» Boeken » WO II » Ter herinnering aan de 25-jarige Bevrijding » Pagina 34
Wij hier in Andijk hadden het nog best. Er waren hier nog aardappels en
wintergroenten, maar er was amper jus, omdat er geen boter en vlees meer
te krijgen was. Wel werden er hier op de plaats veel varkens gehouden door
jan en alleman. Die werden dan verwerkt tot worst, spek, ingemaakt vlees, reuzel en kanen. Reuzel werd gebruikt als namaakboter op brood.
Ook waren er veel mensen die eenden hielden, voor de eieren. Je hoefde ze
niet te voeren, want overdag zwommen ze los in de sloten en scharrelden
daar hun kostje op. En 's avonds kwamen ze thuis eieren leggen.
Pap werd gemaakt van aardappelmeel of gemalen tarwe en rogge. Dat kookte
moeder dan in waterige melk. Echt niet de lekkere melk die we nu drinken.
En als je nog eens volle melk kon krijgen, was je een hele spekkoper. Die
dronken we niet zomaar op, maar dat werd eerst gekarnd, de boter werd er
dan zorgvuldig afgeschept en wat er overbleef werd voor de pap gebruikt.
Of jullie die tarwe- en roggepap zo lekker zouden vinden, als je die
vandaag eens op je bord kreeg, betwijfel ik. Maar wij. keken toen niet zo krap, want je wou wel, er was niets anders meer.
En als je die verhalen uit de steden hoorde, mochten wij er nog dankbaar
voor wezen. Daar zochten de kinderen de vuilnisemmers na of er nog iets
eetbaars was. Op 't laatst at men daar zelfs tulpenbollen, dat is heel wat
anders hè, dan een zakje patat. Koek, snoep, lollies enz, waar jullie tegenwoordig teveel van krijgen, was er toen niet bij.
Maar wij hadden weer andere lekkernijen. Wij ruilden op het schoolplein
grote bonen voor maiskolven, en een handvol tarwe voor groene erwten, die
je dan thuis op de kachel "pofte". Wij zeiden:
"ploften". Die golden als een zeldzame lekkernij. Als ze mooi
bruin waren, deed je ze in een busje of een kopje en dan maar zeuren bij
moeder om een klein beetje boter. Dat moest er dan doorgeroerd worden, want dat gaf zo'n lekker smaakje.
De mensen werden ten lange leste en ten einde raad zeer vindingrijk.