» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1985
» pagina 53
In bezit van de familie De Kroon te Andijk bevindt zich een manuscript in een viertal schriften,
waarin beschouwingen uit 1930 zijn geschreven als herinneringen aan deze plaats van de eerste helft
tot het laatste kwart van de vorige eeuw. Het zijn ten dele overleveringen van G.J. Prins, een voorouder
uit de familie. Wij zullen deze beschouwingen niet geheel hier herhalen, maar wel een aantal gegevens
daaruit lichten, die interessant genoeg zijn om ze opnieuw in de belangstelling te trekken. Zo lezen
wij dat er in 1830 te Andijk 228 huizen in nummers waren aangegeven voor 1288 inwoners. In 1928 zouden
er ongeveer 800 inwoners zijn geweest, want er waren velen vertrokken baar Grootebroek en de IJpolders.
En er was, mede door de moeilijke omstandigheden een aantal mensen gelmigreerd naar Noord-Amerika. Er
was in de vorige eeuw in dit gebied vooral weiland met veehouderij en weinig bouwland. Akkers lagen
vooral op de hogere gronden, omdat de lagere gedeelten vaak in de winter veel te nat waren. Soms kon
men met de schuit het gehele gebied overzeilen met inbegrip van het land dat normaal als land in gebruik
was. Dat gold bijvoorbeeld het land benoorden Kleingouw en het gebied in de omgeving van de Kathoek.
Soms kwam zelfs het water binnen de huizen. Er werd een verhaal verteld dat het voorkwam dat mensen
met de klompen aan naar de bedstee gingen en deze klompen de andere dag niet konden vinden omdat zij
waren weggedreven. Het was in de tijd dat de bemaling van de polder plaats vond door middel van vijf
molens te Andijk, drie bij Enkhuizen en vijf bij Broekerhaven. De Andijker molens zouden alleen bij
Zuidwesten wind hebben kunnen malen met schepbladen. Later werden die molens draaibaar gemaakt en van
een vijzel voorzien in plaats van de schepraderen.
Door de slechte ontwatering van poldergedeelten was
veel grond ongeschikt voor bouw- en tuinland, maar wel redelijk voor het boerenbedrijf waarbij de
veehouderij een grote rol speelde. In 1928 waren de molens van Enkhuizen allang niet meer in gebruik.
Andijk had intussen een stoomgemaal met een pomp, later zelfs met twee pompen. In 1910 zouden alle
molens van Andijk verdwenen zijn en de molenkolk gedicht. In 1928 waren er voor de polder "Het
Grootslag" drie watergemalen aan het werk te Broekerhaven en te Andijk. Andijk pompte met een
grote motorpomp en een electrische pomp. Daardoor werd betere bemaling,
betere waterbeheersing mogelijk en dat gaf verandering in het landbouwbedrijf.