» Religie
» Vijf-en-zeventig-jarig bestaan Gereformeerde Kerk
» Pagina 70-75
Te Twisk is vroeger ook een afgescheiden gemeente geweest doch is ontbonden 14 Sept. 1857. Onderscheidene
malen ging er een Commissie uit onzen kerkeraad heen om met de Broeders en Zusters die daar woonden
te spreken.
De Classis was vroeger niet zoo als thans nu zij de kerken van Andijk, Enkhuizen, Urk, Hoorn, Opperdoes
en Medemblik omvat. Neen, het gebeurde wel dat ze Classis hadden te Broek op Langendijk en ook wel te
Amsterdam.
1857. Is de gemeente door de Classis advies gegeven dat ze trachtten moest een Leeraar te bekomen, en
zoo mogelijk het tractement te verhoogen en te stellen op ƒ 600.- waartoe men een proeve nam
door inteekening aan vrijwillige giften.
1858. De afgescheiden Chr. Geref. gemeente van Medemblik ontbonden, waarvan toen eenige leden hier bij
onze gemeente ingedeeld zijn.
Ook de gemeente te Hoorn is ontbonden geweest en werden lidmaten van daar hier geboekt. Dezen moesten
ook door den kerkeraad van deze gemeente bearbeid worden, en kwamen van daar - zoo noodig - hier
finantieele hulp aanvragen. In Oct. 1860 zijn de leden wonende te Hoorn of onder Hoorn ingedeeld bij
de gemeente te Enkhuizen omdat dit voor hen nader bij was.
1858. Kerkeraadsvergadering gehouden 4 Febr. wordt besloten de gemeente bij Z. M. den Koning te doen
erkennen, op aanbeveling van Ds. A. G. ter Waal welke het noodig achtte met de historie van Vos. Op
één na was de geheele kerkeraad er voor en dan als „Christelijk afgescheiden
gemeente.” Ds. Nentjes werd verzocht de stukken hiertoe op te maken. Ook hebben ze een copie
gehad van Ds. v. Leeuwen te Helder aangaande de stukken inhoudende het verzoek van erkenning der
te Helder.
1858. Heeft de gemeente buitengewoon biduur gebouden op 20 Mei, doordat de gemeente zich in zulk een
hachelijken toestand bevond.
1860. In dit jaar bestond er te Medemblik een kruisgemeente, deze had verklaard zich met ons te willen
vereenigen. De grondslag tot vereenigen was door de Synode bepaald. Toen is W. Tensen ouderling der
gemeente alhier met den Eerw. Heer Ds. P. Wagemaker benoemd om te trachten deze vereeniging tot stand
te brengen. Nadat Ds. Wagemaker eerst daar gepredikt heeft zijn ze vergaderd geweest met de leden der
gemeente onder 't kruis, en is het na onderlinge besprekingen tot stand gekomen. Na veel overwegingen
en gesprekken is door de Classis besloten de gemeente van Medemblik als een zelfstandige gemeente te
beschouwen.
1861. In de gemeente te Enkhuizen is eens oneenigheid geweest, zoodat de hulp ingeroepen werd van Andijk
om zoo mogelijk deze mede te verwijderen; twee ouderlingen zijn daartoe benoemd geworden en ook zouden
er nog twee Leeraars aan worden toegevoegd.
1861 werd door den kerkeraad besloten, dat de ontvangen gelden in iedere kerkeraadsvergadering geteld
zouden worden en geboekt, daar de geheele kerkeraad geacht wordt aansprakelijk te zijn voor gemaakte
abuizen.
1861 heeft de gemeente biduur gehouden op uitnoodiging van de Chr. Afgesch. gemeente te Amsterdam, in
verband met de uitnoodiging door de algemeene Christelijke vergadering in het jaar 1860 in Schotland
geschied.
1870 zijn de manslidmaten der gemeente opgeroepen geweest ter bespreking tot het maken van een regenbak
voor het algemeen gebruik; doch om den uitgebroken oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk is dit
uitgesteld.
