» Oud Andijk in Beeld » Deel 2 » Pagina 117
117.
Hier kunnen jonge generaties zien waartoe hun vaders resp. grootvaders in staat waren.
Sloten graven met de hand en panschop.
We bevinden ons midden in de crisistijd, waarin soms ongeschoolden en afgestudeerden, zij aan zij (in
het kader van werklozenprojekten) ongeschoold werk verrichtten.
Natuurlijk had deze sloot ook machinaal gegraven kunnen worden, dat was toen al mogelijk, doch gelet
op de (niet zo héle grote) lengte en kosten daarvan besloot men er een werkverschaffingsprojekt
van te maken.
We bevinden ons aan Klein Gouw alwaar de mannen bezig zijn de bestaande Parallel sloot te vervangen
door een nieuwe, meer van de weg af gelegen.
Doordat de plannen voor aanleg trambaan definitief van tafel waren, kwam het baantracé vrij en
kon voor andere doeleinden worden gebruikt. De oude Parallelsloot werd, om e.e.a. te ondernemen een
lastige hindernis. Voor elk huis of schuur zou dan weer een brug gebouwd moeten worden.
Door de sloot te verleggen, werden deze bijkomende werkzaamheden voorkomen.
Van twee kanten naderen de mannen de Langedeelsloot, waarop de nieuwe straks zal worden aangesloten.
Deze zal, door middel van de in de schuit liggende zware planken, aan twee kanten worden afgesloten,
waarna het leegpompen (met de reeds aanwezige pomp) kan beginnen.
Daarna zullen de dammen kunnen worden weggegraven.
De noeste werkers, die in de vette klei staan te sopperen, zijn: voorste rij van links naar rechts G.
Boele, Ab v.d. Sluis, L. Leger (hij is kruier en brengt de klei naar de te dempen sloot en Kl. Bakker
Pzn. Er achter (toeschouwer of opzichter?) H. Aalders, R. v. Wijngaarden en Sip Harkema. De anderen
zijn niet bekend.
Op de achtergrond duidelijk zichtbaar de Middenweg met aan de westkant nog maagdelijk bouwterrein.
Opvallend is nog de aanwezigheid van de keet voor polderjongens. Achter de pet van Aalders is deze nog
duidelijk waarneembaar.