Kistemaker

Thuis » Historie » Groei en Bloei van de geschiedenis van Andijk » Pagina 193-195

16. De kerkelijke ontwikkeling

De Rooms-Katholieke kerk

Voor de hervorming, d.w.z. voor 1600 was alles Katholiek. Waar de Andijkers toen kerkten, is niet bekend. Waarschijnlijk in een van de Streekdorpen, waartoe ze bannegewijs behoorden, of in Wervershoof, dat voor de meesten het dichtste bij was. Na de Hervorming, vooral na de Synode van Dordrecht in 1618, waait er een andere wind. Als een soort represaille tegen de misdaden van de inquisitie, die nog vers in het geheugen liggen, worden nu de ‘Roomsen’ fel onderdrukt. Ze mogen in geen enkele regering zitting hebben en in het openbaar kerken is hen verboden. Lang niet alles is met de hervorming meegegaan, vooral Wervershoof, waar de Deken van West-Friesland zitting houdt, is nog grotendeels Rooms. Ze hebben een eigen kerk met een klein houten torentje, ongeveer gelijk aan die van Sijbecarspel. Maar de Hervormden hebben die kerk genaast en het koor er afgesloopt. De Rooms-Katholieken kunnen nu nog maar alleen in schuilkerken vergaderen en daarvoor moeten ze nog betalen ook!

Weldra hebben ze drie schuilkerkjes. Een op de Lagedijk en twee op Andijk, nl. op de Bangert en in de Bakkershoek. Dat gaat zo bijna twee eeuwen door.
Pas na de Franse revolutie komt er wat meer ruimte, de tegenstand is niet meer zo fel. Van 1754 tot 1765 is Josephus Maju pastoor te Wervershoof.
Tijdens zijn bediening wordt de ‘sluipkerk’ in de Bangert hersteld en vergroot, nadat er 40 jaar niets aan gedaan is. Van 8 Mei 1781 tot 7 November 1795 is Johannes Culeman pastoor. Hij stelt voor: de drie schuilkerken op te heffen en een grote kerk midden in Wervershoof te bouwen. Dit stuit op verzet van Lagedijk en Onderdijk, die een schuilkerk dicht bij huis veel gemakkelijker vinden. Het is pastoor Herman Steenbergen, die in 1803 overeenstemming weet te bereiken. 9 Februari 1805 wordt de schuilkerk in de Bakkershoek verkocht aan Dirk Reilofsz. voor fl. 600,- en op 9 Maart van hetzelfde jaar een schuilkerk in de Bangert aan Dirk Paay voor fl. 800,-. De schuilkerk met woning aan de Lagedijk wordt verkocht aan Cornelis Dol voor fl. 1.900,-. Schuilkerken exit!

De kerkbouw gaat door. Het wordt een flinke kerk, met de pastorie samen onder eenzelfde dak, lang 32,5 m. en 9 m. breed. Op dezelfde lijn nog een boet van 7,5 bij 4 m. De lange zijde van de kerk en de pastorie is naar de dorpsstraat gekeerd en daarvan gescheiden door een smeedijzeren hek. De kerk heeft ook een stenen toren, heel wat hoger dan die van de kerk, die de geuzen genaast hebben. Er hangt een klok in, een hele oude: ‘Franciscus est nomen meum, me fecerunt anno Domini MCCCC’. Die klok is in de 18e eeuw ergens gekocht.

Wervershoof is nu het centrum, maar voor de Rooms-Katholieken in de Bakkershoek betekent dat bijna een uur lopen, ‘per pedes apostolorum’.

Eigen gerij hebben maar weinigen. Tot na 1900 wonen er nog Katholieken in de Bakkershoek, maar geleidelijk trekken zij weg naar het Westen, naar de Bangert, dichter bij hun kerk. Die kerk van 1806 blijkt niet van de beste kwaliteit. Is er wat al te zuinig gebouwd? Reeds na 30 jaar komen er allerlei gebreken. In 1838/39 wordt de kerk door Klaas Nan gerestaureerd. Kosten Fl. 11.100,-! Zo is het weer voor jaren goed! In 1860 wordt Wervershoof de parochie van Sint Werenfridus. Reeds in 1862 wordt de kerk alweer ‘bouwvallig en te klein’ gevonden. De nieuwe pastoor van Maasland wil een nieuwe kerk en die komt er! De pastoor zet zijn wil door. Er wordt een bouwcommissie gevormd en een architect maakt plannen. Dat is Theodoor Assels, die reeds meer kerken heeft gebouwd. O.a. die van Bovenkarspel. Hij is leerling van zijn oom Theo Molkenboer, vermaard kerkenbouwer.

