» Religie
» Strijd en Zegen
» Pagina 35-36
Van dit tijdperk van het bestaan onzer kerk hebben we
enige feiten en wederwaardigheden beschreven. De tijd en
de geschiedenis zijn tezamen verder gegaan, tot we nu in
1961 ons 125-jarig jubileum als Gereformeerde kerk vieren.
Klein en schamel was het begin en groot is de omvang van
ons kerkelijk leven geworden. Vervolging en druk in de eerste
tijd, nu vrijheid in een land waar ook met het Gereformeerde
volksdeel rekening wordt gehouden. Ze waren wat afgetrokken en vaak wat hoekig,
maar ze hebben onder zware omstandigheden het aloude pand bewaard.
Even hebben we melding gemaakt van het feit, dat in de
vorige eeuw vanuit onze Geref. Kerk gezinnen naar de Verenigde
Staten van Noord-Amerika zijn gegaan. Geruime tijd
daarna was er van emigratie geen sprake, totdat in 1927 twee
gezinnen met hun kinderen, tezamen 20 personen, en een ongehuwde jonge man naar
Canada zijn gegaan. Niemand kon
toen vermoeden, dat dit het begin zou zijn van een jarenlange
uittocht van Gereformeerde Andijkers naar alle werelddelen, maar meest naar Canada.
Zij hebben ook in al de plaatsen, waar ze zich vestigden
meegebouwd aan de Kerk des Heren en geijverd voor de bouw
van Christelijke scholen. Ook zij zullen meeleven met de oude
„moederkerk”, wanneer ze jubileert: de kerk van Andijk,
waar zij in het ouderlijk huis, in kerk of school de aloude
waarheid mochten beluisteren. De Gereformeerde kerk, een
deel vormend van de Heilige, Algemene Christelijke Kerk,
waarvan een Schrijver-predikant heeft gezegd:
„De dwalenden gaan nog niet onder, omdat zij, de heilige
kerk, nog een weg wijst aan het einde van alle wegen; en de
bezetenen worden nog verschoond, omdat zij nog biddende blijft.
„Háár gebeden zijn stouter dan de bouwsels. der denkers op
de hoogste toppen der aarde, en haar tranen rijker en stiller
dan de oneindige vloed van weemoed, waarmee de kunst
een ondraaglijke werkelijkheid overspoelt. Nimmer zwijgt in
haar het sterke orgel des vertrouwens, gedreven door de jubelende adem
van een Trouw die het al te boven gaat.
„Afscheid na afscheid heeft haar vereenzaamd, maar zij blijft
zelve de gemeenschap der heiligen, die hemel en aarde verbindt.
„Laat ons dan welgetroost terug keren naar onze plaats en ons werk in de Kerk.
„De stad Gods is een drijvende stad. Mochten we maar arbeiden op het dek,
of in het vooronder van dat geheimzinnige
schip, met zo mysterieuze maten, en zo zonderling gemengde bemanning, op zo wonderbare reis.
„Laat ons daar getrouw zijn in het kleine om Christus wil, die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad.”