereikt men van Alkmaar of Haarlem uit gemakkelijk per auto of autobus. Reist men per trein,
dan stapt men, van het Noorden komend, uit in Heilo; van het Zuiden komend, in Castricum. Van deze
plaatsen uit weer per auto of autobus, of wandelen, hetgeen zeer valt aan te bevelen.
Prettig zal het wezen, wanneer u uw komst van te voren aankondigt: Firma Van 't Hof en Blokker, Limmen.
Tel. K 2205.-253
U bent van harte welkom.
Rechts: De wilde Oosterse hyacint, zoals hij reeds
jarenlang in de Hortus Bulborum te Limmen wordt voortgekweekt.
En... wat Holland er in de loop der euwen van gemaakt heeft.
(Foto C. A. v.d. Gen)