» Religie » Strijd en Zegen » Pagina 67-68
Het was als hij preekte of het altijd maar feest was. Hoewel
diep ernstig. klonk steeds een blijde toon door alles heen.
Hij diepte de schoonheid op uit de Heilige Schriften en liet
het kleinood schitteren in al zijn facetten. Hij gaf leiding, hij,
de man met veel levenswijsheid, opgedaan zelfs in grotestads-gemeenten, wist het roer met stevige hand te houden.
Zo hebben Ds v. d. Woude en Ds Zwart enige tijd samen de
gemeente bearbeid. Maar al spoedig, ongeveer een jaar na de intrede van Ds Zwart, moesten wij van Ds v. d. Woude
afscheid nemen. Daar kwam een roep uit Tasmanië van Nederlandse emigranten, kom over en help ons! En hij, de
Friese boerenzoon, de man van de ruimte, die de kievit in zijn vlucht met heimwee gadesloeg, denkend aan de Friese
landouwen, hij, die de Indische luchten had ingeademd, zijn zwerversbloed liet hem geen rust en hij aanvaardde met
vrouwen kinderen de reis naar de andere zijde van de aardbol, om daar mede te werken, in dienst van zijn Zender, ter
bewaring en vermeerdering van Zijn kerk op aarde.
April 1954. Ds Zwart staat alleen voor deze grote gemeente. Hoe trouw was hij in zijn ziekenbezoek. Hoe liefelijk was
zijn prediking. Onder zijn leiding werd de nieuwe vertaling der Heilige Schrift in gebruik genomen en werd ook aan de
zusters der gemeente het stemrecht verleend. Hij heeft op de classis zijn vaderlijke zorg betoond, toen twee jonge broeders
hun classis-examen moesten doen. En hoe groot was zijn vreugde, toen hij op de kerkeraadsvergadering kon rapporteren
dat W. Dekker en Jn. Nierop met zeer gunstig resultaat
hun kerkelijk examen hadden afgelegd. waardoor na vele
jaren weer twee uit onze gemeente mochten gaan om te vertellen van de enige Naam tot behoudenis der zielen.
Het heeft de beroepingscommissie en kerkeraad veel moeite
gekost om de vacature Ds v. d. Woude weer te vervullen. Eindelijk is in Ds J. Végh van Wons de man gevonden om
aan de gemeente voor te stellen; en deze wordt met algemene
stemmen verkozen. Hierbij mag wel worden opgemerkt, hoe groot steeds de medewerking van de gemeente is geweest.
Want met de vele beroepen die zijn uitgebracht heeft de gemeente aan de kerkeraad steeds het vertrouwen gegeven
en was er bij stemming belangstelling en een trouwe opkomst.
Op 16 jan. van het jaar 1955 werd Ds J. Végh door zijn a.s.
ambtsbroeder Ds Zwart in het ambt van Dienaar des Woords
te Andijk bevestigd. Ds Zwart had tot tekst Joh. 3 : 29 en 30
en de intrede-tekst van Ds Végh was uit Openb. 1 : 12, 16
en 20. Zo gingen zij beiden tezamen. Twee dienaren des Woords, met een brandende liefde, om ieder van het heil dier
weldaan deelgenoot te maken. IJverig in het ziekenbezoek,
ernstig in het vermaan, waarschuwend tegen afglijding, bezielend in de prediking.
Onze gemeente telde in 1955, 1855 leden, honderd jaar terug slechts 150. Wat een groei, wat een weldaden. Toen, niemand
van de gesmade afgescheidenen, die een publieke functie vervulde. Nu, onze mensen, de grootste
groep in de gemeenteraad, het grootste aantal dorpsgenoten van enerlei richting.
Dan een Burgemeester die lid was van de Gereformeerde kerk.
Hoe geliefd waren de beide predikanten! En Ds Zwart? ja,
die zou hier wel blijven tot zijn emeritaat. Hoe jong leek hij nog, ondanks zijn 53 jaren. Ja daar hoopten wij nog lang van
te kunnen genieten. De verhouding tussen beide predikanten was ideaal.
Een schok ging door de gemeente toen wij hoorden van zijn ziekte. Zondagmorgen preekte hij nog even krachtig als altijd
over Joh. 1 : 29 en richtte ons oog op het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Een lijdenspreek met blijde
perspectieven. Niet maar een zonde, maar de zonde.