» Diversen » De Speelwagen » 1950 » No. 5 » pagina 137
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
5e jaargang,
1950,
No. 5,
pagina 137.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: G. M. de Graaf-Paarlberg.
AFTAKELFORMULIER:
Pot pimpeldoren
ie, fie, fransen
naketuren febru fransen
Anne manne mie
lekkere fannie
Pot pimpeldoren
ie, fie, af.
(Verhaspeld: Uit de Franse tijd, Z.)
BIJ 'T BOCHTHIPPEN:
Anne moest eens wachten,
Wachten op haar man.
's Nachts om twaalf uren,
Kwam die smeerlap an.
„Goeien avond, Anna”.
„Goeien avond, Jan.
Hoe ben je zo laat gekomen?”
„Dat gaat jou niet an.”
Anna ging naar boven,
Haalde een dikke stok,
Sloeg die arme donder
Boven op zijn kop.
Jan begon te huilen,
schreeuwde moord en brand,
De buren kwamen kijken...
Er was niks aan de hand...
BIJ 'T BOCHTHIPPEN:
Haantje pik, ik zal jou leren
Al wat in de bijbel staat,
twee gouwen letters,
twee trompetters,
een A. en een O.,
dat gaat zo:
van je een, twee, drie.
BIJ 'T BOCHTHIPPEN:
Amsterdamse meisje,
Wat doe je nog zo laat op straat?
Zeg mijn aardige meisje,
Waar of je henen gaat.
'k Ga mijn zusje Grietje halen,
Die nog bij mijn Tante is.
Anders moest zij dwalen
Al in de duisternis.
G. M. de Graaf-Paarlberg