» Oud Andijk in Beeld » Deel 2 » Pagina 80
80.
Hoe triest de wereld er in januari 1916 uitzag, laat dit beeld ons zien.
Behalve de troosteloze aanblik van Pieter Baas zijn huisje hangt er ook nog een
grauwe mist somberder kan het niet.
Een vloedgolf van water en modder heeft de muur, waar achter de bedsteden waren,
weggeslagen waardoor het van het ene moment naar het volgende onbewoonbaar werd.
Er is niet veel voorstellingsvermogen voor nodig om te kunnen begrijpen wat er
met dit soort huisjes zou zijn gebeurd, indien de dijk zou zijn bezweken.
De grond zou zijn weggespoeld, en het geheel zou als een kaartenhuis zijn ingestort.
Gelukkig is, door doorbraken bij Katwoude, Durgerdam en afnemend getij, de bevolking
van Andijk en omgeving gespaard gebleven, ongetwijfeld zouden er anders vele
slachtoffers zijn gevallen.
Op de ansicht poseren zeventien mannen. Zouden ze inderdaad bezig zijn met dijkherstel?
Het is mogelijk, maar dan moeten de werkattributen boven liggen want niemand
heeft iets in de hand en van de gebruikelijke kruiwagens geen spoor.
De houten lantaarnpaal ligt zielloos ter aarde, doch zal spoedig weer rechtop
staan.
Wie de eerste avonden na de ramp op pad moest, diende zelf voor een carbid of
olielamp te zorgen. Volgens een oud Andijker geschiedde het onderhoud van de
verlichting van het onderpad door vrijwilligers uit de betrokken buurt en leverde
de gemeente petroleum.
Om de uitblaastocht niet altijd te hoeven maken, vulde men de glazen pot zodanig
dat de olie ter middernacht was opgebrand.
Na 1920 kwam, met de komst van elektrische verlichting, een einde aan deze omslachtige
uitvoenng.
De stolp op de achtergrond is het, in nevel gehulde onderkomen van Willem.