» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1985
» pagina 33-34
Het Nutsdepartement Andijk/Wervershoof is opgericht in 1835. Het bestaat
in naam nog steeds. "Het Nut", zoals het bij afkorting werd
genoemd, is indertijd opgericht om het volk te verheffen. Dat klinkt nu
neerbuigend in onze oren maar dat moeten wij toch anders zien. De
levensomstandigheden van de arbeidersklasse waren in die jaren voor veel
verbetering vatbaar. Bijvoorbeeld ten aanzien van onderwijs,
gezondheidszorg, cultureel leven, enz. Het Nut heeft op deze terreinen in
den lande en ook hier heel veel gedaan als onder andere het oprichten van
naai- en breischolen, van een spaar- en leenbank, bibliotheek,
ziekenfonds. Vele verenigingen zijn met steun van het Nut opgericht.
Velen zullen zich nog de roep van Kaastra herinneren:
"boekenruil". Maar het moet ook gezegd dat het op vele plaatsen
een elitair gezelschap was dat het bestuur van het Nut vormde: de dominee,
de notaris, de dokter, de hoofdonderwijzer en nog wat rijke boeren.
Bovendien werd er gestemd alvorens iemand als lid werd toegelaten. Het
aantal leden was niet groot: in de jaren rond 1872 waren er 20 tot 25 leden.
Het is heel begrijpelijk dat hier de nodige kritiek op kwam, niet alleen
bij de "mindere man", maar ook bij de meer gegoeden waren er die
niet tevreden waren met de bestaande verschillen onder de Andijker
bevolking. Dat waren onder meer Jn. Groen en de molonaar-timmerman P. de
Vries. Het waren sociaal bewogen mensen zouden wij nu zeggen. Voeg daarbij
een briefje dat Jn. Dol namens het Nut had aangeplakt met een voor tweeërlei
uitleg vatbare tekst, de bestaande onvrede onder velen, de grote
verschillen tussen arm en rijk, dan is er maar weinig meer nodig om een
uitbarsting te hebben.
Jn. Groen was een byzondere man; oudere Andijkers die hem nog gekend
hebben, vertelden mij dit. Hij woonde aan het Singerspad in een boerderij.
Hij was boer en kon leven zoals hij dacht dat het goed was. Hij was
een goede kolver en kwam uit op wedstrijden in de regio.
P. de Vries was timmerman en aannemer onder andere van sluiswerken. In
1873 heeft hij een molen gekocht uit Wieringerwaard en deze bij de Krimper
weer opgebouwd. Het was een watermolen, maar hij maakte er een meelmolen
van om graan te malen voor de bakkers en voevoer voor de boeren. Hij was
dus afhankelijk van zijn klanten en het is niet ondenkbaar dat deze
affaire hem niet in dank is afgenomen door een deel van de Andijker
bevolking. In 1877 heeft hij de molen moeten verkopen en is hij naar Renkum verhuisd.
In 1881 werd de molen gekocht door H. Tuytel uit Alblasserdam. In de
volksmond was het de molen van Tuytel, maar eigenlijk was het de molen van De Vries.
De secretaris van het Nut was de hoofdonderwijzer K. Kooiman Azn. Hij werd
in datzelfde jaar gehuldigd omdat hij 25 jaar onderwijzer was in Andijk en
het was tevens 40 jaar geleden dat hij de bevoegdheid verkreeg. Zijn
notulen muntten uit in mooie volzinnen, iets wat in die tijd op hoge prijs werd gesteld.
Onderstaand volgt dan verder het verslag over het oproer in Andijk,
zoals dit woordelijk in do notulen staat vermeld. Bedenk wel bij het lezen
daarvan dat het toen werd geschreven, vele jaren vóór 1985.
C. Visser.