» Historisch overzicht van het bestuur van de gemeente Andijk
» 1893 - 1898
28-06-1893
Besloten wordt -met algemene stemmen- voor zover de lokale gelegenheid dit zal toelaten,
de vrije en ordeoefeningen der gymnastiek als leervak verplicht te stellen.
02-03-1894
Voorlopige vaststelling van de kiezerslijsten. Het getal kiezers voor de 2e kamer,
provinciale staten en de gemeenteraad blijkt 279 te bedragen. Het boomsnoeisel op het kerkhof
wordt ter beschikking van de doodgraver gesteld, waarbij wordt overwogen dat diens jaarwedde
tamelijk bescheiden is en dat hij ook van het grasgewas op het kerkhof al het vruchtgenot heeft.
21-05-1895
Na een kort woord aangaande de op 16 mei j.l. overleden burgemeester, stelt de voorzitter de
voorziening in de vacature aan de orde. "Eenparig van oordeel zijnde, den jongeren broeder der
overledene, de heer P. Kooijman Rzn, als de daartoe aangewezen persoon te beschouwen, wordt
hierbij goedgevonden hem bericht van dit besluit te zenden en zo nodig de kandidatuur te
ondersteunen". Daarvoor was Jacob Kooijman Rzn. burgemeester,
voorgedragen door de raad. Hij was de opvolger van R. Kooijman Pzn. Familiedynastie.
11-07-1895
Gemeentesecretaris, niet tevens burgemeester zijnde, benoemd. Een voorstel van de voorzitter
om het archief over te brengen naar zijn woning en tegen gedeeltelijke vergoeding van de daardoor
te maken onkosten wordt aangenomen.
03-09-1895
Besloten wordt om de gemeente-ontvanger enige vergoeding jaarlijks te doen toekomen voor
de door hem aangeschafte brandkasten en schade gestorte borgtocht. (ƒ 15,-) Een vergadering
eerder was een verzoek om verhoging van de bezoldiging afgewezen, omdat die niet te laag werd
geoordeeld. 21-10 d.a.v. opnieuw een verzoek tot verhoging afgewezen, omdat de jaarwedde in
vergelijking tot andere plattelands gemeenten niet afsteekt. 17 april 1896 heeft de ontvanger
succes: verhoging met ƒ 25,- tot ƒ 225,- 19-6 opnieuw verzoek, waarop negatief wordt beslist.
23-04-1897
Op voorstel van de voorzitter wordt goedgevonden één complete kieslessenaar te bestellen bij
van Wijngaarden en Co. te Weesp en dan nog twee andere in deze gemeente te doen vervaardigen naar
het model der eerste.
07-09-1897
Verzoekschrift van C. Impeta te Medemblik om een jaarlijkse subsidie van ƒ 100,- ter
instandhouding van zijn wagendienst Medemblik, via Andijk naar Hoogkarspel. Besloten wordt in 1898
een subsidie van ƒ 100,- toe te kennen, onder de voorwaarden:
1. dat door de ondernemer de bedoelde dienst geregeld
-ten genoegen van B&W- zal worden
waargenomen
2. dat alle passagiers, die daags te voren, vóór 5 uur 's avonds, zijn opgegeven in het op-
en afridlokaal te Andijk, door de ondernemer zullen worden vervoerd
3. dat iedere passagier voor Andijk door de ondernemer naar "het Buurtje" zal gereden worden,
indien het door belanghebbende wordt verlangd, en
4. dat, bij aanneming van de voormelde voorwaarden, de subsidie zal ingaan mei 1 januari 1898
en na afloop van dat dienstjaar zal worden uitgekeerd
N.B. Impeta accepteert onder dank de subsidie en -voorwaarden.
26-11-1897
Bij de begroting voor 1898 delen G.S. mee dat in de jaarwedden van Burg en secr. een
rijksbijdrage kan worden geraamd van ƒ 250,-; dit is aanleiding om de wedde van de B. te verhogen
met ƒ 100,-, die van de secretaris ook met ƒ 100,-, die van de ontvanger met ƒ 75,- en die van
de wethouders elk met ƒ 12,50.
6-12-1897
Ingaande 1-1-1898 zal aan de bode of bediende voor de bediening bij alle vergaderingen ten
raadhuize een vaste jaarlijkse beloning van ƒ 259,- worden uitbetaald toe te kennen opdat
dit niet meer voor rekening van de raad zal geschieden en alzo de jaarlijkse rekening van die
bediende kan vervallen.
18-01-1898
De commissie van onderzoek naar brongasboringen rapporteert. Met het oog op de grote kosten
van aanleg en onderhoud tegenover de weinige kosten der petroleumverlichting, en ook, dat
brongasverlichting der scholen en onderwijzerswoningen niet geacht kan worden in het belang van
het onderwijs te zijn wordt op het verzoekschrift der hoofden o.l.s.
afwijzend beschikt.