» Oud Andijk in Beeld » Deel 1 » Pagina 105
105.
Vol aandacht kijken de twee trekhonden naar hun belager: „Wat gaat er gebeuren?"
Ook de derde, ontkomen aan het lot van zwaar trekwerk houdt de vreemdeling goed in het oog. Melkboer
Kramer, zijn verantwoordelijkheid kennende, hanteert hier het gezegde „Voorkomen is beter dan
genezen” en heeft de jonge dames Simontje en Nelie Mantel achter het hek gedirigeerd.
Daar zijn ze, de klompkens aan, veilig voor het geval dat de honden agressief zouden worden van het
monster op drie poten en één oog. Simontje (later tweede echtgenote van Jan Zee Meindertzn.)
en haar (jong overleden) jongere zuster Nelie zijn kinderen van Piet, ze woonden in het er naast gelegen
huis.
Ook de dochter van Albert (zoon van Kees Kramer uit de Kathoek) kan niets gebeuren ze zit hoog en droog.
Bij de honden, Dirk, broer van Kees.
Op de wagen, tussen de afgebladderde emaille emmer en melkbus in, het z.g. brijvat.
Deze, zeer gewilde brij (gortepap) maakte men zelf en werd bijna huis aan huis verkocht.
Later werd dit in melkfabrieken gemaakt en in flessen aan de man/vrouw geleverd.
De mannen zijn weer terug van de dagelijkse ventdag, ze staan bij hun twee-onder-een-kap woning, links
woonde Dirk, rechts Albert en Grietje Basjes.
De beide mannen zijn later verhuisd naar Haarlem waar ze, Albert bij de spoorwegen en Dirk als groenteboer,
hun dagelijks brood verdienden. Nieuwe bewoners werden toen Piet en Dirk Basjes, later kregen die Simon
Kooiman Jacobzn. als nieuwe buurman.
In het derde (witte) huis woonde Jaap Mantel, broer van Piet.
Daarnaast is het onderkomen voor schoolmeesters verbonden aan de „Gereformeerde” school,
dat waren o.a. meester Meijer en van Dam.
We verlaten het Betonpad en gaan weer naar de dijk, daar zien we de achterkant van de
„skeerwinkel”.