» Diversen
» De Speelwagen
» 1950
» No. 12
» pagina 367-368
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
5e jaargang,
1950,
No. 12,
pagina 367-368.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: H. v.d. Drunen.
Nabij de Hoflanderweg, de huidige provinciale weg tussen Assumburg en Beverwijk, op de grens van
Heemskerk en het Wijker ambacht (Wijk aan Duin) heeft het kasteel Meerestein gestaan. De naam doet
denken aan zijn oorspronkelijke ligging niet ver van het Wijkermeer en geeft te verstaan, dat het
van het begin af een steenhuis is geweest. Een jongere zoon uit de hoofdtak van de Egmond's werd
daarmede in 1250 beleend. Deze tak noemde zich Egmond van Meerestein en heeft het stamhuis bewoond
totdat het in de Spaanse oorlog is verwoest. Op de fundamenten bouwde men in het begin der 17de eeuw
een herenhofstede, welke de naam van het oude kasteel is blijven dragen. Ook deze is op het einde van
de 18de eeuw geheel gesloopt. De grond was toen reeds in bouwland veranderd. Het enige wat nog enigszins
aan de vroegere bestemming herinnert, zijn vage overblijfselen van de voormalige grachten en vijvers,
alsmede de naam van een boerderij ter plaatse.
Een halve kilometer ten zuiden van het huis Meerestein prijkte in de Middeleeuwen het slot Oosterwijk.
Het was de bakermat van het geslacht uter Wike. Aanvankelijk heette het kasteel dan ook „ter
Wijc”. Ook de uter Wike's waren voortgekomen uit een zijtak van Egmond. Bartholomeus uter Wike
had zich in het midden der 14de eeuw aan de Kabeljauwse zijde geschaard. Bij oorkonde van 1366 had
de landsheer zijn gunsteling Coenraad Cuser met dit goed verleid. Hierdoor hadden de Hoeksgezinden in
centraal Kennemerland een steunpunt meer gekregen. Cuser heeft aan het huis de naam Oosterwijk gegeven
naar het gelijknamige stamhuis van zijn moeder in het land van Arkel en tevens naar zijn ligging ten
opzichte van Beverwijk.
Door het huwelijk van Coenraad's dochter Yda met Jan van Foreest is het huis aan dit oud-adellijk
geslacht gekomen. Omstreeks 1572 is het kasteel bij de krijgsverrichtingen, welke toen de omgeving
hebben geteisterd, geheel verwoest. Sindsdien is het nooit meer opgebouwd. Gedurende meer dan twee
eeuwen is de ruïne op het Hofland, omgeven door grachten en geboomte, blijven staan. Ook deze
resten zijn in het begin van de vorige eeuw verdwenen. Thans zijn nog slechts de puinheuvel en de
ringgracht bewaard. Een oude tekening laat zien hoe de overblijfselen van het oude slot zich in de
18de eeuw vertoonden. Claes Bruin rijmde toen:
Die brokken zijn reeds door den tijd gesleten
En hunne glans verdwenen in 't verschiet,
Zij vallen en vergaan allengs tot niet.
Een militair veldwerk uit de Franse tijd ligt met zijn gracht juist tegen de plaats van het oude Oosterwijk aangeleund.
Sch.