» Historisch overzicht van het bestuur van de gemeente Andijk » 1957
29-03-1957
De scheidende gemeentesecretaris P. de Boer kijkt terug op 50 jaar in dienst van gemeentebesturen.
Vanaf 1906. "Wat betreft de vulpen herinner ik mij dat het er
omstreeks 1906 bij de plattelandsgemeenten nogal zuinig toeging, wat
ook zijn weerslag vond op de secretarie van Stadskanaal. De eerste
ambtenaar kreeg voor gemeenterekening elk jaar een vulpen. Had hij er
een jaar mee geschreven dan ging dat instrument naar de 2e ambtenaar
en zo vervolgens. De salarissen waren toen ook van dien aard, dikwijls
hoorde men ƒ 300,- - ƒ 500,- noemen en ƒ 700,- was al een
topsalaris. Ik begon als volontair. ... Mijn eerste kennismaking met
Enkhuizen was de dag, volgende op die waarin vele noodklokken in NH
zullen hebben geluid als waarschuwing voor mogelijke overstromingen.
De dijk te Andijk kon ternauwernood behouden worden. Als gevolg van de
ramp werd het niet verantwoord geacht langer het dijkbeheer in NH,
benoorden het Noordzeekanaal aan verschillende beheerders te laten.
Het Hoogheemraadschap Noord-Hollands Noorderkwartier kwam toen
tot stand. In 1919 gemeentesecretaris te Andijk. Van het trotse en
imposante raadhuis te Enkhuizen naar de nederige secretariekamer (±
14 m²) in de ambtswoning van de secretaris aan de Geuzenbuurt. Het
huis der gemeente, dat bestond uit niet meer dan een raadzaal op een
bovenverdieping met als beneden de ambtswoning van de vroedvrouw, was
op de Kerkbuurt geplaatst. Hier vonden behalve de raadsvergaderingen,
de huwelijksvoltrekkingen plaats. Naast deze raadzaal was een kamer
met trapopgang, in eigendom toebehorende aan de banne Andijk, de zgn.
polderkamer aanwezig. Om in de raadzaal te komen moest van de
poldertrap gebruik worden gemaakt. Netjes werd in de desbetreffende
acte opgenomen, dat het bestuur van de gemeente het recht van overpad
op de trap had. Er werd een "nieuw" raadhuis gebouwd. Dit
nieuw moet met een korreltje zout worden genomen, immers voor de bouw
werd de afbraak van twee openbare lagere scholen van behoorlijke
leeftijd gebruikt. De eerste steen werd gelegd door de oudste inwoner
van Andijk, de heer E. de Vries. In dit raadhuis werd ook tegen
betaling van huur een kamer ter beschikking van de banne Andijk
gesteld. In 1922 kon het raadhuis worden betrokken, hetgeen een
geweldige verbetering was, vergeleken bij de vorige toestand.
Tijdens mijn aanwezigheid in Andijk is wel veel veranderd. Toen ik
hier voor het eerst kwam, was het één en al bedrijvigheid. Buizen
van meer dan 1 km lengte persten de modder in de dijkgracht om deze te
dempen; op de dijk reed werkspoor om zand en klei aan te voeren voor
de verzwaring van de zeedijk. Vele huizen moesten verdwijnen om
gelegenheid te geven de dijk te verbreden en ook om ruimte te maken
voor de aanleg van een verkeersweg. De huizen welke door Drechterland,
die met de verzwaring van de zeedijk was belast, werden gekocht om de
beschikking te krijgen over de benodigde grond, werden voor een zacht
prijsje door verschillenden teruggekocht om op een anders plaats te
worden herbouwd. Vele werden afgebroken, enkele over de weg verrold;
weer andere bouwwerken werden op schuiten vervoerd. Aan een
plaatselijke commissie werd opdracht gegeven na te gaan welke
maatregelen er moesten worden genomen om te voorzien in de behoefte
aan bouwterrein. Vele bijeenkomsten werden op verschillende plaatsen
met de ingezetenen gehouden om bekend te worden met hun verlangens.
