» Kistemaker Archief
» Proza en Poëzie
» Pagina 6
Dit is een mooie dag voor Jan Berkhout. Zijn vrouw is vandaag jarig en daarom zijn de
kinderen overgekomen. Gezellig, zo'n dag in eigen kring! Je voelt dan de familieband weer
hechter, dan wanneer je maar met zijn beiden bent. De kinderen zijn al vroeg het nest
uitgevlogen en wonen tamelijk ver van het ouderlijk huis. Maar de band blijft, bij rustige
mensen is er harmonie, geen ruzie's zoals bij sommige heethoofden.
Dirk en marleen zijn vanmorgen van Hulshorst gekomen. Een flinke rit, via Lelystad naar
Enkhuizen over de nieuwe dijk. Gelukkig dat die dijk er nu is, over Amsterdam is het een
hele omhaal...
Rein is er ook met Adri, de oudste dochter van Berkhout. Ze zijn nu bijna drie jaar
getrouwd en wonen in de Noordoostpolder, de NOP zo gezegd. Ze zijn vanmorgen uit de NOP
gekomen, ook over de nieuwe dijk, maar hun rit was korter dan die van Dirk en Marleen. Ze
hebben een dochtertje van bijna twee jaar, dat Yvonne heet.
Moeder Berkhout heet IJtje, maar dat is tegenwoordig geen bruikbare naam haar kleindochter
heet dus Yvonne. Moeder IJtje vindt het wel goed zo, ze is niet naamziek. Ze is er
tevreden mee, het is haar eerste kleinkind en dat vernoemen gaat nu heel anders dan
vroeger. Het is een lief kind en of het nu IJtje heet of Yvonne, dat is lood om oud ijzer.
Het is een mooie dag, maar het is begin Januari, dus zijn de dagen kort. Het zal wel vroeg
donker worden en uit zo'n loodgrijze lucht kan best eens wat sneeuw vallen! Jan Berkhout
gaat eens even naar buiten. Hij heeft al meer buien over deze muts zien gaan, net als
Frederik Hendrik vroeger.. Er waait een straffe oostenwind en de lucht ziet blauwgrijs in
het noordoosten... daar zit sneeuw! "Jongens het wordt tijd om op te breken",
zegt vader, "die grauwe lucht staat mij slecht aan, zie maar dat je voor donker
thuiskomt. Dirk en Marleen maar eerst, die moeten het verste weg, als het lukt kunnen ze
nog voor donker in Hulshorst zijn. Neem mijn auto maar die is sterker".
Dat wordt even een opschudding in huize Berkhout. Handen geven en afscheidzoenen en dan:
de winterkleren aan! Het zal nu erg koud zijn op die nieuwe dijk... Zo, Dirk en Marleen
zijn klaar, ze stappen in vaders auto en die zoeft weg, nagewuifd door de thuisblijvers.
Nu Rein en Adri nog. Yvonne kan wel in de auto slapen. Zo'n dag is haast te druk voor zo'n
jong kind. Maar warm inpakken, want het is een koude rit! Yvonne slaapt al half, ze kijkt
lodderig naar haar grootouders en ze wuift ook, maar dat komt omdat Adri het armpje
beweegt.... Er dreigtwel sneeuw, maar het zicht is nog goed en de NOP is niet zo ver.
"Dag Rein, dag Adri, wel thuis!" Jan Berkhout en moeder IJtje zijn nu weeralleen.
Het is 'n mooie dag geweest, maar nog is er zorg om de kinderen. Zal het allemaal wel goed
terecht komen?
Dirk rijdt de bekende weg. Tot Enkhuizen is het zicht nog vrij goed, er valt nog geen
sneeuw, ook al is de lucht nog zo dreigend. Maar als ze op de nieuwe dijk komen, begint er
fijne jachtsneeuw te stuiven. Er is hier ook meer wind en het stuiven houdt gedurig aan.
Geen sneeuwvlokken, maar fijne naaldjes, die bij millioenen over het IJsselmeer stuiven.
Dat meer is nu een grote ijsvlakte, kilometers ijs! De bevroren sneeuw, die erop ligt,
wordt door de felle oostenwind opgejaagd tot over de dijk. Duizenden van die fijne
naaldjes kunnen een barriere vormen, een wal van ijs! "Als we eerst Lelystad maar
hebben", zegt Dirk, "dan hebben we minder last van die sneeuw". Hij houdt
zich dapper, maar het is moeilijk rijden. De sneeuwvlagen belemmeren het zicht en de
ruitenwissers raken
bevroren. Gelukkig dat de weg altijd door rechtuit is. "We zijn er nog niet, maar we
komen er wel", zegt Dirk. Maar dan, opeens, slaat de motor af. Ze staan stil, midden
op die kale dijk en de sneeuwjacht gaat gestadig door... Al wat Dirk probeert, de wagen is
niet meer op gang te krijgen. Daar zitten ze dan te zitten! Hoe zullen ze ooit Hulshorst
bereiken? "Ik weet wat", zegt Dirk. "Hier dichtbij moet een praatpaal
staan, daar kan ik naar huis bellen". Hij stapt uit en zoekt in de sneeuwjacht de
praatpaal. Die staat toch wat verderaf dan hij gedacht had. Marleen blijft achter in de
auto, in Januari, tegen donker, op die eenzame dijk. Ze schurkt zich vaster in haar
wintermantel en wacht tot Dirk terugkomt. Dat duurt vrij lang.
