» Historisch overzicht van het bestuur van de gemeente Andijk » 1945 - 1946
22-10-1945
Raadsverkiezingen noodgemeenteraad.
26-10-1945
Eerste raadsvergadering na de oorlog. In de raad die volgens de wet uit elf personen
kan bestaan hebben thans 7 leden zitting. ....Het zal wel geen taak voor vier jaar zijn,
wellicht voor niet langer dan ongeveer een half jaar, aangezien er plannen
zijn het volgend jaar normale verkiezingen te houden, aldus waarnemend-burgemeester
en voorzitter J.C.Haspels. Op vijf na zijn alle ingezetenen van de gemeente in de
oorlog gespaard gebleven. Bombardementen of andere oorlogshandelingen hebben hier niet
plaatsgevonden. Voor hen die vielen is een monument vóór het raadhuis opgericht.
De A.R. heeft niet zitting genomen in deze tijdelijke gemeenteraad, omdat het
protestantse deel der gemeente zich bij deze raadsverkiezingen afzijdig heeft gehouden.
4-12-1945
Aanschaffing brandspuit. In 1944 word t.b.v. de brandweer een motorspuit aangeschaft
die op 14 december d.a.v. door de Duitsers werd gevorderd.
29-12-1945
Van een daartoe door verschillende verenigingen ingestelde commissie is een verzoek
ingekomen om van gemeentewege een sportveld in te richten, aangezien er geen behoorlijk
sportveld aanwezig is. Het zal tevens gebruikt kunnen worden als voetbal- en korfbalterrein,
alsmede voor de beoefening van atletiek. Thans is een terrein, gelegen achter de
Meekrapstoof als vootbalterrein in gebruik. Het terrein is niet geschikt gelegen en
voldoet niet aan daaraan te stellen eisen. Voor het nieuwe terrein wordt aansluiting gezocht
bij het perceel dat indertijd door de gemeente is aangekocht t.b.v. het onderwijs in de
lichamelijke oefeningen in het westelijk deel der gemeente. Totale kosten ± ƒ 23.000,-.
De op het sportveld te plaatsen gebouwen zullen door de verschillende verenigingen bekostigd
moeten worden. Wanneer op oost een soortgelijke behoefte zal ontstaan zal de raad ook
hieraan meewerken.
29-01-1946
In verband met het te lage gemiddelde leerlingental en het ontbreken van uitzicht op
enige stijging in de toekomst, besluit de raad -zij het node- de middenschool ingaande 1
april 1946 op te heffen. De op deze schoolgaande leerlingen kunnen onderwijs ontvangen op de
Westerschool, staande op een afstand van ongeveer 1700 m. aan de Molenweg.
Besluit tot instandhouding van de Oosterschool.
19-03-1946
Bij K.B. van 23-1-1946 is aan de heer P. Groot Jzn., ingaande 1-2-46 op diens verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente.
Tijdens de oorlog is in de laatste winter alle wegbeplanting gekapt om te dienen als brandhout.
Ten behoeve van de herbeplanting is op de begroting voor dit jaar een bedrag van ƒ 17.000,-
uitgetrokken (28.000 heesters, 500 sierheesters en ongeveer 1200 bomen.)
20-05-1946
Installatie burg. mr. H.H. Douma. Oud-burgemeester Groot is ook aanwezig.
3-09-1946
Installatie nieuwe gemeenteraad. Einde bestaan noodgemeenteraad. De A.R. zit weer in de
raad. Deze grootste fractie claimt een wethouderszetel. De P.v.d.A ontstrijdt dit recht,
althans de raadsleden m.u.v. de lijstaanvoerder. De lijstaanvoerder steunt de aanspraken van
de A.R. en omgekeerd: 1 wethouder AR, 1 wethouder P.v.d.A. (van Rossum). De fractieleden
verlaten de raadsvergadering en zeggen deze niet meer te zullen bijwonen zolang van Rossum
wethouder is. Volgende verg.: allen aanwezig!
In de installatierede maakt de burgemeester er o.a. gewag van dat er in de gemeente een grote
woningnood heerst: ruim 40 woningen worden door meer dan áán gezin bewoond en ruim 20
trouwlustige paartjes wachten op een huis. De mogelijkheid tot nieuwbouw is zeer beperkt
aanwezig. Voor 1946 en 1947 zijn tezamen 12 woningen toegezegd.