Als gevolg van deze besprekingen besloot de toenmalige raad tot het
vaststellen van een wegenplan, welk plan na heel wat schermutselingen
tussen voor- en tegenstanders tot stand kwam. Het gemeentelijk
grondbedrijf, geëxploiteerd voor rekening van de provincie NH en de
gemeente Andijk, werd opgericht. Het Rijk verleende in de exploitatie
een jaarlijkse bijdrage. De bedoeling van dit plan was gelegenheid tot
bouwen te geven. Dit was nodig aangezien t.b.v. de dijkverzwaring zeer
vele woningen moesten worden gesloopt en langs de dijk geen behoorlijk
bouwterrein aanwezig was. De verkoop van terreinen nam de eerste jaren
een zodanige omvang aan, dat reeds in 1929 moest worden omgezien naar
meerdere bouwmogelijkheid. Deze werd gevonden door langs de toen nog
genoemde "nieuwe weg" aan de noordzijde bouwterrein te
maken. Dit wegenplan was in feite het eerste uitbreidingsplan in hoofdzaak.
In 1953 kwam op aandringen van Gedeputeerde Staten een volgend
uitbreidingsplan in hoofdzaak tot stand, dat zich met meer details
bemoeide. Als gevolg van dit plan werden plannen van uitbreiding in
onderdelen vastgesteld met de bedoeling van het maken van woonkernen,
zulks met het oog op het tegengaan van een te dichte lintbebouwing.
Als gevolg van de dijkverzwaring moesten zeer vele bewoonde woningen
worden afgebroken. De gemeente moest overgaan tot de bouw van te
verhuren woningen. Door de gemeente werd een woningbouwvereniging
opgericht, waarvan de leden door de raad werden benoemd. De vereniging
was rekening en verantwoording aan de gemeente verschuldigd, welke
vorm een unicum in den lande werd genoemd. Oprichting in 1919. Deze
vereniging, begonnen met de bouw van 20 woningen, exploiteert thans 52
woningen en dit aantal zou wel worden uitgebreid indien niet van
gemeentewege, i.v.m. de veranderde omstandigheden en inzichten,
getracht wordt de vereniging te doen opheffen en hiervan een
gemeentelijk woningbedrijf te maken. Tijdens mijn ambtsperiode werden
gebouwd, drie openbare lagere scholen, w.v. één een bestemming tot
tuinbouwschool kreeg. Voorts werd de toenmalige bijzondere lagere
school met de Bijbel vervangen door een nieuw schoolgebouw, dat thans
bekend staat als de Idenburgschool. De nu als Dr. Kuyperschool bekend
staande bijzondere lagere school werd met enkele lokalen vergroot. Het
R.K. volksdeel dat, wat het onderwijs betreft voorheen was aangewezen
op Wervershoof, kreeg in hun midden een nieuwe school.
Verschillende in 1919 gebouwde bruggen werden vernieuwd en tevens
verbreed. De smal aanvoelende bruggen voldoen voor het wegverkeer niet
meer. Het verkeer van toen richtte zich hoofdzakelijk op Hoorn,
Enkhuizen en de Streek en voor velen niet verder, dit ter
verontschuldiging van het toenmalige gemeentebestuur. Het verkeer
bestond uit wat wagens en rijwielen. Bovendien werd bij de bouw van de
bruggen met het verkeer te water dat minstens even intensief was als
het wegverkeer in grote mate rekening gehouden met als gevolg, dat vele
bruggen scheef in de weg kwamen te liggen en eigenlijk
verkeersobstakels zijn geworden. ...De sanering van de Bangert, niet
alleen in het belang van de volkshuisvesting maar ook uit medische
overweging van betekenis, is een ingrijpende operatie waarvan de kosten niet voor de poes zijn.....