» Kistemaker Archief
» Proza en Poëzie
» Pagina 38
Bij het zoeken in notarisprotocollen in Grootebroek vonden we een acte die ons
bijzonder interesseerde. Het was de inventaris van de nalatenschap van Reinder Boerman,
bouwman, te Lutjebroek overleden op 14 April 1818. Daaruit bleek, dat toen reeds te
Lutjebroek een zaadhandel(tje) gedreven werd, zodat dit wel als een der oudste sporen van
zaadhandel in Westfriesland kan gelden. Het feit, dat Reinder Boerman als schoonzoon had,
Johan van Rijsselberg, die beurtschipper was van Enkhuizen op Rotterdam, zal hieraan wel
niet vreemd zijn geweest. Hij kan verschillende relaties hebben aangebracht.
Als eerste wordt het huisraad geinventariseerd, tegen kladprijzen, waarnaar de antiquairs
van tegenwoordig zouden watertanden, bijv.:
Zes delftsche mantelschotels op negentig cents.
Een gladhouten geverwd bureau op zes gulden.
Een tinnen schenkketel op een gulden vijfentwintig cents.
Zeventien zoo schotels als borden delftsch van diverse
groote op een gulden tachtig cents.
Een vriesche klok op tewaalf gulden, enz. enz.
Maar daar gaat het hier niet om. Bij de "uit- en inschulden" vonden we verschillende namen van klanten, die van Reinder Boerman zaad gekocht hadden:
Nicolaas Bakker te Sloterpolder de somma van veertig gulden, voor geleverd tuinzaad, verkocht als goed gewas, zijnde bij het tegendeel daar voor niets verschuldigd, zegge fl. 40,00
De Heer Scherpenhoof te Amsterdam de somma van zesendertig gulden voor drie pond geleverde kropsaladezaad, op conditie als voren, zegge fl. 36,00
De Heer Staas, bloemist te Haarlem de somma van Twee en dertig Gulden voor acht lood geleverd blank kropsaladezaad op conditie als voren, zegge fl. 32,00
Jan Schuurman te Hoorn, de somma van Achttien Gulden voor geleverd zaad, zegge fl. 18,00
Gerrit Idesz. Jonker te Lutjebroek wegens idem de somma van veertien Gulden, fl. 14,00
Jacob Smit te Lutjebroek voor een tweede zak erwten zes Gulden, zegge fl. 6,00
Toon Wassenaar in de Oosterweek (Oosterleek?), restant van twee pond geleverd kropsaladezaad tien Gulden. fl. 10,00
Frederik Koster te Barneveld, voor een half pond geleverd ditto, vijf Gulden fl. 5,00
De Heer Krelage, woonplaats onbekend, voor een pond dito, tien Gulden fl. 10,00
Gerrit Brenk in het Vriesche veen voor twee pond dito, onder conditie van goed gewas, anders geen betaling, de somma van veertien Gulden fl. 14,00
De Heeren Manus en Gerrit Tijhof voor tien pond dito, de somma van een Honderd Gulden, onder conditie als voren, zegge fl.100,00
Cornelis Schoof te Lutjebroek voor een pond dito, de somma van tien Gulden, onder conditie als voren, zegge fl. 10,00
Idem voor een vierde pond komkommerzaad de somma van acht Gulden op dezelve conditie fl. 8,00
Dat Reinder Boerman niet enkel eigengeteeld zaad verkocht, blijkt uit de schulden aan leveranciers:
Jacob Groen te Andijk de somma van honderd en een Gulden twintig cents voor gekochte zaaden fl.101,20
Klaas Zeeman te Lutjebroek de somma van een honderd en een Gulden zeventig cents voor dito. fl.101,70
Bastiaan Ooteman te Lutjebroek een en veerytig Gulden vijftig cents voor gekochte tuinzaden, zegge fl. 41,50
Dat het inderdaad "zaadteelt en zaadhandel" was, blijkt uit de tuinbouw gereedschappen, in de inventaris vermeld:
Een balance en schalen met honderd drie en tachtig pond gewigt op veertien Gulden fl. 14,00
Een dito met koperen schalen op twee Gulden fl. 2,00
Vijftien zakjes met zaad divers op twintig Gulden fl. 20,00
Drie zaadrollen op twee Gulden vijf en twintig cents fl. 2,25
Een wan op veetig cents fl. 0,40
Eenig koolzaad op tien Gulden fl. 10,00
Een zaadschop op vijftig cents fl. 0,50
Enkele curiosa geven blijk van een ruimere blik:
Een kaart der stad Koppenhage op twintig cents fl. 0,20
Een Stradavidsman (eskimo) en schuitje op tachtig cents fl. 0,80
Twee struiseyeren op vijftig cents fl. 0,50
Dit was maar een klein zaadhandeltje: de vorderingen belopen samen slechts 303 gulden.
Maar het geeft een solide indruk: de conditie "bij geen goed gewas, niets te
betalen", bewijst dat Reinder Boerman zeker was van zijn zaak. En de klanten? Die
onbekende woonplaats van de heer Krelage is natuurlijk Haarlem! Hij was de pionier van de
bloembollenhandel en naar hem is het KRELAGEHUIS genoemd. Maar dat Reinder Boerman aan die
onbekende heren manus en Gerrit Tijhof honderd gulden pofte.... Mogelijk kwamen zij ook
van Vriezenveen en daar woonden jongens die wat durfden! De Vriezenveners handelden toen
al op Rusland!
De Lutjebroeker zaadhandel bleef niet bestaan. reinder Boerman had drie dochters en zijn
schoonzonen kozen een ander beroep. Juist in deze jaren begon Nanne Groot te Andijk zijn
zaadhandeltje, dat later uitgroeide tot de wereldfirma Sluis & Groot. Hulde aan die pioniers!
Andijk-Oost, 1976 Piet Kistemaker.