Kistemaker

Thuis » Boeken » Stichting Ontwikkeling Leliecultuur » Pagina 12

Stichting Ontwikkeling Leliecultuur

De bouw.

In 1968 en 1969.
Gebouwen (en dus ook kassen) hebben geen onbeperkte levensduur. Daarbij komt dan om de hoek kijken dat de duurste bouw meestal wel de langste levensduur heeft en we ontdekken de dilemma's in de keuzen. Hoewel de keuzen met alle mogelijke adviseurs en zo weloverwogen als mogelijk waren gemaakt, bestaat nu eigenlijk wel zekerheid dat beter voor een goede aluminiumconstructie had kunnen worden gekozen. De strijd daarover was nogal fel gaande en het bewijs zou pas na ongeveer vijfentwintig jaar (dus nu) worden geleverd. Hoewel de duurzaamheid beter is, heeft aluminium ook nadelen en zijn de constructies nog steeds verbeterd. Toch bestaat het feit dat de kas nog in prima conditie is (en misschien nog wel vijfentwintig jaar mee kan), maar alleen bij de gratie van intensief en consequent uitgevoerd onderhoud. Hoewel zeer zware stormen op de kas hebben losgebeukt, is hij niet vlak gegaan. Schade echter zowel door storm als door sneeuwdruk is in feite onacceptabel hoog geweest. De verzekering is daarbij eerst de verliezende partij geweest, maar past zijn premie aan en dan ben jij het.

In augustus 1968 reed het net gekozen S.O.L.-bestuur een rondje door Andijk, nadat ze bij G. Sijm in een kamertje hadden vergaderd, om verschillende stukken land te bezien. Daarbij gaan ze bij Th. Blom over de brug en lopen naar het aangrenzende perceel dat aan de overkant van de sloot ligt. Een ieder is het er mee eens dat dit het beste is van de bekeken percelen. Het is het land van J. Groot maar om alle 'J. Grooten' uit elkaar te houden was hij omgedoopt met een bijnaam die we nu niet noemen. J. Groot was heel aardig en gaf te kennen dat er met hem te praten was als we niet té kinderachtig over de brug kwamen. Toen nog een discussie dat het wel een zwaar stukkie land was, of het voor de groei van lelies nu hoe zwaarder hoe beter was of dat het ook té kon, dat we ze er ook uit moesten krijgen en dat die kassenbouwers het ook nog flink in elkaar trapten. Toch werd het de definitieve keus. Een kaal stuk bouwland, ongenaakbaar als een maanlandschap, waar een jaar later reeds een prima lelieoogst in een moderne kas zou staan te groeien. Voor de prijs waar je nu één ha. voor kon kopen, namelijk ƒ 30.000,- kochten we 2,3 ha. land van aardige Jan Groot die ons er succes mee wenste. Ondertussen had iedereen het gevoel dat het echt menens werd.

Het komt nu vreemd voor dat je er toen alleen maar met het schuitje kon komen, maar er moest snel gehandeld worden.


Klik hier voor een grotere versie van onderstaande scan.

Pagina 12 (Stichting Ontwikkeling Leliecultuur)

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk