» Boeken » Stichting Ontwikkeling Leliecultuur » Pagina 14
Oude notulen hebben altijd een bepaalde charme. Het zijn daarbij vooral die
speciale, kleine voorvalletjes die je reeds lang bent vergeten en die weinig
met de zaak op zich van doen hebben. Natuurlijk waren notulen steeds drie tot
vijf kantjes en zijn er diverse zaken waarop we nog even terugkomen in ander
verband en dus laten we die ook buiten beschouwing. We hebben een boek met notulen
van de eerste drie jaar en we vissen daar zomaar iets uit.
Als zuinige Andijkers wilden we eigenlijk wel die tweede rug uit het varken.
De kas lag een tijdje leeg. Was daar nu geen profijt uit te halen? In ons eerste
jaarverslag vinden we een inkooppost van ƒ 150,- aan andijvieplanten een
een verkooppost van ƒ 235,-. Dat hier niet van een kassucces sprake was,
mag duidelijk zijn. Met kosten en dergelijke een aardige bijlegger. We vinden
hiervan in de notulen nauwelijks iets terug, maar later zijn er nog veel grapjes
over gemaakt en goede humor is ook heel wat waard.
Dan is er gesproken over sla in de winter of tulpen of van ieder 2.000 m²
en over een hele kas vol viooltjes voor Sluis en Groot. Maar (misschien wel dankzij
de andijvie) realiseerden we ons op tijd dat je wat je won met het één
heel snel weer verspeelde met het ander. Jammer voor de veiling West-Friesland
want die zou van iedere nevenactiviteit 2% krijgen en zoals bij de andijvie tikte
dat natuurlijk lekker aan.
Jammer is dat de notulen vaak niet het einde van een verhaal vertellen. Zo vroeg
Jaap Meyles op de vergadering van 15 januari 1968 of hij glaskisten mocht gebruiken
om konijnenhokken van te timmeren. Daar kwam echter niets van in, want we gingen
er plankjes voor de paden van maken. Op de volgende vergadering was inmiddels
ontdekt dat glaskistenhout ongeschikt is voor paadjes en dat een ieder ze (graag
zelfs) weg mocht halen. Het is niet bekend of ze in de recycling zijn geraakt
voor konijntjes die bij Jaap Meyles daarin nog lang en gelukkig geleefd hebben.
Op 19 mei 1969 wordt gezegd dat er een drainboor zoek is en op 19 maart 1971
meldt J. de Boer de vermissing van een panschop en verzoekt om inlichtingen die
kunnen leiden tot het opsporen van de dader. Niet bekend wordt gemaakt of de
daders en daarmee de schop en de boor zijn gevonden c.q. gepakt en wat er met
ze is gebeurd of dat hij nog steeds zijn schop en boor loopt te zoeken.
Klik hier voor een grotere versie van onderstaande scan.