Het zal een kerk worden in neo-gothische stijl met een zware toren. Het wordt vrijwel een getrouwe copie van de kerk van 's Heerenhoek. Er is enorm veel geld voor nodig, maar waar een wil is, is een weg! De begroting van de architect komt op fl. 135.190,53. In 1873 wordt reeds fl. 60.000,- opgebracht. Voor het resterende wordt fl. 60.000,- geleend tegen 4%. Op 24 maart 1874 worden kerk en pastorie aanbesteed. H.R. Hendriks te Oss, die ook de kerk van 's Heerenhoek gebouwd heeft, neemt het werk aan voor fl. 140.000,-. Op 22 juli 1874 legt de Deken van West-Friesland, A.F. Ranshuysen, de eerste steen, ‘lapis anguilarius’. In 15 maanden is, dank zij het gunstige weer, de kerk gereed en wordt op 28 juli 1875 ingewijd. Het feest wordt met een groot vuurwerk besloten. Voor de Katholieken van Andijk is dit bijna honderd jaar hun kerk.

Het Roomse leven van Andijk concentreert zich op de Bangert, slechts enkelen wonen verspreid. In 1932 zijn er reeds 622 Katholieken, dat is 15% van de bevolking van Andijk. In 1947 is dat reeds 16,8%. Er zijn plannen voor eigen kerkbouw, maar dat is duur en zo kort na de oorlog is er nog gebrek aan materiaaL In 1948 krijgt kapelaan Hooyschuur van de Bisschop van Haarlem opdracht een eigen parochie voor te bereiden en die komt er! Parochie Andijk van Maria, Middelares aller genaden’. De grote zaal van café Kuin wordt ingericht als noodkapel, in afwachting van een eigen kerk.

Op 13 januari 1948 koopt het R.K. kerkbestuur de van ouds bekende herberg De Krimper’, een oud kavalje, dat nodig restauratie behoeft. Dat komt voor elkaar. Alles wordt er uitgesloopt en de ruimte aan de westkant flink verbreedt. In juli 1951 viert pastoor Hooyschuur zijn zilveren priesterfeest. Voor feest is de Bangert altijd te vinden! Op 26 mei 1952 wordt pater J. Meester als eerste priester van de kerkparochie Andijk feestelijk ingehaald, weer twee dagen feest! Op 14 juni 1955 is pastoor W.G. Minnebo 25 jaar priester. Hij wordt feestelijk ingehaald en 's avonds speelt de toneelvereniging E.N.A. het stuk ‘De Pastoor’ in Sarto. Maar het grootste feest moet nog komen! Er zijn plannen voor eigen kerkbouw. Pastoor Cornelis Stet ijvert daarvoor. De parochie groeit: in 1973 zijn er 1300 parochianen. Zij brengen samen fl. 190.000,- bijeen en de kerkbouw kan beginnen. Het wordt een zeer modern gebouw in kubusvorm, met een plat dak. Een stalen geraamte op betonblokken, met aan de zuidkant een glasfront en de rest bekleed met geprofileerde aluminium platen. Er komt flink wat ruimte: de Zondagskerk meet 250 m2 en de alledagkerk 40 m2 en dan nog 70 m2 voor sacristie en sanitair. Het geheel is door een corridoor van 15 m. lang met Sarto verbonden. De N.V. Vermeulen te Mill, voert het werk uit. Bij het afscheid van de Krimper spreekt pastoor Ster de hoop uit, dat er nog eens een eenvoudige, houten toren met een klok bijkomt. Zijn wens is vervuld, de toren staat er, eenvoudig, maar doelmatig. Het Angelus klept in de verte.

Eindelijk is het zover! Op, 22 december 1973 wordt de nieuwe kerk door Mgr. Th. H.J. Zwartkruis ingewijd. Hij wordt door het muziekkorps ‘Excelsior’ van de oude naar de nieuwe kerk gebracht. De Bangert vlagt en viert feest! Na de kerkdienst is er een receptie in de grote zaal van Sarto, waar de parochieraad een cadeau aanbiedt. Op 3 April 1974 wordt de Krimper door notaris J.A. Klaver bij inschrijving verkocht. Het wordt een meubeltoonzaal van de firma Aker van de ‘Zeehoek’. De Krimper exit!

Op 16 October 1974 wordt pastoor Stet begraven op het Westerkerkhof van Andijk, in het Priestergraf bij zijn voorganger, pastoor Albertus Bregten. Wat heeft hun ijver uitgewerkt? De kleine parochie Andijk leverde tot 1962 zeven priesters/missionarissen, vijf broeders en vijftien zusters. Het rijke Roomse leven. Andijk was lange tijd verdeeld in drie groepen: ‘grof’, ‘fijn’ en ‘Rooms’, die apart van elkaar leefden en alleen in noodgevallen zich met elkaar bemoeiden. De laatste jaren is daarin wat verbetering gekomen, de scherpe kanten zijn wat bijgeslepen. Gemengde huwelijken van Katholiek en Protestant zijn niet zeldzaam meer, met inzegening door kapelaan en dominee samen. Dat zou je vroeger gebeuren!

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk