Kistemaker

Thuis » Diversen » De Speelwagen » 1950 » No. 4 » pagina 107-110

De wieken draaien voort!

Eerder verschenen in 'De Speelwagen', 5e jaargang, 1950, No. 4, pagina 107-110.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: A. J. de Koning.

„Hoe kan men van een Zaankanter verwachten, dat hij een molen weg kan doen!” sprak het raadslid Neele te Zeist, toen zijn stem de doorslag moest geven bij de beslissing of een oude molen in zijn gemeente gesloopt of hersteld zou worden.
Toch hebben 80000 Zaankanters in het eigen gebied niet kunnen voorkomen, dat het eens zo talrijke molenheir is geslonken tot een beangstigend minimum.

Een kwart eeuw ijvert de Vereniging „De Zaanse Molen”voor' t behoud van de allerlaatsten en er was reden om op de jubileumdag met een dankbaar hart en goed vertrouwen te recipiëren in „De Waakzaamheid”.
Volkomen tevreden zal het bestuur niet zijn, want in de achter ons liggende vijfentwintig jaren, ging nog veel verloren, wat behouden had moeten blijven. Maar wat gered werd, heeft in zo bizondere mate het aanzien van de Zaanstreek verhoogd, dat men alom in de wereld weet van het Molenmuseum en „Het Pink”, de glorie van de Koog.

Er is zeer terecht gememoreerd, dat het oude Zaanse cultuurbezit beschermd dient te worden door de gehele Zaanse gemeenschap, waarbij gemeentegrenzen geen rol mogen spelen.
„Zaans skoon” in het gedrang, moet overgebracht worden naar een streekreservaat, waar de betonmolen geweerd wordt en het gejaagde hart tot rust kan komen.
Nog is het niet te laat, het initiatief werd reeds genomen en het wachten is slechts op een breed Zaans gebaar.
Jawel, een breed gebaar, maar bovendien een krachtige steun van vele kleine handen, want het behoud van culturele waarden is een volkszaak en mag niet afhankelijk zijn van de meest gespekte beurzen alleen.

De Zaanstreek heeft van alle industriegebieden de rijkste historie en is daar trots op. Moge dit ook blijken uit de eerbied voor wat het verleden heeft nagelaten.
Eerbied en liefde, - van de jeugd vooral! Want alleen dan zullen de wieken blijven draaien, als het jongere geslacht het kruirad leert hanteren.

Behoud van de Westerveerpoldermolen onder Spanbroek

Omstreeks midden December 1949 werd vernomen, dat de kleine achtkante watermolen van de Westerveerpolder, onder Spanbroek, een slechte roede had; deze roede was van een incourante maat, zodat het uiterst moeilijk zou zijn een tweedehands geschikt exemplaar te vinden. Begin Januari 1950 luidde een bericht, dat zeer waarschijnlijk deze molen zou verdwijnen en plaats zou maken voor een mechanisch gemaal aldaar.

Terstond volgde een bespreking met de voorzitter van genoemde polder, die gewezen werd op de mogelijkheid tot molenherstel. Volgens de ingenieurs, die zich met bovenstaande hadden beziggehouden, was hier de enige oplossing: vervanging van de molen door een mechanisch gemaal. Gelukkig was een besluit in deze nog niet genomen, doch wel was inmiddels opdracht gegeven aan de Unie van waterschapsbonden een voorlopig plan nader uit te werken en t.z.t. een definitief plan op te stellen.

Hiertegen werd van de zijde van de Ver. „De Hollandse Molen” geageerd en ondergetekende ontving het verzoek het molenplan nader uit te werken. Nadat bezoeken werden gebracht bij de voorzitter en secretaris van genoemde polder, de heren Van Kampen te Spierdijk en Schipper aan de Zomerdijk, kwam men tot de conclusie, dat uit economische overwegingen het molenplan kans van slagen had. De heer van Kampen zou het bovendien betreuren, als dit aardige molentje uit het polderlandschap zou verdwijnen.

Nadien werd een ingelandenvergadering gehouden en met algemene stemmen werd besloten tot herstel van de watermolen over te gaan. Vantevoren hadden nog besprekingen plaats met de Provo Waterstaat en de Unie van waterschapsbonden.
Uit bovenstaande blijkt weer al te duidelijk, dat het van het grootste belang is, dat de vereniging „De Hollandse Molen” steeds tijdig wordt ingelicht omtrent verandering van bemaling in de polders.

Vermeldenswaard is nog, dat deze watermolen dateert uit 1873 en een oppervlakte van 181 ha bemaalt. De Westerveerpolder maakt deel uit van het waterschap „De Vier Noorder Koggen”. Het is eigenlijk een onderbemaling daarvan.
In vroeger tijden hebben zelfs twee watermolens deze kleine polder bemalen, doch de eerste is sinds jaren verdwenen.

Kort geleden is nog in de bestaande molen een nieuwe houten vijzel aangebracht, een meesterstukje uit de Hogeschool van het molenmakersvak.
De buitenroede, die van hout is, is zeer slecht en zal vervangen worden door een nieuwe stalen roede van het systeem Pot en zal worden vervaardigd door de smid Waasdorp uit Rijpwetering, die reeds naam heeft verworven met het construeren van molenroeden. Tegelijkertijd zal deze buitenroede een fokwiekensysteem krijgen met automatisch werkende remkleppen, de tweede molen in onze provincie, die dit systeem krijgt.

Hoogstwaarschijnlijk zal deze molen in de komende zomermaanden zijn wiekenkruis weer vrolijk over het Noordhollandse landschap kunnen zwaaien.

A. J. de Koning

 


© 2001-2025 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk