» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1988
» pagina 18-19
De broers Jan en P.Schuurman en hun zwagers Jan Jonker en Klaas Prins bouwen voor gezamenlijke
rekening een meestoof om daarin de hier geteelde meekrapwortels te verwerken tot grondstof voor de
verfindustrie.
Uit de notulen van het Nutsdepartement van 2 oktober 1860 lezen wij: "Deze dag mogt voor Andijk
wel een feestdag heeten. Niet alleen zag men
de vlag op de kerktoren; zij wapperde tegelijk ook vrolijk op een nieuw
gebouw dat op korten afstand van het Kerkgebouw was gesticht."
Dat nieuwe gebouw was de meestoof, "in de loop dezes jaars daargesteld
voor rekening van vier personen, van welke twee, de heeren Jan Jonker en P. Schuurman
Cz., leden zijn van het departement van onze maatschappij.
In dat genoegzaam voltooide en met de vaderlandse vlag versierde gebouw werd
het feest der inwijding gevierd. Ter bijwoning van dit feest hadden de
stichters enige vrienden uitgenodigd, alsmede de voorzitter en de secretaris
der Hollandse Maatschappij van Landbouw van de afdeling Enkhuizen.
Allen viel een hartelijke ontvangst, een gul onthaal ten deel, onder ene
gepaste toespraak werd aan den heer Bleiswij, Burgemeester van Enkhuizen,
aan de stichters der Meestoof eene zilveren Medaille, benevens getuigschrift
uitgereikt, welke toespraak op even gepaste wijze door den Heer Van Campen
werd beantwoord, en allen deelden gewis in den wensch, bij die gelegenheid
uitgesproken, dat de Heeren stichters der meestoof gelukkig mogten slagen en
de landbouw mogt blijven bloeijen en zi [zij?] zich door vooruitgang kenmerken."
De heer Van Campen was dominee van Buurtjes Kerk en voorzitter van het Nut.
De teelt van de meekrapwortels is vrij zeker niet van lange duur geweest. Zo
rond de jaren 1870 daalde de prijs aanzienlijk en was de teelt niet meer
lonend. Voor welke doeleinden de meestoof nadien is gebruikt weten wij niet.
Wel is bekend dat in 1866 Meester Hammes de toenmalige arts pogingen heeft
aangewend om hier gymnastiekonderwijs te doen geven, een gedeelte was
hiervoor beschikbaar voor ƒ 25,- per jaar, aan materiaal was er voor ƒ 100.-
nodig. De Gemeenteraad vond het allemaal te duur.
Jan Jonker laat de meestoof na aan zijn zoon C.Jonker in 1889 en deze
overlijdt kinderloos in 1906. De meestoof wordt dan verkocht op een openbare
verkoping aan Jan Groot Pz., de vader van Burgemeester P.Groot.
De stoof, zoals het gebouw in de volksmond werd genoemd, word betrokken door
C.Tensen Tjz., schoonzoon van Jn Groot Pz. Hij gebruikte het gebouw als
tuinderschuur en bebouwde het land achter de stoof. Hij was een van de
eersten, die in de winter kool ging bewaren. Ruimte was er genoeg. Dat ging zo door tot de jaren twintig.
C.Tensen verhuisde, net als vele anderen naar Kleingouw. Nu woont Anne
Swart er. De meestoof word verkocht aan C.Smit, die er een malerij in
vestigde. Hij verkocht veevoer, enz. Cor Kieft heeft nog bij hem gewerkt.
Het aantal boeren verminderde regelmatig en in 1925 stopte C.Smit en
verkocht het gebouw aan Leo Kors, die er een busgarage van maakte. In 1930
vertrok Leo naar Den Haag en de meestoof kwam in handen van de Waco als
garage. P.Tromp woonde in het gebouw; hij was buschauffeur bij de Waco. In
1941 koopt P.Pool het gebouw en P.Kooyman Rz. trekt in de woning en
exploiteert het gebouw. Hij fokt er kuikens op tot ze zes weken oud zijn.
Het is dan oorlog en er komt gebrek aan kleding; wol is te koop in de vorm
van schapenvachten en Piet, die timmerman van beroep was, ging
spinnewielen maken. Dat doet hij goed. Toen na de oorlog de bedrijvigheid
weer op gang kwam ging Piet sorteermachines maken voor bloembollen. De
Meestoof wordt de geboorteplaats van het latere bedrijf "Excelsior" uit Bovenkarsppel.
Akkerbouw, de coöperatieve aan- en verkoopvereniging, had na de oorlog
behoefte aan een groot gebouw om aardappelen en bloembollen te bewaren.
P.Pool bood de meestoof aan. Een onderzoek wees uit dat ondanks de grootte
het gebouw voor deze doeleinden te klein zou zijn en de ligging was niet
gunstig, noch de bereikbaarheid. Men was in die jaren nog aangewezen op
vervoer per schuit. In 1956 wordt Wim Duyn eigenaar van de meestoof. Hij
was handelaar in tweede handse auto's en een zeer bekende figuur in
West-Friesland, die later is verhuisd naar Abbekerk.
Frans Koomen kocht het gebouw en de functie daarvan bleef autogarage.
Jo Kolenberg heeft er omstreeks de jaren zeventig tijdelijk een
kunststofindustrie in gevestigd. Hij maakte boten van polyester en ook
stroomlijn kuipen voor motorfietsen, Voor de gemeente Bloemendaal heeft
hij twaalf vazen gemaakt van polyester, die er nog wel ergens zullen staan.
Na een bestaan van 128 jaar is de "Stoof" gesloopt. Je kon het
zien aankomen. De laatste jaren begon het dak zo hier en daar door te
zakken. Het moet toch wel een hecht gebouw zijn geweest; er heeft zich
heel wat daarin afgespeeld. Op dezelfde plaats staat nu een nieuw pand
want de voeting was nog goed. Het lijkt alsof de Meestoof een nieuwe jas
heeft aangetrokken. De naam "Meestoof" zal nog lang in onze herinnering blijven.
C. Visser