» Jaarboeken "Oud Andijk" » 1982 » pagina 13-19
Die goede oude tijd dan te rekenen vanaf 1900, want daarvóór was hier geen openbaar vervoer.
Er is een anekdote van een boerenmeid, die met haar baas een dagje mee naar Hoorn mocht. Toen ze bij de Vale
Hen zag, dat er bewesten Hoorn ook nog land lag, vroeg ze: "Baas, is dut allegaar nag wereld?".
Niet zo vreemd, want vóór 1900 kwam het gewone volk niet voorbij Hoorn. De boeren met eigen
gerij soms, maar ook niet zo vaak. De gewone man ging ‘per pedes apostolorum’, d.w.z. te voet
gelijk de apostelen. Mijn grootvader liep ook van Andijk naar Hoorn om inkopen te doen. Als hij een eind
met een boer mocht meerijden, had hij geluk, anders was het lopen, vier uur enkele reis!
OMNIBUS VAN BAAR.
Het eerste openbaar vervoer was de paarden-omnibus van van Baar. Die reed van Medemblik naar Buurtje, want
Buurtje was de kern van Andijk. Voorbij de Meiboom woonden maar weinig mensen en de boeren hadden hun eigen
gerij....
Van Buurtje reed van Baar naar Hoogkarspel, dat was het naaste station. (De trein Hoorn-Enkhuizen is in 1884
gekomen). Zodoende had het oosteind van Andijk geen openbaar vervoer.
"Brouwertjes metòr"
Om hierin verbetering te brengen, werd een vereniging opgericht met de
veelbelovende naam: "De Volharding". Voorzitter was meester Arie
Warnaar, hoofd van de openbare school in de Bakkershoek, de :
"Warnaarskoôl". Secretaris was Jacob Kooiman Pz.,
zaadhandelaar. Er waren zeven bestuursleden en 49 leden.... De
contributie was een kwartje per jaar en het kostte vaak nog moeite om dat
binnen te krijgen! Het doel was, een motorboot te laten varen op Enkhuizen
en Hoogkarspel. Er waren twee gegadigden; Pieter Brouwer Ez. en Dirk van
Heezen. "Brouwertje" won het. Een dapper mannetje met veel
humor. Hij kreeg van de vereniging een subsidie van ƒ 350,- per jaar, de
rest moest uit de tarieven komen. Waar die boot vandaan kwam, weet ik
niet. Er was een kajuit over de hele lengte, die 's avonds verlicht werd
door een petroleumlampje. Dat lampje ging mee naar buiten, als er vrouwen
moesten uitstappen op een donkere stoep.... Bij "gesloten water"
(ijs), moest Brouwer een wagen laten rijden, via de Enkhuizer dijk. Lekker
fris, boven op die dijk, bij winterweer! Er was veel gesukkel. De kennis
van motoren was nog gering en de berichtgeving gebrekkig. Zo gebeurde het,
dat de passagiers in het Kerkeveld vergeefs zaten te wachten op de
boot.... en vandaar de wagen op de Enkhuizer dijk zagen rijden, "tot
hun groot ongerief".... De boot voer vanaf de Toemersloot
("Honk") naar de Kathoek, (Kees Kramer) en dan door de
Kathoeksloot en Knokkel naar de Kerkesloot. Maar daar begon de ellende!
Net voorbij de laatste boerderij was een strook met zandbanken. Dat was
"loopzand" en daar was weinig tegen te doen. Uitbaggeren hielp
weinig, het zand vloeide toch weer toe. Dan moest er met de kloet geduwd
worden en dat eind duurde haast even lang als de hele reis naar
Enkhuizen.... Daar werd aangelegd bij "de Doelen", vroeger de
stamkroeg van de Enkhuizer schutterij. "Brouwertjes metòr"
heeft gevaren van 1908 tot 1911.
Toen kwam de:
AUTO-OMNIBUSDIENST "WEST-FRIESLAND".
Dat was, evenals "de Volharding" ook een coöperatie,
waarvan Dirk Mantel Kz. "directeur" was. Het bestuur bestond
verder uit "notabelen", o.a. notaris Jan Wagemaker. Van Verwey
en Lugards Automobiel Mij. in den Haag werd een "Bussing"
auto-omnibus gekocht, op massieve banden. Geen onverdeeld genoegen, zo'n
ritje boven op de Enkhuizer dijk: een paardestraatje in het midden en
kuilen aan weerskanten! De chauffeur zat onbeschermd, alleen leren
zeiltjes hielden wind en regen wat tegen.
Om de dienst wat perfekter te kunnen uitvoeren, werden kort daarna twee
kleinere busjes gekocht, zodat tegelijkertijd op Enkhuizen en op
Hoogkarspel gereden kon worden. In de Bakkershoek werd een garage gebouwd,
maar die is na de storm van 1916 weer verdwenen. Intussen waren er grote
plannen, om Andijk uit het isolement te verlossen. Dat zou dan gaan per....
STOOMTRAM.
