» Weekblad "De Andijker" » Zaterdag 26 Mei 1945, No. 3, 22e Jaargang
Minse Reinsma, die tesamen met Jelle de Kroon geheel onverwacht ons dorp verliet, is Zaterdag j.l. even plotseling thuis gekomen. We hebben hem persoonlijk de hand gedrukt en natuurlijk moest hij ons vertellen van de avontuurlijke reis. In tegenstelling met de algemene gedachten bleek ons, dat de reis door de beide jongens goed was voorbereid. Voor kleding, voedsel enz was zoo goed mogelijk gezorgd, terwijl de persoonsbewijzen waren veranderd. Als woonplaats stond aangegeven: Tilburg. De jongens hebben ongeveer een week nodig gehad om Gorichem te bereiken. Bij Herwijnen zijn ze op een vroege morgen de rivier overgestoken in een roeiboot die vol gaten zat, gevolg van de beschieting dor de Duitsers. Die morgen echter gebeurde er niets, doch de fietsen konden niet mee. De man die ze naar de overkant bracht, deed dit werk belangeloos. Ze zijn daarna te voet en na veel oponthoud om Tilburg heen gegaan en bereikten eindelijk het plaatsje Riel. Drie dagen hebben ze daar bij een boer gewerkt, doch toen moesten ze vluchten. Men hield hen voor Engelse spionnen. In een eigen gemaakte schuilplaats vlak langs de hoofdweg hebben ze acht dagen lang de beschieting der Gealieerden moeten meemaken. Door het kruipen langs de grond heeft Reinsma zich bezeerd aan een granaatscherf. Met een ernstige infectie aan z'n knie heeft hij dit alles vanuit de schuilplaats moeten meemaken. Toen Tilburg en ook Riel waren bevrijd, is hij dadelijk in het ziekenhuis te Tilburg opgenomen, voor een operatie. Vrijwillig trad hij daarna in dienst bij de N.B.S. totdat hij werd opgeroepen voor het Transportcorps. Hij vertrok naar Frankrijk en werkte daar 4 maanden. Thans heeft hij de eerste opleiding ontvangen voor de Ned. Marine. Jelle de Kroon kon zich reeds dadelijk melden. De Kroon is waarsijnlijk eerst naar Brussel gegaan en vandaar naar Engeland gevaren Hij ontvangt thans zijn opleiding als Zee Officier. Zo hebben ze beiden na een inderdaad moeilijke tocht, eindelijk hun doel bereikt. Twee dappere Andijker jongens, waar we allen trots op, zijn.
Andijker jongens, die negen jaren geleden met hun ouders naar Canada vertrokken, kwamen in de loop van
deze week met bijzonder verlof op Andijk. Dat het hun niet aan belang stelling heeft ontbroken, spreekt
vanzelf. Van Gerrit Prins Dz. uit La Combe (Alberta) Canada waren er twee en van Jan Brouwer eveneens.
Beiden woonden voorheen aan het Hornpad. De fam. wonen nu ongeveer anderhalve kilometer van elkaar af. Het
gelukte ons, Piet Prins eenige oogenblikken te spreken in het huis van zijn grootmoeder de Wed. D. Prins
aan de Dijkweg. Opoe zat er zelf bij en was trots op de jongens.
Piet deelde mede, dat hij in 1941 in militaire dienst was gegaan. Na een verblijf van drie maanden in Canada
ging hij naar Engeland. In Sept '44 kwam hij naar het vaste land van Europa. Hij behoort tot de Brigade Irene
en is te Bergen op Zoom gelegen.
Zooals men zich zal herinneren, is de Brigade Irene in Frankrijk, België en Nederland ingezet. Vooral
bij het Leopoldkanaal in België is zwaar gevochten We vroegen Piet naar zaken die de Andijkers het
meest interesseren en kwamen o.m. te weten dat het thuis bij de ouders alles goed was.
