» Historisch overzicht van het bestuur van de gemeente Andijk
» 1862 - 1868
1-01-1862
Ingebruikneming nieuwe school op het oosteinde, 3-1-62
feestelijke inwijding ten gemeentshuize in aanwezigheid schoolopziener
en raadsleden.
18-02-1862
Verordening op het begraven van gestorven of
afgemaakt vee wordt vastgesteld evenals een nieuwe verordening op het
beheer van bullen in het westelijk deel van de gemeente; de laatste
i.v.m. de verbindbaarheid.
14-03-1862
Op de vacante betrekking van
hulponderwijzer solliciteert slechts één persoon "nogwel zonder
overlegging van de bewijzen bij de wet gevorderd". Raadslid Prins
stelt voor, evenals de voorzitter, om de jaarwedde met ƒ 50,- te
verhogen, raadslid Rood stelt slechts ƒ 25,- voor terwijl raadslid Swart graag ziet dat met de enige sollicitant uit Delft in
correspondentie wordt getreden. Conform het voorstel van Rood. N.B. Op
de herhaalde oproep solliciteert een (hulp)onderwijzer uit
Grootebroek. Hij, Broers, is enig sollicitant, in het bezit van de
vereiste papieren en wordt met algemene stemmen benoemd.
1-05-1862
De benoemde onderwijzer bedankt! Nieuwe oproep: jaarwedde ƒ 425,-.
23-12-1862
Aan de onderwijzer van de Westerschool die met zijn kwekelingen van
april tot september heeft schoolgehouden wordt een toelage van ƒ 100,- toegekend.
14-08-1863
...dat het haast tijd zal
worden om tot de aanstelling van 2 nachtwachts over te gaan... Op
9-10-1863 wordt wanneer in de vacatures is voorzien nachtwacht Klaas
Meester ontslagen (zie 21-12-1857).
14-05-1866
In verband met het
heersen van cholera, wordt gelet op een circulaire van het provinciaal
bestuur besloten dit jaar geen kermissen te doen houden. Verdere
maatregelen tegen verspreiding van de ziekte worden vooralsnog niet
raadzaam geacht. Verordening op het rijden met hondenwagens vastgesteld.
10-08-1866
Het burgerlijk armbestuur, dat wegens het ontbreken van enige fondsen eigenlijk geen nut kan doen, en alzo
overbodig moet worden beschouwd wordt ontslagen. De subsidie voor 1865
(ƒ 100,-) is niet uitbetaald en voor 1866 is in de begroting geen subsidie geraamd.
23-08-1867
De raad is overtuigd dat met het oog op de aan beide betrekkingen verbonden en toegenomen werkzaamheden, de
jaarwedden van burgemeester en secretaris eigenlijk zouden moeten
worden verhoogd. De huidige functionaris ziet liever een algemene
regeling, liever dan de schijn te hebben gewekt daaraan te hebben
meegewerkt; hij is immers tevens raadslid. Bij nadere deliberatie
is de raad van oordeel dat die hoge jaarwedden van die beide
betrekkingen, inzonderheid die van burgemeester, voor de gemeenten
nadelig werken omdat dan in het vervolg geen ingezetenen, maar
vreemden tot die betrekkingen zouden worden benoemd... Blijkens
raadsvergadering van 3-11 d.a.v. stellen G.S. de wedde van
burgemeester vast op ƒ 300,- (verhoging met ƒ 100,- blijkens raad 27-4-1868).
8-08-1868
Brief van de Comm. des Konings, i.v.m. missive Binnenlandse Zaken, houdende aanbeveling om te zorgen dat voor de
minvermogenden er steeds kosteloos gezond drinkwater is. Naar
aanleiding daarvan en in aanmerking nemende dat gebrek aan goed
drinkwater zich in deze gemeente meer en meer dringend doet gevoelen
en dat het in de meeste zomer is gebleken dat de armere klasse gebrek
aan drinkwater heeft, word de vergadering voorgesteld om op een
geschikte plaats in de polder een welput te doen boren voor rekening
van de gemeente en deze beschikbaar te stellen. Ter toelichting wordt
mededeling gedaan van het boren van verscheidene soortgelijke putten
in de naburige gemeenten en de goede uitkomsten daarvan. De put zal
worden geboord op het land van Klaas Kooijman, de Hillisse genaamd,
waarmee onverwijld een aanvang zal worden gemaakt. N.B. Zuiderzee is nog open.
14-09-1868
Uit het ter tafel aanwezige water blijkt dat de
welput geen zuiver water levert, dat bovendien nog met zoutdelen
vermengd is. Men besluit om met het metselwerk van de put
(bovengronds) niet door te gaan en af te wachten of het mettertijd ook
beter mocht worden.