Reeds in 1895 waren er plannen voor een stoomtram Schagen-Enkhuizen. Het eerste deel, van Schagen tot
Wognum was al op 1 november 1898 geopend. Nu
moest de lijn nog doorgetrokken worden van Wognum naar Enkhuizen. Daardoor
zouden Nibbixwoud, Hauwert, Wervershoof en Andijk aan de spoorlijn komen
te liggen! Blij vooruitzicht dat mij streelt.... In de Zuiderkogge
(Venhuizen, Wijdenes) reed de stoomtram reeds vanaf 1903. Dat moest hier
ook kunnen! Bij de aanleg van de wegen langs Kleingouw en Knokkel werd nog
met de Stoomtram rekening gehouden. Er werd een paralelsloot gegraven ten
Noorden van die wegen en de strook tussen weg en sloot heette "de
trambaan". (Rob Leegwater heeft die naam nog aangehouden).
Eilacie, de tramwegplannen gingen niet door.... De trambaan werd verhuurd
aan de volkstuinders en hier en daar werd er een huis op gebouwd.
De storm van 1916 bracht ook veel hinder voor het verkeer. De dijk was
zwaar gehavend, de weg met modder versperd en de dijkgracht op veel
plaatsen dicht.... Gelukkig hadden we toen een zeer voortvarende
burgemeester, de latere dijkgraaf Groot. Die haalde uit de Langedijk een
motorboot, ongeveer van hetzelfde type als "Brouwertjes metòr"
en zo hadden we in 1916 een
GEMEENTE MOTORDIENST.
Motordrijver op die boot was eerst Arie Lammerse, daarna Hendrik Lub.
Conducteur was Piet van Zwol. De boot voer beurtelings op Enkhuizen en op
Hoogkarspel. Dat was een uitkomst in die jaren, want het duurde nog lang,
eer het verkeer langs de weg weer normaal mogelijk was. In die jaren werd
de zware berm aan de binnenkant van de dijk gemaakt en de dijkweg meer
naar binnen verschoven. Het duurde tot 1922 eer dat werk allemaal klaar
was. Tot zolang heeft de gemeente motorboot gevaren. Op 1 April werd de
dienst opgeheven. Toen kwam
LEO KORS.
Leo Kors was de zesde uit het grote gezin van Hein Kors in Hoogkarspel.
Zijn broer Piet, de oudste van de negen kinderen, was al chauffeur geweest
bij de autodienst "West-Friesland" voornoemd. Leo was kameraad
van Minne van Heezen en ze pasten precies bij elkaar. Het personeel van
Minne moest eens ijzeren stangen vervoeren met een personenauto. Het ging
niet, ze waren te lang! "Zo-zo", zei Minne, "kan dat
niet?" en hij stootte het achterruitje kapot. Toen kon het wel! Leo
Kors was uit hetzelfde hout gesneden. Als er maar hier en daar wat
vastzat, was het "rije maar". Zijn garage was de vroegere
Meekrapstoof. Die heeft hij in oktober 1925 van Cor Smit gekocht.
Zijn wagenpark was van allerlei soort; groot en klein. Eens had hij een
"sightseeingcar", een grote open wagen voor 40 personen. Geen
prettig ritje, bij regenachtig weer op het Zijdwerk! Dat gaf niets! De
dienst moest gereden worden, hoe dan ook!
Leo Kors heeft gereden tot 1930. Toen werden alle autobusdiensten en
-dienstjes gelijkgeschakeld in de "WACO", de Westfriese Autocar
Onderneming. Dat was het werk van Johannes Bernardus Post, een organisator
eerste klas! Leo Kors vertrok naar Heemstede en vestigde daar een
touringcarbedrijf. Wie nu de fraaie, airconditioned tourbussen van Leo
Kors ziet, denkt nog wel eens terug aan de rammelkasten waarmee hij
begonnen is.... Een eresaluut aan die man!
Vóór de Waco er was, reden er overal ook kleine "wilde"
bussen, meestal Fordjes voor 20 personen. Die reden geen vaste dienst,
maar (vooral zondags) naar kermissen of voetballers. Te Andijk waren dat
de Vos & Kloppenburg en Piet Buishand.
In 1932, bij het 50-jarig bestaan van de vereniging "Akkerbouw"
werd voor de leden en hun vrouwen een reis naar de Zuiderzeewerken bij
Wieringen georganiseerd.
Daarvoor werden 22 bussen bijelkaar gescharreld uit de wijde omtrek, om daarmee 532 personen
te vervoeren. Een prachtreis voor mensen, die gewoonlijk niet ver van huis kwamen. De zucht naar
centralisatie leidde ertoe, dat de Waco opging in de Naco, de Noord-Hollandse Autocar Onderneming.
Toen reden er meer uniforme, groen-witte bussen door Noord-Holland. Ook
kwamen er conductrices op de bus. In 1974 werd dat NZH, Noord- en Zuid
Hollandse en de groen-witte bussen werden toen geel.
Nu vertrekt er elk uur een bus van Andijk naar Hoorn en om de twee uur
naar Enkhuizen. De lieve jeugd kan zich moeilijk voorstellen, dat je in
die goeie ouwe tijd vier uur moest lopen om in Hoorn te komen.
"Dan waren ze wel goed crazy"....
Wij hebben nog wel waardering voor wat onze vaderen presteerden!
Piet Kistemaker, 1982