» Diversen » De Speelwagen » 1950 » No. 12 » pagina 354
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
5e jaargang,
1950,
No. 12,
pagina 354.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
In het steeds drukker wordende verkeer heeft onze Speelwagen nu vijf jaar zijn bescheiden plaatsje
ingenomen. Maar het is, zoals een ervaren voerman beaamde, niet mogelijk meer om met paard en wagen
gerust bij de weg te zijn.
Om de haverklap moet worden uitgeweken en ons hangt boven het hoofd, dat wij in de modderige berm blijven
steken.
Na rijp beraad om de ronde tafel is het besluit genomen, dat deze onze laatste reis met dit voertuig
zal zijn en „De Speelwagen” in een museumstal wordt gereden.
We hebben goede en plezierige reizen gehad en aan zeer velen zijn wij grote dank verschuldigd. In de
eerste plaats aan de trouwe reisgenoten, die hun gewaardeerde belangstelling toonden en ook af en toe
een schepje haver hebben bijgedragen.
Dat bij elke uitrit de tuigen glommen en de wagen een lust voor ogen was, danken wij aan de goede zorgen
in de stal te Wormerveer. Een eresaluut voor de harde werkers aldaar is zeker op zijn plaats, nu wij
afscheid van hen nemen. Een afscheid, dat ons als voerlieden wel bijzonder zwaar valt, omdat wij
langzamerhand wel weten wat er in een goede stalhouderij te koop is.
Het zal ons vreemd zijn niet meer met de teugels in handen op het kret te zitten. De zweep hebben we nooit
willen gebruiken, al werd onze viervoeter wel wat onrustig de laatste tijd.
„De Speelwagen” was vijf jaar het symbool van een langzaam groeiende samenwerking in ons
gewest. Een samenwerking tussen de oudheidkundige verenigingen, welke in ieder geval behouden moet blijven
en versterkt dient te worden, hoe zwaar ook de last van deze tijd op ieders schouders mag drukken. De
verenigingen, waaruit ons streven is voortgekomen, hebben een belangrijke taak te vervullen als
draagkrachten van een stuk gewestelijke cultuur.
Ook zonder „De Speelwagen” moeten wij voorwaarts en ons ten volle bewust van de opdracht,
welke ons in deze is gegeven, zullen wij nieuwe wegen trachten te vinden waarlangs wij hopen u te
kunnen begeleiden.
Mogen wij rekenen op de trouw uwerzijds? Gaarne zouden wij in deze uw stem eens willen beluisteren.
De voerlieden