» Kistemaker Archief » Proza en Poëzie » Pagina 7
Mijn vrienden en mijn vriendinnen,
Daar schoot mij zoo juist wat te binnen!
Een driewerf hoerah!
Voor de heer SIEBESMA,
En dan ga'k mijn liedje beginnen...
Als praeses der Woordkunstenaren
Is Siebesma bijzonder ervaren,
Een wonderlijk man,
Want niemand toch kan
Hem als voorzitter ooit evenaren!
Op Woordkunst kan ieder wat worden,
Het is maar geen wildemans-horde,
Neen wees maar niet bang,
Elk lid heeft zijn rang,
Op zijn minst "Commissaris van Orde".
Hoewel de critiek lang niet mals is,
Ja, soms een verpletterende wals is,
Doet dat niemand pijn,
Want critiek mag er zijn,
Wanneer de bedoeling niet vals is!
Cor Kist is nu hun secretaris,
Maar weet U wat wel een bezwaar is,
Deze ijverige maat,
Komt meestal te laat,
Omdat hij haast nooit op tijd klaar is...
Jacob Vriend, door zijn nerven bedrogen,
Draagt voor met rollende oogen,
De felle critiek,
Maakt Tjam bijna ziek,
Zij is met ontferming bewogen...
Cor de Kroon is een man die correct is,
Die vriendlijk en steeds opgewekt is,
En als hij wat doet,
Dan doet hij het goed,
Zoodat dus zijn werk steeds perfect is...
Rein Kooiman dat leek eerst zoo'n droge,
Hij had van die donkere oogen,
Maar binnen het jaar,
Was het voor elkaar,
Een komiek eerste klas... ongelogen!
En als dan Klaas Kooiman het woord vraagt,
Zijn "theses" met veel "pathos" voordraagt,
Dan wordt er gezucht,
En gesnakt naar meer lucht,
Omdat hij zoo eindeloos doorzaagt...
Jaap de Vries had zijn liefde geschonken,
Aan een boek over Pastoorke Poncke,
Hij zwamde met vuur,
Twee keer anderhalf uur,
En nog was de berg niet geslonken...
Als Nanne Jan Vriend wel ter tale,
Van Belsazar ons gaat verhalen,
Dan duurt het maar kort,
Of zijn voordragen wordt,
Ontsierd door het the-e-atrale...
We weten dat Gert Sluys een komiek is,
Zijn mimiek boven alle critiek is,
Wie dat eenmaal zag,
Schudt zoo van de lach,
Zoodat hij nog drie dagen ziek is...
Wie weet er waar Bultsma geweest is,
Ik denk dat de Zuid wel het meest is,
Want och deze vent,
Is meestal absent,
Maar hij is present als er feest is...
Als Stilma het even kan lappen,
Dan zit hij wat moppen te tappen,
Hij lost de zaak op,
Met een leutige mop,
En critiek wil hij liever niet happen...
Nu ben ik tot Zeypveld gekomen,
Die was van "geluk" aan het droomen,
Zijn paard sloeg op hol,
De club had veel lol,
Maar toch wou 't geluk nog niet komen...
Eens was een beschermheer van node,
Toen hebben ze dokter ontboden,
Want voor elke pijn,
Heeft die medicijn,
Dat is een secure methode!
Ik vrees dat het niet veel gescheeld heeft,
Dat mijn zingen U gruwlijk verveeld heeft,
Maar ik kan met fatsoen,
Er niet beter aan doen,
U hoort hoe mijn stem in mijn keel beeft...
Maar is U mijn liedje bevallen,
Laat dan eens een vreugdekreet schallen,
En roep met mij uit,
Hartstochtelijk en luid,
Voor WOORDKUNST hoerah! "met zijn allen".
"HOERAH!"
Piet Kistemaker.