1878 April. Ingekomen bij den kerke raad een afschrift van het request aan Zijne Majesteit den Koning
tegen het wetsvoorstel Kappeyne, wegens de onrechtvaardige toepassing van Art. 194 der Grondwet, en
de daaruit volgende bedreiging van een 30 p.c. vergoeding uit de Rijkskas voor de Staatsscholen, ter
bestrijding en onderdrukking van het Christelijk onderwijs; ingediend door A. Brummelkamp e.a. te Kampen,
met de ernstige opwekking er bij om instemming daarmee aan Zijne Majesteit den Koning te laten blijken.
De kerkeraad, volkomen daarmee instemmende, besluit: den eerstkomenden Zondag daarop alle manslidmaten,
en anderen die met hen in beginsel één zijn uit te noodigen om door hunne handteekening
daaraan adhaesie te betuigen.
In de notulen der vergadering des kerkeraads van 2 Nov. 78 staat een artikel 't welk aldus luidt: De
Statuten met bijlage aangaande het volkspetitionement voorgelezen en besproken zijnde, besluit men om
op Zondag voormiddag een preek over het Chr. Onderwijs te houden en dan alle belanghebbenden uit te
noodigen na de prediking zich weer in de kerk te begeven om dan het een en het ander te bespreken.
Tweemalen is in de herberg de Krimper een anti-moderne lezing gehouden uitgaande van den kerkeraad. De
eene keer sprak Prof. de Cock Over Christendom en Modernisme. De andere maal heeft Prof. Lindeboom een
rede gehouden.
Beide keeren met debat.
Vroeger is er een bepaling geweest, genomen door den kerkeraad, waaruit bleek dat hij getrouwe opkomst
ter vergadering noodig achtte; want er was bepaald dat die onwettig weg bleef of te laat kwam 50 cent
boete moest betalen. Over de al of niet wettigheid van niet opgekomen zijn besliste de vergadering, en
de meerderheid der horlogies van de aanwezigen spraken uit of de te laat komer veel of weinig over den
tijd die aangegeven was ter vergadering kwam. Later is het te laat komen op 25 cent boete bepaald geworden,
tot hoe lang het zoo geweest is, weet ik niet, maar volgens de notulen bleek dat het een zeer enkele maal
is voorgevallen en er boete is gevraagd, ik meen van 3 maal.
1899. Daar tot dien tijd de school van de oprichting af van de gemeente uitging, is ze toen overgedragen
aan een Schoolvereeniging, doch de gemeente heeft de gebouwen aan zich gehouden. Van het genoemde jaar
af wordt de School ieder kwartaal des jaars door een paar afgevaardigden des kerkeraads bezocht om
toezicht op de leer te houden.
Geregeld worden door den Leeraar en een ouderling saam de leden der gemeente aan huis bezocht eens per
jaar. Ook zijn er eenige jaren geweest dat de ouderlingen des winters, een ieder op zich zelf, en dan
aan wijken de gemeente verdeeld zijnde, de leden opzochten; doch dit is door den kerkeraad weer afgeschaft,
mede: door dat de kerkvisitatoren en ook de Classis adviseerden dat het niet naar de kerken orde was
dat één ouderling op zich zelf de gemeente rondging. Alzoo wordt ten deze geen officieele
opdracht meer aan de ouderlingen door den kerkeraad gegeven.
Den 20sten September 1911 werd hier eene bidure gehouden, welke door de Classis 's Gravenhage in opdracht
der Synode over het geheele land was uitgeschreven. De Classis: zoo schreef zij, meent dat er inderdaad
van nood moet worden gesproken. Heeft niet langdurige droogte het land geteisterd? Wordt niet
het menschelijk geslacht met allerlei ernstige krankheid bezocht of bedreigd? Richt niet ziekte onder
den veestapel zware verwoestingen aan? Worden de volken niet verontrust door geruchten van oorlogen?
Bij deze gelegenheid werd door onzen zeer geachten dienaar des Woords de gemeente bepaald bij de woorden
Joël 2 : 13.
De Gereformeerde gemeente te Andijk telde October ten jare 1911, een 800 zielen.