Nu de mannen in dienst waren, hielpen de vrouwen vanzelfsprekend mee in het bedrijf. De prijzen der producten
waren belangrijk gestegen en de bedrijven in Canada zeer lonend. Er was echter een teveel aan graan en een
tekort aan vlees, zoodat inkrimping van landbouw en uitbreiding van veeteelt werd aangemoedigd, terwijl
hier in Nederland de scheurplicht bestond. Andijk trekt de Canadezen wel, doch ze zouden niet graag weer
terug willen. Canada trekt hen toch boven alles. Piet Prins vond de Hollanders te wraakzuchtig tegenover
de Duitsers. De Geallieerden behandelen ze wel streng en koud, doch rechtvaardig en ook weer menselijk.
Piet verwachtte, dat hij in het najaar wel naar Engeland en misschien naar Canada zou mogen terug keren.
't Was een vlotte, frisse en sportieve jongen met een zelfstandig en zeer helder oordeel waarmee we kennis
hadden gemaakt. Sursum Corda heeft Dinsdagavond een serenade aan de Canadeezen gebracht en daarmee namens
de burgerij vertolkt, hoezeer wij het bezoek van deze oud-Andijkers op prijs stellen.
Toen de oorlog uitbrak in Mei '40 diende ik als mecaniciën bij de Holl. Luchtmacht, gestationeerd
te Vlissingen. De 14de Mei zijn we met veel moeilijkheden met een tamelijk grote colonne de Schelde overgestoken
en België binnen getrokken en vandaar zijn we over Knokke en Duinkerken naar Frankrijk gegaan.
In Frankrijk aangekomen werden wij geïnterneerd in een soort gevangenis, aangezien ze ons niet vertrouwden
aangaande de vijfde colonne.
Na veertien dagen werden wij weer op vrije voeten gesteld en vertrokken we vandaar naar het vliegveld Caen.
Toen de Duitsers verder oprukten, zijn we eindelijk naar Engeland gegaan met een Hollandse Batavierboot
onder tamelijk moeilijke omstandigheden.
In Engeland aangekomen werden we eerst weer tussen het prikkeldraad ingezet. Na ongeveer een jaar in het
Engelse leger te zijn geweest, werd ik overgeplaatst naar de Hollandse Marine Vliegdienst, waar wij
Amerikaanse bommenwerpers hadden en vijandelijke schepen bestookten.
Daarna ben ik overgeplaatst naar de Royal Air Force en na een half jaar naar school te zijn geweest,
geplaatst bij een Nederlandse Spitfire Squadron. Tijdens de hevige V1 luchtaanvallen op Londen, heeft ons
Squadron ongeveer 30 mijl van Londen geopereerd en enige honderden neergeschoten, daarna zijn we gaan opereren
in Europa.
In Januari '44 ben ik in het huwelijk getreden en heb thans een zoon, die verblijven in de Provincie Norfolk.
In December ben ik per vliegtuig alweer onder zeer moeilijke omstandigheden naar Holland vertrokken, waar
wij met duikbommenwerpers geopereerd hebben. Na een paar maanden zijn we toen naar Duitsland vertrokken
waar we eerst weer geopereerd hebben en thans als bezettingstroepen dienst doen.
We behoefden aan de Hoekweg niet te vragen waar de fam. Lub woonde. Een ereboog voor het huis wees ons
als vanzelf de weg.
Jaap zelf is voor vele Andijkers nog een onbekende. Zijn ouders woonden in Den Helder en kwamen tijdens de
oorlogsdagen naar hier. Toen de buren eenmaal hadden- vernomen dat Jaap thuis zou komen, gingen direct de
vlaggen uit. Het huis werd volgepropt met prachtige bloemen.
Zo heeft Andijk een dappere Nederlandse jongen ontvangen. Natuurlijk hebben we Jaap gesproken. In het
volgend nummer zullen we U meer van hem vertellen. Laten we alvast meedelen, dat hij 22 jaar is en dat hij
het kruis van verdienste van H.M. de Koningin heeft ontvangen.
Zijn vrouw bevind zich in Engeland.
Klik hier voor een grotere versie van onderstaande afbeelding.
(Opent in een nieuw browservenster.)