» Lectori Salutem » Nummer 20
VRIJ WERK .... Mevr. A. Gutter-Vriend
't Vorig jaar, bij het zien van zoveel nieuwe leden, dacht ik: "Ik wil eens iets vertellen over
Woordkunst, hoe het was voor zij er op waren. Niet over het eerste begin, want dan moeten ze bij nog
oudere mensen zijn. Laat ik direct zeggen dat ik lang niet volledig wil zijn. Enkel wat indrukken
vanuit mijn hoekje. Ruim acht jaar geleden ging ik dan naar Woordkunst. Vergadering in het
"Gebouwtje".
"Het Gebouwtje" ... dat woord bracht me al direct in de juiste stemming. Wat wisten de mensen
vroeger toch geschikte namen te bedenken, zo vol van sfeer en intimiteit. Wij zouden tegenwoordig met
zo'n grote vergaderzaal al gauw praten van clubhuis. Je kunt natuurlijk moeilijk zeggen: "het
Meiboompje" of "het Kooitje". Met dat laatste wordt gewoonlijk iets anders bedoeld.
Ik stapte dan als gast binnen en schrok meteen van het holle geluid van mijn voetstappen.
Maar iedereen kwam zo binnen, de acoustiek werd geroemd. Nadien ging ik op spek- of rubberzolen. Van
die eerste avond herinner ik me "Studentenmaskerade" van de heer W. Siebesma en een kleine
opmerking van de heer Gerrit Sluis. Woordkunst en de Reciteerclub Taalbloei waren toen nog maar kort
met elkaar getrouwd en dat was te merken ... zoals in veel jonge huwelijken hadden de dames de tact
de heren in de waan te laten, dat ze mochten schijnen wat ze misschien officieel waren! Zo ging het
ook hier, de heren hadden het beslissende woord. In de rondvraag vroeg ik of ik lid mocht worden.
Ja, dat ging toen nog zo, er werd dan zonder je, over je beslist, het was toen een gunst als je lid
mocht worden. Eén van de heren wilde eigenlijk in het reglement vastgesteld zien dat er geen
meerderheid van dames op de club mocht komen, stel je voor dat ze door hun aantal te grote zeggenschap
zouden krijgen. "Ik zou het persoonlijk onnatuurlijk en irriterend vinden als bijv. een presidente
hier de leiding zou krijgen", aldus die heer.
Terzake, ik werd aangenomen. Er konden nog enkele dames bij (waarbij ik moet opmerken dat er familie
van me op de club was, dus niemand zei iets tot mijn nadeel). Maar kort na mij gaven zich op één
avond drie dames op als lid, twee nieuwe leden en een dame, die tijdelijk had bedankt, omdat ze meende
haar krachten te moeten geven aan de geboorte van een natuurlijk in plaats van aan een geesteskind of
kinderen.
Maar drie is één te veel, en ook hier zou het uiterste aantal met twee erbij, bereikt
zijn.Wie zou er moeten worden teruggewezen? Ik, als jong kuiken, voelde toch de spanning. De veelkleurige
wanden leken zich wel iets uit te zetten, maar gelukkig was er altijd wel een raampje stuk, zodat er
niets bijzonders gebeurde.
De voorzitter sprak tenslotte het verlossende woord. "Laten we drie maar aannemen, er is bij zoveel
getrouwde dames zo af en toe wel een gelukkige reden om tijdelijk te bedanken", sprak hij en kort
daarna bedankte zijn eigen vrouw, om redenen alleen bij de voorzitter bekend. Ruim een half jaar later
werd de kleine Johannes geboren ...!
Tot zover voorlopig.