Thuis rinkelt de telefoon. Vader Berkhout neemt op... "'t Is Dirk", zegt hij
tegen moeder, "hij zit vast in de sneeuw, ik moet er heen". "Zou je dat nu
wel doen?" vraagt moeder IJtje, maar ze begrijpt dat het nodig is en Jan Berkhout is
voor geen kleintje vervaard! Hij stapt in de auto die Dirk achtergelaen heeft en rijdt de
misere tegemoet.... Het is een moeilijke rit, maar hij heeft dit traject wel meer gereden,
hij komt er wel!
Op de dijk vinden Rein en Adri de gestrande auto... zonder licht. Daarom keert Rein zijn
auto en zet die voor die van Dirk. Dan kunnen de rode achterlichten waarschuwen, als er
nog verkeer langs mocht komen. Maar die kans is klein, in dit geval haast een geluk bij
een ongeluk. De kleine Yvonne slaapt op de achterbank de diepe slaap des rechtvaardigen,
ze merkt niets van al die drukte..... Ze wachten tot vader Berkhout zal komen. Zal de ouwe
het halen? Het zicht is nu bepaald slecht, zware vlagen sneeuw stuiven dwars over de dijk.
Eindelijk doemen er een paar lichten op.... hij is het! Jan Berkhout geeft dadelijk zijn
orders: Dirk en Marleen kunnen met hem mee terug naar huis. De auto zal hier moeten
blijven. Zullen ze die nog weer terugvinden, als die sneeuwstorm de hele nacht of nog
langer aanhoudt? Dat geeft niet, mensen gaan voor materiaal, Dirk en Marleen moeten
onderdak hebben, ze kunnen deze nacht wel in huize Berkhout slapen. Misschien is er morgen
wel kans om per spoor Hulshorst te bereiken. Maar die auto kan hier zo niet onverlicht op
het rijspoor blijven staan. Met vereende krachten weten ze die in de berm te schuiven.
Rein en Adri willen door naar de NOP. Rein is een mannetje met durf, Hij kent de weg, ook
voorbij Lelystad. Hier scheiden hun wegen. Jan Berkhout terug naar huis en Rein naar de
NOP.. "Wel thuis allemaal, rijdt maar voorzichtig". Dat is wel geraden ook, de
sneeuwjacht houdt nog steeds aan, hier en daar vormen zich reeds banken van harde, vaste
sneeuw..... Jan Berkhout en zijn kinderen bereiken zonder al teveel moeite Enkhuizen. Maar
hoe zullen Rein en Adri het maken?
's Nachts om half twaalf gaat bij Berkhout de telefoon. Het is Adri. Ze zijn goed en wel
thuis gekomen... gelukkig...! Yvonne slaapt nu in haar eigen bedje als een roos. "Ja
net, gelukkig", zegt moeder IJtje, "en gelukkig dat er telefoon is".
De volgende morgen is het stil. De wind is gaan liggen en het is nu een heldere winterdag.
De jachtsneeuw is hier en daar aan banken gestoven, maar gelukkig komen er nu niet meer
bij. Jan Berkhout en Dirk denken aan de auto, die nu halfweg de nieuwe dijk waarschijnlijk
onder de sneeuw zal zitten. "zullen we haar ophalen?" vraagt Dirk en vader vindt
dat goed. Ze rijden met de auto van Dirk naar Enkhuizen. De nieuwe dijk is nu voor alle
verkeer afgesloten, meer ongelukken hebben we niet nodig! Maar met een speciale vergunning
van de sluiswacht mogen de Berkhouten hun wagen ophalen, op eigen risico, de wegenwacht
kan nu niet helpen. Vader en zoon Berkhout komen er, zij het met moeite. Nu en dan moeten
ze uitwijken voor een sneeuwbank. Met de meegebrachte schoppen graven ze de gestrande auto
uit. Nu maar slepen! Gelukkig is de auto van Dirk sterk genoeg om de pechvogel te trekken.
Na een goed uur zijn ze weer thuis.
Om te onthouden zo'n wintersch avontuur!
Piet Kistemaker
(historisch, namen zijn gefingeerd).