» Kistemaker Archief » Proza en Poëzie » Pagina 13
Jae, vrinden, tis cort dagh en het is so gebeurt:
als je strax tleste blad van de Calender scheurt
dan sieje tnog eens an en staet en kyckt verwondert:
wat wordt ons eeu al oudt: vier cruisjes na de C (hondert)
maer sie niet agterom; den blick gestaegh vooruit!
een nieu decennia wordt strax weer ingeluyt,
een nieu jaer komter an, misschien wel van veel sorghen,
veel beursen sonder geldt, veel schryven en veel borgen,
maer niettemin een jaer dat wy met moet beginnen!
(de moeytens syner dogh omse ye overwinnen)
wy doen van-voor-af-aen opt uyterst onse best
en hopen tso te winnen oock opt lest!
Wij hopen dan van nieus weer voor u klaer te staen
van dat de dagh begint tot dattet is gedaen,
(myn vrou aghter de banck en ick meest by der wegh)
met ijver als voorheen (schoon ick het selver segh).
Wij dancken voor de gunst dit jaer van u ontfaen
en sullen weer van nieus van-nu-af-en-voortaen
besorghen u met spoet onse deughtsame waer,
tot so een cleenen prijs, dat u strax seght: "voorwaer,
ick soeck nu verder niet, ick staeck hier mijnen loop,
vermits ick jaer-aen-jaer hier regt-voordeeligh-koop!"
------------------------------------------------------------------
En ick staeck hier mijn liet: ick wensch u altegaer:
VEEL VOORSPOED en GELUK ook in het NIEUWE JAAR!
Andijk-Oost, december 1939 Piet Kistemaker.