» Oud Andijk in Beeld » Deel 2 » Pagina 11
11.
De situatie omstreeks 1919 van uit het Noord-Oosten gezien.
Het eerste bruggetje voert naar de eerste Pastorie, bewoond door D. Schuurman Dzn.
De tweede naar de bakkerij van Marinus Dekkers, het derde naar de woningen
aan het lange Palingpad, terwijl het vierde toegang geeft naar de knusse
woning van Wouter Sas en Aaltje Boeier (wed. van Reinder Kooiman, moeder van rijke Pietje).
Tussen de woningen van Sas en Godvliet ontwaren we een bouwsel, dat een
uit zwart geteerde planken bestaande schuur blijkt te zijn, eigendom van Wouter.
In de gereformeerde kerk aan de Middenweg bevindt zich een pentekening van het houten kerkje.
Gelet op de afmetingen daarvan is het aannemelijk dat niet alleen het
huisje van Godvliet maar ook de schuur van dat materiaal is gemaakt.
Achter de schuur ligt een open veld, daar is later voor Wouter een nieuw
huis gebouwd, en kwam zoon Antoon in zijn oude woning.
Aan de andere kant van het veld, gescheiden door een sloot, ontwaren we
het domicilie van gemeente timmerman Frederik de Jong, met er naast zijn forse schuur en schuitehok.
Op de volgende ansichten zien we dat er aan de zuidkant een zelfde type woning is aangebouwd.
Het er naast staande, met vier schuin aflopende dakkanten, is gezet door
Jacob Prins. Rechts van Frederik zien we weer dat van zwart Jan, nu A. de Blank.
Daar achter, aan de slootkant, de bijbehorende grote schuur met het afwijkend model dak.
Na de storm van 1967 heeft de schuur een kleinere inhoud gekregen, het dak is verlaagd.
Van hieruit is nu ook het kleine houten huisje, (laatste bewoonster Mevr. G. de Blank-v.d.Meer) duidelijk waarneembaar.