Kistemaker

Thuis » Oud Andijk in Beeld » Deel 1 » Pagina 113

Oud Andijk in Beeld, deel 1, pagina 113.

113.
Dit zijn de laatsten vóór de bocht, en als we de Enkhuizer courant van 28 juni 1919 mogen geloven zullen ze, drie en een half jaar na de stormramp, allen worden onteigend.
Ze komen voor op de Staat behorende bij het Koninklijk Besluit van 14 februari 1919 (staatsblad nr. 30) tot onteigening van de percelen in de gemeenten Enkhuizen, Andijk en Wervershoof, ten behoeve van het verhogen en verzwaren van den Drechterlandse Zeedijk.
Gelukkig ontkwamen er enkele aan deze onheilsmededeling, hun huis lag over de sloot en konden blijven staan.
Voor de andere echter was er geen ontkomen aan, ze moesten verdwijnen.
Voor het eerste, van Herke Dekker, was het buiten kijf dat ging om, het volgende en grootste van Jan Boeier is verplaatst naar de Horn.
Dat van metselaar Jan Visser Abrahamszn., later van Dirk Nijdam bleef staan, zo ook dat van Jan Krul (Jan van Betje, moeders naam).
Het laatste, van bouwer Dirk Kramer staat wel op dezelfde lijn maar moest toch om, dit vanwege de te maken bocht in de nieuwe weg.
Achter het huisje van Herke Dekker het dak en schuitehok van Piet Bloemendaal Wzn.
Aan de waterkant een berg schelpen, goedkoop materiaal om het onderpad weer eens wat aan te vullen.
Om dat te verkrijgen behoefde men niet ver van huis, aan de andere kant van de dijk lag het, op sommige plaatsen overvloedig.
Het kapitale pand van Willem Kooiman brengen we nog even in herinnering, dat het gebouwd is voor mens en vee is vanaf deze positie goed te zien aan de stalraampjes (z.g. halve maantjes). Dat het een zeer heldere dag was moge blijken uit het waarnemen van de kerk aan het Kerkepad en de daken van boerderijen welke zijn gelegen aan de dijk, gemeente Enkhuizen.

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk