» Diversen » De Speelwagen » 1950 » No. 10 » pagina 304-306
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
5e jaargang,
1950,
No. 10,
pagina 304-306.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
De oude dorpstoren van Heemskerk, welke geheel van reuzenmoppen is opgetrokken, werd in de 14de eeuw
gebouwd. De achtkante gemetselde spits, die hem bekroont, is echter eerst op het einde van de 15de of
in het begin van de 16de eeuw aangebracht. Van de Middeleeuwse kerk bestaat alleen nog maar de travee
naast de toren met een houten gewelf, dat oudtijds beschilderd is geweest. Hoe dit kerkgebouwer
vóór de Reformatie heeft uitgezien, tonen ons de latere afbeeldingen. Nog een paar eeuwen
na de verwoesting van de oude kerk in de Spaanse oorlog is de ruïne van het ruime koor blijven
staan. Sedert 1318 was deze Sint-Laurenskerk bediend door de commanderij van de Sint-Jansheren te Haarlem.
De pastoors droegen het kleed der vermaarde orde van Rhodos met het achtpuntige witte kruis.
In de Heemskerkse toren hangt nog de klok, welke Steven Butendic in het jaar 1464 heeft gegoten. Het
randschrift vertelt: „Om die hoctiden te vieren ende zwaer tempest van weren ende doden te verscreiden
salmen mi luden sonder beiden”. Sindsdien zijn er bijna vijf eeuwen verstreken, waarin de klok
bij hoogtijden en bij rampen, bij feesten en bij het beluiden, „het verscreiden” van doden,
haar vertrouwde klanken over het dorp deed horen. Het zijn dezelfde, die vernomen werden bij het Kaas-
en Broodoproer van 1492, dezelfde ook die angstig klonken, zovaak een watersnood dreigde.
De kerkschatten en voorwerpen van kunst, welke de Johanniter kerk voorheen ongetwijfeld heeft bezeten,
zijn spoorloos verdwenen. Gelukkig evenwel zijn nog een tweetal grote, geschreven gezangboeken bewaard.
Het zijn prachtige codices met perkamenten bladen. Het zeer verzorgde gothische schrift, afgewisseld
met forse notenbalken, is verlucht met kleurig versierde aanvangsletters. De boeken zijn gevat in de
oorspronkelijke fraaie lederen banden en berusten thans in de stadsbibliotheek te Haarlem. Het ene is
een Antiphonale, het andere een psalterium (1470). Voorin staat geschreven: „Item dit bouck hoert
toe die heijlighe kerck van Heemskerck”.
Het kleine kerkgebouw, dat in 1628 tegen de toren is gebouwd, is een eenbeukig, rechtgesloten bakstenen
gebouw, grotendeels in de vorige eeuw vernieuwd. Het is o.a. gemeubeld met een eenvoudige eikenhouten
kansel uit de 17de eeuw, terwijl er ook nog een gestoelte uit die tijd aanwezig is. Er hangt een mooie
oude kaarsenkroon van koper met zestien blakers. Uit de 17de eeuw zijn ook het eiken doophek, de koperen
doopbekkenhouder en de koperen lezenaar.
Hoe voordien het Middeleeuwse kerkgebouw er uitwendig moet hebben uitgezien en welke oppervlakte dit
besloeg, laten latere afbeeldingen nog wel enigszins zien, daar de bouwval van het koor nog tot de
Franse tijd is blijven staan. Die kerk was in het begin van de 14de eeuw gesticht. Aan de zuidzijde
bevond zich de kapel van de heren van Haarlem. Later hebben hun opvolgers, de heren van Assendelft,
haar bezeten. Aan de noordkant van de kerk was de kapel van de heren van het huis Heemskerck aangebouwd.
In deze kapellen hebben genoemde geslachten ook hun grafsteden gehad~ Het koor van de Middeleeuwse
kerk was in 1493 vernieuwd. Blijkbaar had dit gedeelte en misschien wel het gehele gebouw veel geleden
van de felle slag, welke rondom de kerk en op de Heemskerker geest was geleverd, toen de huurtroepen
van Albert van Saksen daar ongenadig afrekenden met het opstandige Kaas- en Broodvolk.
Op het kerkhof, dat rondom het Godshuis ligt, staat nog het grafkruis, hetwelk de beroemde schilder
Maerten van Heemskerck daar in 1570 heeft doen plaatsen ter gedachtenis van zijn vader, een Heemskerker
huisman uit de eerste helft der 16de eeuw. Dit monumentje verdient een beter onderhoud dan het blijkbaar
van de huidige beheerders geniet.
Sch.