» Oud Andijk in Beeld » Deel 3 » Pagina 40
40.
Deze fraaie opname dateert van 1930. Op de pas geasfalteerde slingerweg is geen auto te bekennen. Die
waren er in die tijd ook nog niet veel waardoor deze, model race-baan, tot na de oorlog ongewijzigd is
gebleven. Toen zijn de bochten flauwer gemaakt.
Aan dit rijtje huizen ontbreekt er een op deze ansicht, dat van Jan Krul, eerder van Willem Knip. We
beginnen dus bij dat van zaadhandelaar-commisionair Pieter Vriend. Schoonzoon Geert Scholten bouwde
dit kapitale pand. Jammer dat de naam “Meo Voto” (mijn wens) welke op de voorgevel was aangebracht
later is verdwenen. Zou de nieuwe eigenaar (achteraf gezien) toch iets anders hebben gewenst? Het zicht
op Dries Kuipers huis wordt enigszins ontnomen door de houten PEN paal en bomen. In dat huis bevindt
zich nog een fraaie, originele, tegelschouw uit de negentiende eeuw. Eerder woonden daar Willem Singer
en Trien Kollis. Het mooie huis, met dakkapel, behoorde omstreeks 1900 toe aan de fam. Kooyman. Daarna
aan Simon Scheer, timmerman van professie. De werkplaats staat er achter. Eerder woonde Simon in het
huis van Jan Krul. Na Simon vestigde zich daar Klaas Brandsma, producent sorteermachines, doch verhuisde
van hier uit naar Klein Gouw.
Het pand bleef z'n bedrijfsbestemming behouden. De automobiel was in opmars. Het werd een garagebedrijf
met als eigenaar Sietse Hilverda. Opvolger zoon Iem heeft het daarna overgedaan aan de huidige eigenaar
J.A. Brouwer. Een kijke ter plekke nu, toont ons wel een mooie garage maar het past niet in de bestaande
bebouwing. Te rechthoekig en veel glas.
Van het woonhuis zijn de dakkapel, schoorsteen en waterborden verwijderd. Het is gemoderniseerd. Het
er naast staande is een renteniershuis, gezet voor Jan Schuurman en Trijntje Prins. Latere bewoners de
families (Jaap) Venekamp en (Anne) Keesman, nu (Kees) de Wit.
Vervolgens zien we dat van Johan de Boer en Trijntje Haagsrna, die kennen we van pagina 21. Eerder woonde hier vrijgezel Jan Singer.
In tegenstelling van wat bij Brouwer is verwijderd heeft men hier aangebracht, nl. een dakkapel. Van
het laatste huis op deze ansicht, dat staat tussen dat van de Boer en Griffioen in, wordt de voorgevel
door de wirwar van houten palen aan het oog onttrokken.
Beter te zien is de woning van machinist Wiersrna, dat staat aan het eind. Aan de overkant daarvan,
voor het gemaal ontwaren we een groot bord met opschrift “ESSO” met aan de overkant een klein
gebouwtje. Zou daar al een verkooppunt zijn geweest? Het oogt aannemelijk.