» Diversen » De Speelwagen » 1950 » No. 10 » pagina 290-291
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
5e jaargang,
1950,
No. 10,
pagina 290-291.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: M. Zwaagdijk.
(Uit de verzameling van Dr G. J. Boekenoogen.
Plaats en tijd van optekening onder elk rijm).
Kinderrijm
Potje met vet...
Leiden ontzet!
Haring en brood,'
Leiden is uit nood.
Amsterdam, 1894
Aftelformulier
Oranje boven,
De Witten onder!
Die het anders meent,
Die sla de donder.
Lucifer roept uit de hel:
Of de Wit haast komen zel.
Weesp, 1894
Volksrijm. (Uit de Patriottentijd?)
Henderik, kapenderik,
De boeren die zijn gram.
Ze hebben lange neuzen,
Ze zitten op de Dam.
Je mag niet meer van Hendrik praten,
Want Hendrik zou in de boeien geraken,
Van de boeien op 't schavot
Hendrik is een grote Rot.
Amsterdam, 1892
Kinderrijm
Prins Robert was een gentleman,
Een gentleman was hij.
Hij had een broekje van krenten an,
Een rokje van rijstebrij,
Zijn handen waren vogelen,
Zijn benen waren bout,
Zijn haar was lange rozijnen,
En zijn neus was stokzoethout.
Was dat niet een lekkere man? (bis)
Texel, 1892
Kinderrijm
Achter de groene bomen
Daar ligt een Engels schip
De Fransen zijn gekomen
Ze zijn zo blij als ik.
Ze dragen een hoed met pluimen
Met een versierde lint
Van tulpie, tulpie teine.
Eerst ben ik kapteintje geweest
En nu ben ik soldaatje.
Nu moet ik op schildwacht staan
En kijken door een gaatje.
Texel, 1892
Volksrijm (± 1810).
Hier sta ik nu als malle Piet
Te wringen in mijn handen
O jé, daar komen de Fransen aan!
Waar zal ik nu belanden?
In 1892 als jeugdherinnering opgegeven door een 88-jarige.
Spotlied op Napoleon.
De Keizer die zou pankoek bakken
Om het hoekje van de haard.
Op een stoeltje, op zijn hakken,
Kijk, het was de moeite waard.
De Keizer (later Koning) van Rome riep weldra:
„Ik heb zo'n honger, ach papa,
Geef me een stukje pannekoek,
Dan zal ik wezen zoet”.
Koog a.d. Zaan ± 1900
Volksrijm
Franse beren
Ziet men smeren
Kijk eens, hoe zij lopen!
Regiment bij hopen!
Rom, bom, bom,
Zo slaat de trom.
Alles vlucht voor 't Ruskanon.
Amsterdam, ± 1890
M. Zwaagdijk