» Kistemaker Archief » Proza en Poëzie » Pagina 22
(Versie 1)
In de eerste helft van de 17e eeuw werden met handel op Indie grote kapitalen verdiend. De
rijke kooplui in de steden moesten hun overtollige geld ergens in beleggen. Grondbezit was
wel het veiligste. Ze kochten of bouwden boerenplaatsen op het platteland en verhuurden
die. Ook eendenkooien waren in die tijd een lucratief bedrijf. Zo stichtten twee rijke
kooplui uit Enkhuizen in 1658 de eendenkooi op Zwaagdijk, die nu nog als natuurmonument
bestaat. In 1671 stichtte de Enkhuizer Jan Dirksz. Admiraal een eendenkooi aan de
Klampsloot bezuiden het Kleingouw te Andijk. De eerste kooiboer was Pieter Frederiksz. die
met zijn vrouw en gezin in de herfst van 1671 van Grootebroek naar de kooi verhuisde.
Op 3 Maart 1687 kocht Claes Sijmensz. gehuwd met Elberig Sijmens' de kooi. Hij was toen
plm. 37 jaar oud en had vier kinderen, waarvan de oudste 13 jaar was. Lang is de kooi niet
in zijn bezit gebleven, want reeds op 25 Februari 1696 overleed hij nog jong, plm. 46 jaar
oud. Zijn weduwe Elberig Sijmens' zette het bedrijf voort met hulp van haar schoonzoon Jan
Ydesz. en haar zonen Pieter en Reinder, die nu resp. 20 en 16 jaar oud waren.
Floreerde de kooi minder goed? Na zeven jaar, op 16 Juli 1713 verkocht Elberig Sijmens' de
kooi met 5.250 roeden land aan Antje Willems', weduwe van Jan Palensteijn en haar kinderen
Willem, Claasje en Jacob, allen te Enkhuizen. De Jacobsz. Palensteijnen behoorden tot een
zeer welgestelde familie.
Pieter en Reinder, die intussen de naam "Cooymen" hadden aangenomen, konden op
de kooi blijven wonen. Jan Ydesz. getrouwd met Leentje Claes' is na 1704 vertrokken. De
naam, het enige wat hun overbleef.
Van nu af aan was de kooi bezit van de Palenstijnen en zou dat jarenlang blijven. De naam
Kooiman leeft voort tot heden.
31 Maart 1709 trouwde Willem Palenstein met Neeltje Jans' ... van Westwoud. Zij was
waarschijnlijk de dochter van Pieter Jansz. Raven, burgemeester van Westwoud. Zij trouwden
"antinuptiaal" d.w.z. op huwelijkse voorwaarden "aanbrengende elck zijn
eigendom". Zij kwamen meteen in de kooi te wonen.
Piet Kistemaker
(Versie 2)
Die kooi was de eendenkooi die vroeger stond aan de oostkant van de Klampsloot te Andijk,
banne Bovenkarspel. Het kooihuis stond een paar honderd meter ten N.O. daarvan, op de plek
waar nu het autobedrijf van Karreman is. Die kooi was in 1671 gesticht en op[ 3 Maart 1687
gekocht door Claes Sijmensz. enb Elbregh Sijmens' de stamouders van de familie Kooyman.
Claas Sijmensz. stierf in 1696 en Elbregh zette het bedrijf voort met hulp van haar
schoonzoon Jan Ydesz. en haar zonen Pieter en Reindert.
Op 16 Juli 1703 werd de kooi verkocht aan Antje Willems' weduwe van Jan Palenstein te
Enkhuizen. De kooimannen bleven het bedrijf runnen, want de zoon van Antje Willems';
Willem Palenstein, was nog te jong om dat te doen.
Op 31 Maart 1709 trouwde Willem Palenstein met Neeltje Jans en ze kwamen op de kooi te
wonen. Jan Ydesz. is toen vertrokken, maar Pieter en Reindert bleven als adviseurs. Het
kooibedrijf is een apart vak en Willem Palenstein moest dat nog leren. Hij stierf op 16
April 1723, 46 jaar oud. De kinderen, Jan en Antje, werden "thuisgehaald" door
hun oom en voogd Frans Stellingwerff, waagmeester te Enkhuizen, die getrouwd was met
Claasje Palenstein. Ze waren daar goed onderdak, want Palenstein was een welgestelde
familie. Op 20 Februari 1728 kregen de kinderen een legaat van hun grootmoeder Marijtje
("Maria") van den Broek, groot voor ieder 2.000 gulden in obligaties van gemene
Landskantoor, in die tijd een kapitale som en een veilige belegging. Bij de scheidingsacte
op 19 Maart 1728 tussen Neeltje Jans' en haar kinderen, erfden de kinderen de kooi, het
huis en het land. Neeltje Jans' kreeg van de helft daarvan het vruchtgebruik. Ook hield
zij de koeien, het kleinvee en huisraad en inboedel. Als zij eventueel de kooi zou
verlaten, zou het land verhuurd worden, kosten en baten half om half. Alles onder toezicht
van "Francois".
Piet Kistemaker