» Boeken » WO II » Ter herinnering aan de 25-jarige Bevrijding » Pagina 3
Eigenlijk was die eerste oorlogsdagen alles anders. De berichten voor de radio en het nieuws in de
kranten werden met grote spanning gevolgd en gaven stof tot veel gesprekken. De mensen liepen bij
elkaar in en uit om de laatste nieuwtjes uit te wisselen.
De post werd niet meer bezorgd en naar veel dingen moesten de mensen maar raden, want er waren ook
van Andijk vaders en jongens die ergens in Nederland in het leger meevochten en dat was toch wel iets
om je bezorgd over te maken. Waar zaten ze en zouden ze nog in leven zijn. Het waren allemaal dingen,
die de mensen onrustig maakten. We zagen in die tijd voor het eerst van ons leven Nederlandse soldaten
van dichtbij. Ze liepen in groepjes van een man of vier naar Duitse parachutisten te zoeken. Ze keken
achter de huizen, in de walkanten en langs de weg en informeerden hier en daar bij de mensen. Er werden
nogal eens Duitse vliegtuigen neergeschoten en de mogelijkheid bestond dus wel dat er hier en daar
vijanden verborgen zaten. Maar de dagen gingen en de berichten voor de radio werden steeds slechter,
totdat de Duitsers op 14 mei Rotterdam bombardeerden om op die manier een overgave af te dwingen en
dat was het einde.
Generaal Winkelman, de Opperbevelhebber van het Nederlandse leger capituleerde, omdat de Duitsers
hadden gedreigd bij een weigering ook andere grote steden in Nederland te bombarderen En zo hebben we
toen de veroveraars die nu bezetters geworden waren, zien komen. Er zat een kleine afdeling in
"De Tent" op de Oosterdijk en natuurlijk Enkhuizen en Medemblik.
Andijk was niet belangrijk genoeg gelukkig en zodoende zagen we hier maar af en toe enkele soldaten
van het "Herrenvolk". Ze waren gekleed in grauw-grijze uniformen en reden rond in grijze
wagens. Blijkbaar waren ze nog slecht van gehoor ook, want ze schreeuwden altijd tegen elkaar en iedereen.
Bovendien waren ze hier de baas en dat lieten ze goed merken. Dat deed voor de Hollanders de deur
dicht. Overal werden ze met de nek aangekeken en als ze ergens passeerden, deed iedereen net of ie
ze niet zag. in het begin van de oorlog gedroegen ze zich nogal vrij netjes, maar dat werd gauw anders.